Veni-beurs voor 188 wetenschappers uit alle domeinen
De Veni is een persoonsgebonden wetenschappelijke beurs, maakt onderdeel uit van het NWO-Talentprogramma en richt zich op onderzoekers die recent gepromoveerd zijn. Zij gaan onderzoek doen binnen de volle breedte van de wetenschap. De 188 beurzen uit de Veni-ronde van 2022 zijn verdeeld over 26 beurzen bij ZonMw, 23 bij Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW), 69 bij Exacte en Natuurwetenschappen (ENW) en 70 bij Sociale en Geesteswetenschappen (SGW). De projecten die financiering ontvangen richten zich dan ook op de meest uiteenlopende onderwerpen: van rivierdelta’s op Mars tot toekomstbestendige huisartsenzorg en van de kruistochten van Lodewijk IX tot vliegende robots voor het onderhoud van offshore windturbines.
In het overzicht van de toewijzingen staan de namen van alle laureaten, de kennisinstellingen waaraan zij zijn verbonden en korte samenvattingen van hun onderzoeksprojecten (in Nederlands en Engels).
Cancer RADAR: het verminderen van kankers veroorzaakt door infecties onder migranten in Europa
Dr. C.I. Alberts, Amsterdam UMC
Sommige infecties kunnen tot kanker leiden, zoals hepatitis B-virus, humaan papillomavirus en Helicobacter pylori. Migranten kunnen een verhoogd risico hebben op dergelijke kankers. Dit kan leiden tot gezondheidsverschillen tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond. Het Cancer RADAR project gaat Europa-breed in kaart brengen wat de ziektelast is, nu en in de toekomst, van door infecties veroorzaakte kankers bij personen met een migratieachtergrond. Het project zal ook aangeven welk gezondheidsbeleid dit probleem kan verkleinen.
Some infections, such as hepatitis B virus, human papillomavirus, and Helicobacter pylori, may lead to cancer. The risk on such cancers may differ between individuals with a migration background and the host population of a country, yet knowledge on such health inequalities and the underlying causes is scarce. The Cancer RADAR project will map the current and future burden of cancers caused by infections among individuals with a migration background Europe-wide, and identify which health policies can reduce this problem.
De gids van het enterovirus naar het centrale zenuwstelsel: hoe te infecteren, verspreiden en ontstekingen te veroorzaken in hersencellen
Dr. L. Bauer, Erasmus MC
Enterovirussen infecteren jaarlijks miljoenen mensen en kunnen ernstige en levensbedreigende neurologische ziekten veroorzaken. Er is geen kennis over welke hersencellen enterovirussen infecteren, hoe ze zich door de hersenen verspreiden en hoe hersencellen reageren op de virusinfectie. Daarom bestudere ik welke specifieke hersencellen door enterovirussen kunnen worden geïnfecteerd en hoe virussen zich van cel naar cel kunnen verplaatsen. Dit project is een essentiële stap om te begrijpen hoe enterovirussen neuronale complicaties veroorzaken en zal helpen bij de ontwikkeling van antivirale therapieën.
Enteroviruses infect millions of people annually and can cause a broad range of severe and life-threatening neurological diseases. It is unknown which brain cells enteroviruses infect, how enteroviruses spread through the brain and how brain cells react to the virus infection. Here, I will study which specific brain cells are infected by enteroviruses and how these viruses travel from cell to cell. This project is an essential stepping stone to understand enterovirus-induced neurological complications and will help in the development of antivirals.
Antilichamen voor het voorkomen en behandelen van Melioidose
Dr. E. Birnie, Amsterdam UMC
De tropische infectieziekte melioidose wordt veroorzaakt door de bodembacterie Burkholderia pseudomallei, welke op de lijst staat van mogelijke bio-terrorisme wapens. Wereldwijd zijn er jaarlijks 165.000 geschatte melioidose patiënten waarvan 89.000 mensen overlijden. Er is geen vaccin of specifieke behandeling voor melioidose beschikbaar. De onderzoeker zal neutraliserende monoklonale antilichamen ontwikkelen voor preventie en behandeling van melioidose.
Melioidosis, caused by the environmental Gram-negative bio-threat agent Burkholderia pseudomallei, is a major killer in the tropics with 165,000 estimated cases and 89,000 deaths worldwide annually. To date, no effective vaccine nor specific drug treatment is available. The researcher will develop potent neutralizing monoclonal antibodies for prevention and treatment of melioidosis.
Stimuleren van het kinder afweersysteem: het versterken van de relatie tussen jonge afweercellen
Dr. T. van den Broek, UMC Utrecht
Een intieme interactie tussen witte bloedcellen van het afweersysteem, T-cellen en antistof producerende B-cellen, is essentieel voor langdurige en effectieve antistof gemedieerde afweer. Deze interactie is minder effectief in jonge kinderen. Ik heb ontdekt dat jonge T-cellen van kinderen op andere stimuli reageren dan T-cellen van volwassenen. In dit project bestudeer ik hoe de interactie tussen T en B-cellen versterkt kan worden voor een betere controle van infecties en verbeterde vaccinaties.
Intimate interaction of T cells of the immune system with B (antibody-producing) cells is essential for the generation of effective and long-lived protection against pathogens. This interaction is less effective in children. I discovered that very young T-cells are more functionally versatile and responsive than previously thought and respond to different triggers than adult T-cells. In this project I will investigate in detail how young T cells instruct antibody responses by B cells. A better understanding of the T:B-cell interaction may lead to increased effectiveness of childhood vaccinations.
Behandeling met darmbacteriestammen voor metabole gezondheid: van lab naar de kliniek
Dr. T.P.N. Bui, Amsterdam UMC
Het darmmicrobioom lijkt gekoppeld te zijn aan gezondheid en ziekte. Afwijkingen in de functie van het darmmicrobioom dragen mogelijk bij aan de ontwikkeling van metabole ziekten, zoals diabetes type 2 (T2D) en hartvaatziekten, die een grote druk leggen op ons zorgstelsel. Er zijn weinig oorzaak-en-gevolgstudies uitgevoerd naar de rol van darmbacterien in T2D en er ontbreekt mechanistisch inzicht in hoe darmbacterieën het suikermetabolisme van de mens kunnen beïnvloeden. In dit VENI project wil ik middels stabiele 13C-gelabelde voedingscomponenten in interventie studies het mechanistisch en therapeutisch potentieel van specifieke darmbacteriën op T2D verder ontrafelen.
The human microbiome is strongly associated with health and disease. Deviations in microbiome composition and function are known to contribute to the pathogenesis of metabolic diseases including type 2 diabetes, a major burden for our health care system. However, limited cause-and-effect studies have been performed and mechanistic insight in how microbiota affects host metabolism is lacking. In this project, I will employ a stable isotope approach using carbon 13C-labeled dietary components in combination with animal and cell models with a human study to advance mechanistic understanding and unravel the therapeutic potential of commensal gut bacteria for metabolic health.
Gepersonaliseerde diepe hersenstimulatie bij essentiële tremor
Dr. A.W.G. Buijink, Amsterdam UMC
Patiënten met essentiële tremor hebben last van beven (tremor) van de armen tijdens beweging. Diepe hersenstimulatie (DBS) is een effectieve behandeling waarbij electroden diep in de hersenen worden geplaatst, en daar het “tremorcircuit” blokkeren door middel van elektrische stroompjes. Helaas ervaren patiënten regelmatig vervelende bijwerkingen zoals coördinatie- en balansproblemen. Ik wil geavanceerde MRI-technieken implementeren in de klinische praktijk, met het doel behandeling te individualiseren en bijwerkingen te verminderen.
Essential tremor is a common movement disorder leading to shaking of the arms during movement. Deep brain stimulation (DBS) is an effective treatment where electrodes are placed deep in the brain, and block the “tremor circuit” by electric current. However, many patients experience troublesome side-effects like balance and coordination difficulties. I want to implement advanced MRI-techniques in clinical practice. The goal is to individualise treatment and reduce side-effects.
ThyHeart: man-vrouw verschillen in hart-en vaatziekten verklaard door schildklierhomoon metabolieten
Dr. L. Chaker, Erasmus MC
De oorzaak voor man-vrouw verschillen in het voorkomen van hart- en vaatziekten is onduidelijk, maar hormonale verschillen kunnen een rol spelen. Schildklieraandoeningen komen vaak voor, vooral bij vrouwen. Schildklierhormonen en hun metabolieten hebben duidelijke effecten op het hart in diermodellen maar worden nog niet onderzocht in mensen door gebrek aan een goede meetmethode. Dit onderzoek gebruikt een nieuwe betrouwbare meetmethode voor schildklierhormonen en hun metabolieten om te ontdekken of ze een verklaring vormen voor de sekse verschillen in hart- en vaatziekten.
The reason for sex-differences in cardiovascular disease is not fully understood but hormonal differences may play a role. Thyroid dysfunction is common in the general population, especially in women. Thyroid hormone and its metabolites have shown clear cardiovascular effects in animal models, but this has not been studied in humans due to lack of a reliable measurement method. This project uses a novel method to measure thyroid hormones and their metabolites to investigate their role in the difference in cardiovascular disease between men and women.
De interactie tussen chronische nierschade en hartfalen met behouden ejectiefractie ontrafeld: Een multi-modality imaging benadering.
Dr. I.A. Dekkers, LUMC
Dit voorstel heeft als doel de link tussen chronische nierziekte en hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) nader te onderzoeken. Met behulp van geavanceerde beeldvormingstechnologieën, zoals perfusie-PET/CT van het hart en perfusie-MRI van de nier, zal ik verbanden tussen nierdoorbloeding en HFpEF onderzoeken en het biomarker potentieel van microvasculaire functie in hart en nieren van patiënten met risico op HFpEF evalueren. Daarnaast zal ik de betrouwbaarheid van MRI voor het meten van nierdoorbloeding testen, en toepassen in een populatie-cohort om de impact van nierdoorbloeding op hartstructuur en functie in de algemene bevolking te begrijpen.
This proposal aims to investigate the link between chronic kidney disease and heart failure with preserved ejection fraction (HFpEF), a major subtype of heart failure affecting millions worldwide. Using state-of-the-art imaging technologies, such as cardiac perfusion-PET/CT and kidney perfusion-MRI, I will study the interplay and evaluate the biomarker potential of microvascular function in the heart and kidneys in patients at risk of HFpEF. Additionally, I will evaluate the reliability of MRI for measuring kidney microvasculature, and apply it in a population-based imaging cohort to understand the impact of renal flow on cardiac structure and function in the general population.
Hoe kankercellen het immuunsysteem zand in de ogen strooien
Dr. K.K. Dijkstra, Nederlands Kanker Instituut
Het immuunsysteem bestaat uit veel verschillende cellen die allemaal met elkaar moeten communiceren om kanker in toom te houden. Kankercellen halen echter vele trucs uit de kast om het immuunsysteem te omzeilen. Dat gebeurt onder andere door het uitscheiden van moleculen die immuuncellen kunnen beïnvloeden. We weten echter nog slecht welke moleculen dit zijn en hoe ze werken. In dit onderzoek zal ik deze moleculen identificeren met als doel een nieuwe vorm van immuuntherapie mogelijk te maken.
The immune system consists of many different cells that need to communicate with each other to keep cancer at bay. However, cancer cells have adopted many tricks to deceive immune cells. One example is the release of molecules that can modulate immune cells. We still now very little about which molecules these are and how they work. In this research, I will identify these molecules to ultimately work toward realising a new form of immunotherapy.
Nieuw bewijsmateriaal in de zoektocht naar effectieve ALS medicijnen: een patiëntgerichte strategie voor medicijnonderzoek
Dr. R.P.A. van Eijk, UMC Utrecht
Bewijzen dat nieuwe medicijnen baat hebben voor patiënten met ernstige neurodegeneratieve aandoeningen zoals Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) wordt bemoeilijkt door de grote variatie in symptomen. Hierdoor mislukken veel medicijnonderzoeken en worden patiënten soms blootgesteld aan schadelijke medicijnen of worden werkzame medicijnen zelfs gemist.
De onderzoeker zal nieuwe statistische methoden ontwikkelen om gelijktijdig meerdere symptomen te analyseren, daarbij rekening houdend met wat voor de patiënt het belangrijkst is, maar ook met de klinische en prognostische relevantie van ziekte aspecten. Dit onderzoek leidt tot een geheel nieuwe aanpak om het effect van medicijnen te beoordelen, resulterend in efficiënter en patiëntgerichter medicijnontwikkeling."
"Debilitating neurogenerative diseases, such as amyotrophic lateral sclerosis (ALS), are characterised by highly variable symptoms, complicating the assessment of new treatments, and delaying the development of effective therapy. Patients are thereby exposed to potentially ineffective and harmful drugs, or beneficial treatments are missed in clinical trials.
The researcher will develop novel statistical methodology for clinical trials to simultaneously encompass the totality of symptoms, patient preferences, prognosis, and clinical relevance. This research will redefine treatment benefit for patients, enabling more efficient, impactful and patient-focused drug development to improve patient outcomes."
Celveroudering in Alzheimer de sleutel naar therapie
Dr. F.M. Feringa, VU Amsterdam
We weten nog steeds niet hoe Alzheimer ontstaat en daarom zijn er geen curatieve behandelopties. Verhoogde ophoping van verouderde (senescent) cellen kan mogelijk bijdragen aan het ontstaan van Alzheimer. In dit onderzoek genereer ik astrocyten (supportcellen van het brein) van humane geïnduceerde stamcellen om te onderzoeken hoe de Alzheimer risico mutatie APOE4 bijdraagt aan veroudering van deze cellen. De mechanistische inzichten die hiermee worden verkregen zijn cruciaal voor de ontwikkeling van nieuwe Alzheimer therapie gericht op deze verouderde cellen.
Fundamental understanding of the origin of Alzheimer's disease is still lacking and hence no curative treatment is currently available. Increased accumulation of senescent (aged) cells has been suggested to contribute to AD development. I will use human induced pluripotent stem cells to generate astrocytes and study how the AD risk mutation APOE4 contributes to senescence in these supportive brain cells. The mechanistic insights obtained are crucial for targeting senescence as a therapeutic strategy for AD.
Het koppelen van menselijk gedrag en infectieziekten
Dr. A.X. Han, Amsterdam UMC
Hoe we ons gedragen en met wie we omgaan zijn sleutelfactoren die bepalen hoe respiratoire virussen zoals SARS-CoV-2, influenzavirussen en respiratoir syncytieel virus zich over de bevolking verspreiden. Deze factoren worden echter vaak genegeerd bij het maken van volksgezondheidsbeleid. Dit onderzoek creëert een nieuw wiskundig simulatieprogramma om de rol van menselijk gedrag en sociale factoren bij de overdracht van respiratoire virussen beter te begrijpen, met als doel deze bevindingen te gebruiken om volksgezondheidsbeleid voor beheer van acute luchtwegaandoeningen te verbeteren.
The actions we take and people we interact with are key factors that shape how respiratory viruses such as SARS-CoV-2, influenza viruses and respiratory syncytial virus spread across the human population. However, these factors are often ignored when making public health policy. This research creates a new mathematical simulation program to better understand how human behavior and social factors drive the transmission of respiratory viruses, with the aims of using these findings to improve public health management of acute respiratory disease.
Inzicht in biologische veroudering: de sleutel tot een gezonder en gelukkiger leven
Dr. L.K.M. Han, Amsterdam UMC
Depressie en angst kunnen de levensduur tot wel 20 jaar verkorten, maar wetenschappers begrijpen niet goed hoe stressgerelateerde aandoeningen verouderingsprocessen versnellen. Dit project maakt gebruik van innovatieve voorspellers van de “biologische leeftijd” om de onderliggende mechanismen, hun prognostische waarde en mogelijke omkeerbaarheid na behandeling te identificeren.
Depression and anxiety can significantly shorten the lifespan, but the reasons for this are poorly understood. This project aims to use advanced tools to measure "biological aging" in individuals with stress-related disorders, to uncover their key drivers, prognostic value, and the potential for reversal following treatment.
Interventionele cardiale MRI: een nieuwe behandelmethode voor hartritmestoornissen
Dr. R.I. Holtackers, Universiteit Maastricht
Nieuwe ontwikkelingen maken het sinds kort mogelijk om ablatie behandelingen voor hartritmestoornissen uit te voeren in een MRI scan. Dankzij het uitstekende beeld contrast van MRI kunnen de verschillende weefsels van het hart zeer nauwkeurig en volledig stralingsvrij worden afgebeeld. Met dit onderzoek wordt onderzocht of de uitkomst van de behandeling voorspeld kan worden op basis van specifieke bevindingen in de beelden ten tijde van de behandeling, om zo nodig direct extra te behandelen en de uitkomst van de behandeling op de lange termijn te verbeteren.
New developments have recently made it possible to perform ablation therapy for cardiac arrhythmias in an MRI scanner. Due to the excellent soft tissue image contrast of MRI, the different tissues of the heart can be imaged in great detail and completely radiation-free. This study investigates whether the outcome of the treatment can be predicted based on specific findings in the images at the time of treatment, in order to immediately provide additional treatment if necessary to improve the outcome of the treatment in the long term.
De behoeften van artrosepatiënten visualiseren: leren van de uitzonderlijke gevallen van kraakbeenherstel
Dr. M.P. Jansen, UMC Utrecht
Artrose is een veelvoorkomende ziekte met een grote impact op patiënten, gezondheidszorg en samenleving, gekenmerkt door schade van gewrichtskraakbeen. Succesvolle behandelingen moeten daarom zorgen voor kraakbeenherstel, maar dat is tot nu toe niet goed gelukt. Er zijn echter wel kleine groepen patiënten die kraakbeenherstel vertonen, na een specifieke behandeling of zelfs spontaan. In dit project zal ik moderne beeldanalysetechnieken gebruiken, waarbij ik beelden combineer van bestaande cohorten met patiënten die deze unieke herstelactiviteit laten zien, om zo traditionele en nieuwe gewrichtskenmerken te identificeren die essentieel zijn om te zorgen voor kraakbeenherstel. Dit zal direct nieuwe aanknopingspunten bieden voor gestratificeerde behandelmethoden.
Osteoarthritis is a highly prevalent disease with high impact on patients, healthcare, and society, characterized by degeneration of joint cartilage. Successful treatments should therefore induce cartilage regeneration, but most investigational approaches thus far have failed. However, there are patients who show cartilage repair, after specific treatment or even spontaneously. In this project, I will use state-of-the-art image analysis techniques, combining data and images from existing cohorts with patients showing this unique repair activity, to identify conventional and novel joint characteristics that may be essential to induce repair in osteoarthritic joints. This will directly provide novel tools for stratified treatment modalities.
Wel of niet zelf ademen? Nieuwe strategieën voor een veilige overgang naar geassisteerde kunstmatige beademing
Dr. A.H. Jonkman, Erasmus MC
Kunstmatige beademing op de IC is levensreddend voor patiënten met ernstig zieke longen. Eerst neemt de machine de ademhaling helemaal over, de patiënt is diep in slaap. Een belangrijke mijlpaal is de overgang naar geassisteerde beademing: de patiënt gaat zelf mee-ademen met de beademing. De optimale timing van deze overgang is onbekend. Zelf ademen aan de beademing kan namelijk extra longschade veroorzaken, maar er zijn geen methoden om het risico hierop te meten. Met innovatieve beeldvorming van de longen wordt onderzocht wanneer de overgang naar geassisteerde beademing veilig kan plaatsvinden. Dit is erg belangrijk voor een snel herstel.
Mechanical ventilation in the ICU is life-saving for patients with acute lung failure. In the initial phase, respiration is fully controlled by the ventilator - the patient is deeply asleep. A crucial milestone is switching to assisted ventilation: patient’s spontaneous breathing is resumed while the ventilator assists respiration. The optimal timing of this switch is unknown. Spontaneous breathing could worsen lung injury, but there are no bedside methods to measure this risk. Using innovative lung imaging techniques, this project aims to determine when to safely switch to assisted ventilation. This is extremely important in order to accelerate ventilator liberation and recovery.
Een verschil van dag en nacht: eten in een maaltijdpatroon op de Intensive Care
Dr. I.W.K. Kouw, Wageningen University
Kritieke ziekte gaat gepaard met ernstig spiermassaverlies en verstoring in stofwisselingsprocessen. Sondevoeding, ofwel vloeibare voeding dat via een slangetje in de neus naar de maag gaat, wordt vaak continu over 24 uur toegediend op de Intensive Care (IC). Echter, in het dagelijks leven eet men in maaltijden. Stofwisseling in de spier en andere organen zijn actief op verschillende tijdstippen op de dag, gereguleerd door de biologische klok. Dit onderzoek leert ons of voeding toegediend volgens een maaltijdpatroon, gedurende de dag, de verstoringen in spier-, glucose- en maagdarm-stofwisseling kan herstellen tijdens IC-opname, alsmede het herstel na ontslag kan versnellen.
Critical illness is accompanied by severe muscle mass loss and disruption in metabolic processes. Tube feeding, i.e. liquid nutrition via a tube in the nose to the stomach, is often administered continuously over 24 hours in the Intensive Care Unit (ICU). However, in daily life one eats in meal moments. Metabolic processes in muscle and other organs differ at time of day, regulated by the biological clock. This research provides understanding of whether nutrition administered in a daytime meal-like pattern can restore the disturbance in muscle, glucose and gastrointestinal metabolism during ICU admission, and accelerate recovery after discharge.
Identificeren van nieuwe genen voor aangeboren hartafwijkingen
Dr. N. Lahrouchi, Amsterdam UMC
Aangeboren hartafwijkingen komen vaak voor en in het merendeel van de gevallen wordt geen genetische oorzaak gevonden. Dit komt mede doordat kennis over het hoe het menselijk hart zich ontwikkeld ontbreekt. Door analyse van menselijke foetale harten te combineren met DNA-onderzoek in grote patiëntengroepen met aangeboren hartafwijkingen wil ik nieuwe genetische oorzaken opsporen voor deze groep patienten.
Congenital heart disease is a common birth defect and in the majority of cases the underlying genetic cause remains unknown. The is partly due to the rudimentary understanding of how the human heart develops. I combine studies in human fetal hearts with genetic analyses in large patient sets with congenital heart disease to identify novel genes underlying these disorders.
De rol van vocht en zout in acuut hartfalen
Dr. J.M. ter Maaten, UMC Groningen
Patiënten met acuut hartfalen houden vocht vast, maar dit zit niet bij iedere patiënt op dezelfde plek. Op dit moment worden alle patiënten echter wel op dezelfde manier behandeld. Dit onderzoek kijkt specifiek naar patiënten met acuut hartfalen met veel vocht in de weefsels en leert ons wat de rol van opslag van zout in de weefsels is en of het toedienen van zout juist leidt tot betere behandeling van het overtollige vocht.
Patients with acute heart failure retain fluid, however there is great variety in where this fluid is retained in the body. Currently, all patients are treated exactly the same however, regardless of where the fluid is retained. This research will specifically study acute heart failure patients with an extensive amount of fluid in the tissue, to study the role of storage of salt in the tissue and whether treatment with additional salt might lead to better treatment of this excess fluid.
Uitdroging met een korreltje zout
Dr. R.H.G. Olde Engberink, Amsterdam UMC
Zout kan zich in grote hoeveelheden in de huid en spieren ophopen. Dit lijkt de bloeddruk te verhogen maar het is niet bekend waarom. Dit onderzoek leert ons hoe deze lokale zoutopslag de waterhuishouding en bloeddruk op de lange termijn beïnvloedt en of we een verhoogde bloeddruk kunnen behandelen door dit proces te manipuleren.
Salt can accumulate in large amounts in the skin and muscle. Local salt storage has been related to high blood pressure but the exact mechanism is unknown. This research will look at the link between local salt storage, long-term water homeostasis and blood pressure regulation, and test whether high blood pressure can be treated by intervening in this process.
Profilering en opsporing van gevaarlijke plasmacellen bij de ziekte van Sjögren
Dr. T.D.S. Steinmetz, UMC Groningen
Antistoffen zijn eiwitten gemaakt door ons lichaam die beschermen tegen virussen en bacteriën. Antistoffen kunnen ook schadelijk worden voor ons eigen lichaam. De meeste mensen met Sjögren hebben schadelijke antistoffen die de productie van speeksel en tranen kunnen verminderen en het risico op bloedkanker verhogen. Dit onderzoek genereert een profiel van plasmacellen die deze schadelijke antistoffen produceren. De onderzoekers willen gebruik maken van deze profielen om een behandeling te vinden die alleen de schadelijke plasmacellen aanpakt, maar beschermende plasmacellen ontziet.
Antibodies are protective defense proteins of our body that shield us from viruses and bacteria. But antibodies can become harmful when directed against ourselves. Patients suffering from Sjögren’s disease have self-directed antibodies that limit the ability to produce saliva and tears and raise the patients’ risk of blood cancer. This research creates a mug shot of plasma cells that make these harmful antibodies. Knowing the profile of plasma cells helps to find a patient-specific treatment that uniquely affects harmful plasma cells while leaving protective plasma cells untouched.
Meer eiwit voor een betere gezondheid
Dr. J. Trommelen, Maastricht UMC
Eiwit uit de voeding levert de bouwstenen voor organen. De huidige aanbeveling voor eiwit inname is gebaseerd op het voorkomen van een tekort. Een hogere eiwit inname kan echter verdere voordelen voor de gezondheid opleveren. Dit onderzoek gebruikt een nieuwe methode om te bepalen hoeveel eiwit ingenomen dient te worden om de gezondheid te optimaliseren.
Dietary protein provides the building blocks for organs. The current recommendations for protein intake are based on the prevention of a deficiency. However, higher protein intakes offer further health benefits. This research uses a new approach to determine how much protein needs to be consumed to support optimal health.
Samen sterker: Clusters ter verbetering van TCR-therapie
Dr. J. Veldman, Nederlands Kanker Instituut
Immunotherapie is een veelbelovende kankerbehandeling waarbij immuuncellen van de patiënten zelf worden gemobiliseerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij T-cel receptor (TCR)-therapie, waarbij T-cellen uit het bloed worden aangepast om de kankercellen beter te kunnen herkennen. Het vinden van deze TCRs voor individuele patiënten is echter nog lastig en de benodigde testen zijn duur en arbeidsintensief. Ik heb een specifieke groep T cellen gevonden in de tumor die sterke anti-tumor activiteit vertonen. In dit project wil ik de specifieke TCRs van die T-cellen identificeren, om TCR-therapie te versimpelen en verbeteren.
Immunotherapy is a promising cancer therapy, in which immune cells of patients are being mobilised. An example is T-cell receptor (TCR) therapy, in which T-cells from blood are modified to recognise cancer cells better. However, the identification of those TCRs for individual patients is still complicated and necessary tests are expensive and labour-intensive. I have found a specific group of T cells in the tumour that show strong anti-tumour activity. In this project I want to identify the TCRs of those T-cells, to simplify and improve TCR therapy.
Falende stervormige hersencellen opsporen bij alzheimer (ASTROIDS-AD)
Dr. L. Vermunt, Amsterdam UMC
De ziekte van Alzheimer treft wereldwijd miljoenen mensen. Onderzoekers willen alzheimer-dementie voorkomen of uitstellen. Echter, het onvoorspelbare voorstadium tussen de eerste alzheimerkenmerken in de hersenen en het begin van alzheimer-dementie bemoeilijkt dat onderzoek. Om dit voorstadium voorspelbaar te maken richten onderzoekers zich met nieuwe laboratoriumtesten op de falende stervormige hersencellen. Deze cellen zijn essentieel voor de energiebalans en voedselvoorziening in de hersenen, en dat gaat mis bij alzheimer. Het beter opsporen van het ziekteverloop in het voorstadium van alzheimer is de basis voor betere patiëntinformatie en snellere beschikbaarheid van nieuwe behandelingen.
Alzheimer’s dementia affects millions of patients worldwide. Individualized patient information and preventive treatments are hampered by a long and unpredictable gap from the start of Alzheimer in the brain to the onset of dementia. The researchers aim to bridge this gap by studying novel laboratory tests for astrocyte failure. Astrocytes make up 20-40% of the brain cells and are essential for the brain’s food supply and energy balance. By tracing astrocyte failure with laboratory tests, we will better understand how Alzheimer evolves, which contributes to precise forecasting and faster treatment availability.
Toekomstbestendige huisartsenzorg met "blended care": eHealth op maat voor chronisch zieken
Dr. V.A. van Vugt, Amsterdam UMC
Steeds meer mensen leven met chronische ziektes zoals suikerziekte. Er werken te weinig mensen in de zorg om al deze patiënten voldoende aandacht te geven. Het combineren van persoonlijke zorg met eHealth is een mogelijke oplossing voor dit probleem. Dit noemen onderzoekers “blended care”. Momenteel weet alleen niemand hoe de beste blended care behandeling er uit ziet. Dit onderzoek leert ons welke onderdelen van blended care bij chronische ziektes werkzaam en uitvoerbaar zijn in de huisartsenzorg. Door een wetenschappelijke richtlijn te maken als hulpmiddel om nieuwe blended care behandelingen te maken zorgen de onderzoekers dat de huisartsenzorg klaar is voor de toekomst.
More and more people live with chronic diseases like diabetes. There are not enough people working in healthcare to provide quality care for all of these patients. Combining personal care with eHealth is a possible solution to this problem. Researchers call this “blended care”. However, the best way to design blended care interventions is still unknown. This research project investigates what components of blended care can be successfully used to treat chronic disease in primary care. By creating a scientific guideline as a tool to help develop new blended care interventions, the researchers will keep primary care sustainable for the future.
SMA BABIES – Systematische Multimodale Analyse naar BiomArkers en Bulbaire functie In (pre)symptomatischE SMA
Dr. R.I. Wadman, UMC Utrecht
"SMA is een erfelijke, ernstigste spierziekte en de eerste aandoening die effectief wordt behandeld met gen-gerichte therapieën. Het ziekteverloop van SMA is hierdoor spectaculair verbeterd, vooral bij baby’s vroeg gediagnosticeerd in het hielprikscreeningsprogramma. Presymptomatische behandeling werkt het beste maar geneest SMA niet volledig; de effectiviteit is wisselend en vooralsnog niet voorspelbaar. Optimalisatie is noodzakelijk omdat deze therapieën extreem duur zijn en hoge druk leggen op de zorgkosten.
Mijn innovatieve multimodale programma zoekt voorspellers van de ziekte-ernst en de effectiviteit van de nieuwe behandelingen met gebruik van klinische observaties gecombineerd met genetische, eiwit-, echografie- en EMG-onderzoeksmethoden."
"SMA is a hereditary severe childhood-onset motor neuron disorder and the first-ever disorder effectively treated by gene-targeting therapies. They dramatically improve disease course, especially in patients early-diagnosed in the newborn screening program. Presymptomatic treatment is key, but cure is incomplete, and we are in desperate need of biomarkers that predict disease severity and prognosis at time of diagnosis. The high societal impact due to extreme costs of these therapies also demands treatment optimization.
My innovative multi-modal approach combines clinical scores, genetic, protein, ultrasound and EMG-studies, to evaluate and predict disease severity, variability, and treatment efficacy in early-diagnosed babies with SMA."
Feiten & cijfers
De Veni’s worden jaarlijks door NWO toegekend. Onder de 1462 vooraanmeldingen zaten 792 (54 procent) mannen, 648 (44 procent) vrouwen. Van 22 aanvragers was het geslacht onbekend. Van de 188 toekenningen gaan er 100 naar mannelijke en 88 naar vrouwelijke kandidaten; honoreringspercentages van respectievelijk 13 en 14 procent. In de domeinen Exacte en Natuurwetenschappen (ENW) en Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW) is extra geld beschikbaar ter stimulering van vrouwelijke onderzoekers in bèta en techniek. In beide domeinen heeft dat geleid tot het toewijzen van vijf additionele Veni-beurzen.
Talentprogramma
Het NWO-Talentprogramma geeft onderzoekers de vrijheid om vanuit creativiteit en passie eigen onderzoek te doen. Het programma stimuleert vernieuwing en nieuwsgierigheid. Vrij onderzoek draagt bij aan en bereid ons voor op de maatschappij van morgen. Daarom zet NWO in op een diversiteit aan wetenschappers, domeinen en achtergronden. Veni maakt samen met de Vidi- en Vici-beurzen deel uit van het Talentprogramma.
NWO selecteert onderzoekers op basis van de wetenschappelijke kwaliteit en het innovatieve karakter van het onderzoeksvoorstel, de wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact van het voorgestelde project en de kwaliteit van de onderzoeker.
Klik hier voor de antwoorden op een aantal veelgestelde vragen over het Talentprogramma, onder meer over de man-vrouwverdeling.
Meer informatie
Bron: NWO