Ministeries, werk samen voor een effectief beweegbeleid!

Onderzoekers van het Amsterdam UMC hebben het rapport ‘The Physical Activity Environment Policy Index (PA-EPI): Nederland’ overhandigd aan het Ministerie van VWS. De overhandiging vond plaats tijdens het event ‘Bewegen wordt het nieuwe normaal’ van de Beweegalliantie. Het rapport laat zien in hoeverre overheidsbeleid voor het stimuleren van bewegen wordt uitgevoerd in Nederland, en welke acties er nodig zijn om dit te verbeteren. De hoofdboodschap van dit rapport: samenwerking tussen ministeries is onmisbaar voor effectief beweegbeleid.

Slechts 45% van de Nederlandse bevolking beweegt voldoende. Een rijksbrede, integrale aanpak is nodig, waarbij naast volksgezondheid ook bijvoorbeeld onderwijs en ruimtelijke ordening betrokken zijn. Daarnaast is er al veel kennis over beweegbeleid, maar nog weinig over de implementatie van dat beleid. Dit is precies de insteek van het rapport: het beschrijft in hoeverre beleidsmaatregelen om bewegen te stimuleren zijn geïmplementeerd in Nederland, en welke acties er nodig zijn om dit te verbeteren. 

Voor deze analyse gebruikten de onderzoekers de Physical Activity Environment Policy Index (PA-EPI). Dit instrument is in internationaal verband ontwikkeld binnen het Policy Evaluation Network (PEN) en geïmplementeerd in Nederland binnen het Verspreidings- en Implementatie impuls (VIMP) project ‘A Dutch implementation of the Physical Activity Environment Policy Index (PA-EPI)’. Het VIMP project was een één jarig project en is onlangs afgerond, met het PA-EPI rapport als resultaat. De PA-EPI is een instrument om het overheidsbeleid voor een gezonde beweegomgeving, en de uitvoering van dat beleid in verschillende domeinen, op systematische wijze te beoordelen en te monitoren. De PA-EPI bevat 45 indicatoren voor beleidsimplementatie verdeeld over acht beleidsdomeinen en zeven beleidsondersteunende domeinen.

Tien prioriteiten

De onderzoekers hebben samen met een groep betrokken partijen de PA-EPI toegepast op al het relevante Nederlandse overheidsbeleid op het gebied van bewegen en de implementatie ervan. Hieruit ontstond een rapportkaart die met scores duidelijk maakt op welke gebieden het beweegbeleid goed wordt uitgevoerd en waar kansen voor verbetering liggen. Naar aanleiding van de kansen zijn beleidsacties (maatregelen waarmee de overheid invloed kan uitoefenen om bewegen te stimuleren) en beleidsondersteunende acties (maatregelen waarmee de overheid beleidsontwikkeling en -uitvoer voor het creëren van een gezonde beweegomgeving kan faciliteren) opgesteld. 

De onderstaande tien acties hebben volgens professionals en onafhankelijke experts de hoogste prioriteit voor implementatie in Nederland:

Afbeelding
Beleidsacties en beleidsondersteunende acties

Gezondheid en bewegen belangrijk voor ministeries

De resultaten uit het rapport bekrachtigden de doelstellingen van het zomerevent ‘Bewegen wordt het nieuwe normaal’ van de Beweegalliantie, namelijk het verbinden van alle (systeem)partijen en faciliteren van de samenwerking. Erik Lenselink, directeur van de Beweegalliantie, legde tijdens de opening van het event uit dat bewegen overal speelt: thuis, in de buurt, op school, op het werk etc. Mensen gaan pas meer bewegen als we dit domeinoverstijgend aanpakken. Daarom waren tijdens dit event meerdere ministeries aanwezig.

Eerin Engelen, docent en leraar-ambtenaar van het Ministerie van OCW, vertelde uit haar eigen ervaring hoeveel leerlingen op een gemiddelde dag zitten in het voortgezet onderwijs. Zelf bezocht zij een dynamische school, en richt sinds die tijd haar lessen zo in dat er niet alleen geleerd, maar ook meer bewogen wordt.

Roy Kramer, programmamanager Leefbaarheid en Veiligheid bij het Ministerie van BZK, benadrukte dat de leefomgeving sterk beïnvloedt hoeveel mensen bewegen. Hij noemde het voorbeeld van het stadion van Cambuur, dat moet verhuizen naar een plek die minder centraal in de stad (Leeuwarden) ligt. Op de plaats van het stadion komt woningbouw, maar met een sterke nadruk op een beweegvriendelijke omgeving. 

Florien van der Windt, directeur Publieke Gezondheid van het Ministerie van VWS, vertelde hoe haar ministerie gezondheid en beweging ook actief bij andere ministeries agendeert. Aan het eind van deze domeinoverstijgende opening nam zij het rapport Physical Activity Environment Policy Index (PA-EPI): Nederland’ in ontvangst. Van der Windt: "Ik vind het fantastisch. Alle ministeries zijn ervan overtuigd dat bewegen belangrijk is, maar hoe dan? In dit rapport zitten veel concrete handvatten waar wij mee aan de slag kunnen."

Ik vind het fantastisch. Alle ministeries zijn ervan overtuigd dat bewegen belangrijk is, maar hoe dan? In dit rapport zitten veel concrete handvatten waar wij mee aan de slag kunnen.
Florien van der Windt
Directeur Publieke Gezondheid van het Ministerie van VWS

Workshop

Aansluitend mochten de onderzoekers een workshop geven over de toepassing van de PA-EPI in Nederland. Wegens grote belangstelling werd de workshop verplaatst naar een grotere zaal. Centraal stond de vraag: hoe brengen we acties voor een integraler beweegbeleid naar de praktijk? Dit leverde veel waardevolle input op hoe de adviezen van het rapport in Nederland kunnen worden opgevolgd.

Over het rapport

Het rapport is het resultaat van het door ZonMw gefinancierde project ‘A Dutch implementation of the Physical Activity Environment Policy Index (PA-EPI)’. Dit project bouwt voort op het reeds afgeronde Policy Evaluation Network (PEN) van het internationale Healthy Diet, Healthy Life (HDHL)-initiatief waar ZonMw deel van is. Om de resultaten uit PEN naar de Nederlandse praktijk te brengen, hebben de onderzoekers de Physical Activity Environmental Policy Index (PA-EPI) toegepast.