Sportinnovator: samen praktisch innoveren

Sport en bewegen rolstoelrace
Innovaties rond sport en bewegen voor óvermorgen, daar staat Sportinnovator voor. Als verbinder tussen verschillende partijen op de soms lange weg naar vernieuwing, is zij een vanzelfsprekende partner binnen MOOI in Beweging. Merit Clocquet is sport innovation officer en vertelt over de waarde van samenwerking voor impact in de ‘echte wereld’.

Oorspronkelijk komt Merit Clocquet helemaal niet uit de wereld van sport en bewegen. De in Delft opgeleide ingenieur werkte na haar studie aan industriële innovatietrajecten, van hernieuwbare energie tot aan drinkwaterproductie. Vervolgens werd ze innovatieadviseur voor het midden- en kleinbedrijf. Na een paar jaar ging ze naar het ministerie van Economische Zaken, ook weer op het terrein van bedrijfsleven en innovatie. ‘Daar heb ik de meerwaarde van publiek-private samenwerking ervaren, namelijk die tussen rijksoverheid en sector. Mijn kracht – zo heb ik door al mijn ervaringen geleerd – zit vooral in het verbinden van publiek en privaat.’

Co-creatie als voorwaarde

Toen kwam Sportinnovator op haar pad, waar de samenwerking tussen rijk, regio en sector ook een essentiële factor is. Clocquet: ‘Wij spreken overigens consequent van co-creatie, dus samen vernieuwingen creëren. Een innovatie landt pas echt als alle betrokken partijen deze met elkaar hebben bedacht en uitgewerkt.’ En of het nu om technische of sociale innovaties gaat, de lat ligt hoog bij Sportinnovator. Pas als je een mooi idee daadwerkelijk ontwikkeld, geïmplementeerd en opgeschaald krijgt, is een vernieuwing een succes, aldus Clocquet. ‘Binnen innovatieprojecten stimuleren we een nauwe samenwerking tussen de Sportinnovator-centra, gemeenten, bedrijven, sportaanbieders en onderzoekers. Voor deze samenwerkingsverbanden heeft Sportinnovator een meervoudige en aanjagende rol: (co)financier, verbinder, coach en promotor.’

Onafhankelijke regierol van Sportinnovator

Sportinnovator is gehuisvest bij ZonMw, maar heeft van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een eigen opdracht: via innovaties sporten voor iedereen vanzelfsprekend maken. Onderdeel van de opdracht is verbinding maken met MOOI in Beweging, waar Sportinnovator onder meer binnen de adviesraad meedenkt over de maatschappelijke problemen (wicked problems). Voor Clocquet is de onderlinge verbinding volstrekt logisch, alleen al omdat ‘samenwerking’ en ’innovatie’ ook binnen MOOI in Beweging sleutelbegrippen zijn. ‘Het is onze taak om vanuit een onafhankelijke regierol partijen in consortia rondom innovatie bij elkaar te brengen. Complexe vraagstukken kun je alleen oplossen als iedereen – gebruikers, onderzoekers, overheid en bedrijfsleven – samen wil leren en innoveren. Onze expertise zit in het herkennen en begeleiden van alle fases die technische of sociale innovaties doorlopen, van ontwikkelen en testen tot en met opschalen.’

Afbeelding
‘Het is onze taak om vanuit een onafhankelijke regierol partijen in consortia rondom innovatie bij elkaar te brengen. Complexe vraagstukken kun je alleen oplossen als iedereen – gebruikers, onderzoekers, overheid en bedrijfsleven – samen wil leren en innoveren.'
Merit Clocquet
Sport innovation officer bij Sportinnovator

Praktijkgericht onderzoek naar innovaties rondom sport

Hoewel Sportinnovator geen onderzoeksprogramma is, speelt kennisontwikkeling wel degelijk een rol. Clocquet: ‘We zoeken steeds verbinding met kennisinstellingen, waarbij we focussen op toegepast onderzoek. Een mooi voorbeeld is een traject met Innofest en het Regieorgaan SIA, dat investeert in praktijkgericht onderzoek. Het gaat om Innofest X SIA Sport, dat onderzoekers van hogescholen een innovatie rond sport en bewegen laat testen op een sportevenement of festival. Denk aan de Fanny Blankers-Koen Games of Lowlands.’ Zo’n evenement, licht Clocquet toe, fungeert als een living lab, een testlocatie die zo dicht mogelijk bij de realiteit komt. Als je daar praktijkgericht onderzoek doet, kunnen pioniers uiteindelijk meer impact maken in de ‘echte wereld’, zo is het idee.

Elkaar blijven uitdagen

Juist in het praktijkgerichte zit volgens Clocquet de kracht van de samenwerking rond kennisontwikkeling voor innovatie. Het punt met wetenschappelijk onderzoek is dat de doorlooptijd vaak niet goed aansluit bij de tijdspanne waarin ondernemers vaak denken, legt ze uit. ‘Een onderzoeksproject – zeker op universitair niveau – kan zomaar een paar jaar duren. Het hangt er dan erg vanaf of een ondernemer of innovator de ruimte heeft om ook zo lang mee te lopen. Wij proberen verschillende partijen bij elkaar te brengen op een manier dat ze elkaar kunnen blijven uitdagen. Dat is hard werken en volhouden, maar het kán wel. Een mooi voorbeeld is ViBe, een initiatief met de Topsector Life Sciences & Health, waarbij meerjarige publiek-private samenwerking daadwerkelijk tot stand komt. Het project wil vmbo-leerlingen in beweging krijgen. Dat past weer heel mooi bij het maatschappelijke probleem rond bewegen door kinderen en jongeren.’ 

Sparen voor gezonde producten

In de samenwerking binnen MOOI in Beweging ligt de nadruk intussen vooral bij het maatschappelijke probleem dat gaat over aandachtswijken en die die gaat over de maatschappelijke waarde van topsport. Met name dat eerste thema is maatschappelijk bijzonder uitdagend, stelt Clocquet. Ze noemt het ‘een pittige vraag’ hoe we mensen in die zogeheten aandachtswijken gezonder kunnen laten leven én maatschappelijk meer kunnen laten meedoen. Die beide uitdagingen komen volgens haar mooi bij elkaar binnen Fitcoins, een initiatief van It’s My Life dat er in Helmond mee begonnen is. Het idee: met elke duizend stappen – geregistreerd door je mobiel – verdien je een Fitcoin. Die kun je sparen om gezonde producten te kopen of naar het zwembad te gaan, maar bijvoorbeeld ook naar een voorstelling.

Zonder schaamte of stigma

Clocquet is enthousiast over het initiatief. ‘Het is een mooie combinatie van een technische en sociale innovatie. Met een bijdrage van Sportinnovator heeft het bedrijf een training voor gemeenten opgezet, waarmee het idee inmiddels ook op andere plekken landt. Het mooie is dat Fitcoins weliswaar bedoeld is voor mensen met een kleine portemonnee, maar er hangt geen schaamte of stigma omheen. Deelnemers vinden het vooral leuk om te sparen.’ Sportinnovator kan een rol spelen in de opschaling, maar lokale partners zullen het wel zelf tot een succes moeten maken. Clocquet: ‘Het is aan de ondernemer om op andere locaties weer de juiste samenwerkingspartners te vinden, of dat nu de plaatselijke groenteboer is of het zwembad. Een gemeente kan aansluiten door de innovatie vanuit het lokale beleid te faciliteren. Ook hier zie je de onmisbaarheid van samenwerking om innovaties in de praktijk te laten slagen.’

‘Een programma als MOOI in Beweging is superrelevant. Voor elk wicked problem moet je ver vooruit – zeg in 2040 – een punt op de horizon zetten. Je werkt samen aan een systeemverandering, waarbij ieder stapje er een is.'
Merit Clocquet

Ver vooruit denken

Hoe ziet Clocquet de toekomst? Net als Cees Vervoorn en Jarno Hilhorst (zie het vorige artikel in deze serie) wijst ze op het langetermijnperspectief. ‘Een programma als MOOI in Beweging is superrelevant. Voor elk wicked problem moet je ver vooruit – zeg in 2040 – een punt op de horizon zetten. Je werkt samen aan een systeemverandering, waarbij ieder stapje er een is. Je hebt elkaar nodig en het programma helpt alle betrokkenen focus te houden op dat verre punt.’ Voor ‘het veld’ heeft ze ten slotte nog een duidelijke boodschap: ‘Maak het praktisch, stap voor stap. Maar vooral: dóé het! Als je erin gelooft verschil te kunnen maken, wees dan standvastig en ga ervoor. Als Sportinnovator zoeken we de innovaties die óvermorgen gebruikt gaan worden. Wie een idee daarvoor heeft, is bij ons aan het goede adres.’

Tekst: Marc van Bijsterveldt (september 2024)

Over MOOI in Beweging

Het programma MOOI in Beweging wil onderzoek en innovaties rond sport en bewegen beter laten aansluiten bij de praktijk. Zes complexe maatschappelijke uitdagingen (wicked problems) zijn daarbij startpunt voor onderzoek en innovatie. Om impact te kunnen hebben zijn verschillende partijen nodig: gebruiker/sporter, onderzoeker, overheid en bedrijfsleven; mensen die samen willen leren en innoveren. Samen zorgen zij dat de juiste kennis wordt ontwikkeld en dat die kennis daadwerkelijk leidt tot verandering. ZonMw voert dit programma uit in opdracht van het ministerie van VWS en NOC*NSF. Samenwerkingspartners zijn de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS), Kenniscentrum Sport en Bewegen, Watertoren-overleg (verband van hoogleraren sport met vertegenwoordiging vanuit uit hogescholen en umc’s), Lectorenplatform Sport en Bewegen en Sportinnovator.

Meer informatie

Onderwerpen