'Met dit programma willen we het Nederlandse onderzoek met pluripotente stamcellen een stimulans geven. Kennis is tegenwoordig tenslotte een van de belangrijkste uitwisselingsproducten, ook in economische zin.'
Ethische en maatschappelijke aspecten
Het programma wordt uitgevoerd binnen de Nederlandse wettelijke kaders, waarbij vooral de
Embryowet van belang is. Daarnaast is de ontwikkeling van humane embryomodellen uit iPS-(geslachts)cellen nog in een fundamentele fase, waardoor morele vragen daarover nog niet onderzocht zijn. ‘We verwachten bezwaren zoals ook zijn gerezen tegen het gebruik van restembryo’s uit IVF-procedures voor wetenschappelijk onderzoek’, zegt Van Leeuwen. ‘Daarom zullen we voor deze tweede hoofdlijn starten met ethische onderzoeksvoorstellen.’
Multidisciplinair
Om te voorkomen dat projecten leiden tot innovaties die in een later stadium stuiten op maatschappelijke of morele weerstand, moeten de onderzoekers binnen dit ZonMw-programma van begin af aan aandacht besteden aan deze aspecten. ‘In het verleden gebeurde het soms dat wetenschappers in het laboratorium vindingen uitdachten en publiceerden, waarna de samenleving maar moest zien wat zij ermee wilde. Wij willen daarom alleen multidisciplinaire onderzoeksgroepen financieren waarin niet alleen biomedische maar ook sociale wetenschappers vertegenwoordigd zijn’, verklaart Van Leeuwen. Dat de meer fundamentele wetenschappers maatschappelijke en ethische vragen soms als belemmering van het onderzoek ervaren, is volgens hem niet terecht. ‘De kracht van dit programma ligt juist in het meenemen van de maatschappelijke aanvaardbaarheid. Die is tenslotte noodzakelijk voor vervolgstappen.’
Programmacommissie
De programmacommissie bestaat onder meer uit stamcelonderzoekers, embryologen en (kinder)artsen en heeft als voorzitter een medisch ethicus. ‘Dit type onderzoek interesseert mij op zowel wetenschappelijk als filosofisch vlak’, verklaart Van Leeuwen. ‘Ik heb mij er al eerder in meerdere verbanden in verdiept en vind het ontzettend leuk om na mijn emeritaat mee te kunnen werken aan dit onderzoeksprogramma. Mijn hoop is een verbindende rol te kunnen spelen. Uiteindelijk hoop ik dat het programma kan bijdragen aan een positieve maatschappelijke impact van het onderzoek met pluripotente stamcellen.’