Programmalijn 4 - Organisaties

Programmalijn 4a: lerende organisaties

Programmalijn 4a richt zich op het vergroten, bundelen en uitdragen van kennis over de werkzaamheid van het ondersteuningsaanbod voor professionals gericht op het nieuwe werken binnen het jeugddomein (door middel van actieonderzoek).

Programmalijn 4b: digitale innovaties

Programmalijn 4b richt zich op kennisontwikkeling op het terrein van digitale innovaties om zo meer zicht te krijgen op welke digitale innovaties daadwerkelijk een verbetering in de zorg in het jeugddomein realiseren.

Op deze manier kan het effectief gebruik van digitale innovaties in de praktijk worden vergroot en de kwaliteit van zorg in het jeugddomein verbeterd worden.

Programmalijn 4c: MDA kindermishandeling

In het Actieplan aanpak kindermishandeling ‘Kinderen Veilig’ heeft het kabinet de ambitie uitgesproken om de multidisciplinaire aanpak van kindermishandeling te bevorderen.

In opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie zijn vanuit ZonMw verschillende initiatieven op het gebied van de aanpak van kindermishandeling ondersteund en onderzocht.

Resultaten

Er zijn 6 initiatieven onderzocht en ondersteund. Deze initiatieven hebben een samenwerking tussen organisaties uit jeugdhulp, medische zorg, justitie en volwassenenzorg ingericht voor de aanpak van kindermishandeling. Gebaseerd op een gezamenlijke visie en met een integrale, systeemgerichte benadering zet een multidisciplinaire aanpak kindermishandeling hulp gecoördineerd en onder regie in, met een vast aanspreekpunt voor het gezin. Zo willen zij de regie op de samenwerking tussen de diverse professionals, organisaties en sectoren optimaliseren. Met hun werkwijze geven de initiatieven structureel invulling aan het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur, waarbij de veiligheid van het kind voorop staat. Over de doelmatigheid van de initiatieven kon ten tijde van het onderzoek nog geen uitspraak worden gedaan. Voor meer informatie zie het Eindrapport Multidisciplinaire aanpak kindermishandeling dat op 11 juli 2014 door de staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer werd aangeboden.

Programmalijn 4d - Vechtscheidingen

Op 18 augustus 2014 ontving ZonMw van het ministerie van VWS een aanvullende opdracht om binnen het programma Effectief werken in de jeugdsector aandacht te besteden aan gemeentelijke pilots vechtscheidingen.

Ondersteuning lokale initiatieven multidisciplinaire aanpak vechtscheidingen

Van een problematisch verlopende echtscheiding, ofwel ‘vechtscheiding’, kan worden gesproken als een scheiding gepaard gaat met hevige spanningen en conflicten tussen ouders, waardoor zij niet meer in staat zijn het belang van hun kinderen voorop te stellen. Het voeren van (vele) juridische procedures kan een indicatie zijn van een vechtscheiding, maar hoeft dit niet noodzakelijkerwijs te zijn.

Met de brief van 31 maart 2014 stuurden de staatssecretarissen van Veiligheid  en Justitie (VenJ) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het uitvoeringsplan Verbeteren situatie kinderen in een ‘vechtscheiding’ naar de Tweede Kamer.

Pilots

Ter uitvoering van dit plan heeft VWS aan ZonMw gevraagd om 4 gemeentelijke pilots uit te zetten om te experimenteren met het organiseren van (preventief) hulpaanbod door samenwerkende instanties aan gezinnen die te maken hebben met een (problematische) scheiding. Doel van de pilots is te bevorderen dat hulpverleningsinstanties snel signaleren dat een scheiding escaleert in een vechtscheiding zodat vervolgens snel de juiste hulp in wordt gezet, licht als het kan, maar direct een zwaarder instrument als dat moet.

Begeleiding door professionals

Zodra professionals signalen ontvangen van een mogelijk (problematische) scheiding, zou er aanbod beschikbaar moeten zijn om ouders en kinderen te begeleiden. Hiertoe is het van belang dat professionals weten wat voor aanbod beschikbaar is, dat professionals van elkaar weten wie welke rol vervult en naar wie of welke instantie doorverwezen kan worden. Dat wil zeggen verbeterde signalering en screening aan de voorkant, goede triage, snelle doorverwijzing en goede afstemming en samenwerking in de keten.

Samenwerken aan hulpaanbod

Vanaf 2015 is de zorg voor jeugd helemaal ondergebracht bij de gemeenten. In het kader van de nieuwe Jeugdwet moeten gemeenten een passend aanbod creëren voor de vraag die er lokaal leeft bij jeugdigen en hun ouders om nadelige gevolgen van scheidingen zoveel mogelijk te voorkomen.

Programmalijn 4e: Maatwerk-aanpak multiprobleemgezinnen

Programmalijn 4e richt zich op het ontwikkelen van een model voor effectieve maatwerk-aanpak op multiprobleemgezinnen die bruikbaar is voor gemeenten.

Een multiprobleemgezin is een gezin van minimaal 1 ouder en 1 minderjarig kind dat langdurig kampt met een combinatie van sociaaleconomische en psychosociale problemen.

Een maatwerk-aanpak heeft als doel om criminaliteit, overlast, en andere problemen met multiprobleemgezinnen te voorkomen door het zorgdomein, sociaal domein en het veiligheidsdomein beter met elkaar te verbinden. In 2019 hebben binnen deze programmalijn 2 subsidierondes plaatsgevonden. De eerste ronde was gericht op het selecteren van een consortium dat onderzoek doet naar een effectieve maatwerk-aanpak op multiprobleemgezinnen in verschillende gemeenten. De tweede ronde was gericht het selecteren van de gemeenten die meedoen aan het onderzoek naar een effectieve maatwerk-aanpak voor multiprobleemgezinnen. Uiteindelijk zijn er 5  gemeenten geselecteerd.

Een onderzoeksconsortium onder leiding van Instituut Publieke Waarden doet het onderzoek naar een effectieve maatwerk-aanpak op multiprobleemgezinnen in 5 gemeenten. Met de 5 pilotgemeenten wordt actief op zoek gegaan naar knelpunten, kansen en oplossingen. De gemeenten leveren input voor het onderzoek. Zij zijn de ‘living labs’ voor de (door)ontwikkeling en uitvoering van de maatwerk-aanpak bij 20 casussen in hun gemeente. Het onderzoeksconsortium adviseert, begeleidt, ondersteunt en jaagt de gemeenten aan bij het (door)ontwikkelen, uitvoeren en toetsen van de maatwerk-aanpak. De projecten worden gefinancierd vanuit dit programma in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). De resultaten van het onderzoek en de projecten worden in de 2e helft van 2021 verwacht.