Onderzoek naar ontschotte financiering in het sociaal domein
Schotten in de zorg en ondersteuning
In Nederland hebben we de zorg en ondersteuning aan burgers georganiseerd in verschillende wettelijke kaders. Denk aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor gemeentelijke ondersteuning, de Participatiewet voor arbeidsondersteuning, de zorgverzekeringswet (Zvw) voor individuele ziektekosten, en de Wet langdurige zorg (Wlz) voor langdurige zorg. Tussen deze wetten zitten zogenoemde schotten, die zijn ontstaan doordat elk wettelijk kader eigen regels, financieringsstromen, organisatie, uitvoering en informatiestromen heeft.
Onderschat schotten niet
De schotten hebben doorgaans geen al te beste reputatie, want ze zouden afstemming tussen wetten en ministeries, maar ook maatwerk en preventie in de weg staan.
Maar onderschat schotten niet, zegt Renske Kroeze van onderzoeks- en adviesbureau Andersson Elffers Felix: ‘Schotten helpen om het overzicht te bewaren en om de miljardenkosten enigszins beheersbaar te houden. Het systeem werkt voor pakweg 95 procent van de mensen in ons land effectief en efficiënt.’ En die andere 5 procent? ‘Daar kunnen schotten inderdaad verbinding tussen organisaties en professionals in de weg staan,’ zegt Kroeze. ‘Vandaar ons onderzoek.’
Domeinoverstijgend
Dat onderzoek is zeer recent verschenen en luistert naar de naam ‘Van schotten naar verbinding’. Kroeze en haar collega’s onderzochten 6 initiatieven die een brug slaan tussen verschillende wetten en schotten, en waarbij er sprake is van financiering uit meerdere wetten. ‘Domeinoverstijgend’ heet dat dan, vertelt de onderzoekster: ‘Zulke initiatieven kunnen vooral nuttig zijn bij gezinnen met stapelingsproblematiek (zo voorkom je erger), bij mensen die de pech hebben dat ze met hun problematiek op overgangen tussen schotten zitten (ze hebben bijvoorbeeld zorg én welzijn nodig) en bij mensen met risico op bepaalde ziekten of aandoeningen (door preventieve hulp te bieden).’
Schotten helpen om het overzicht te bewaren en om de miljardenkosten enigszins beheersbaar te houden. Maar schotten kunnen ook tussen organisaties en professionals in de weg staan, vandaar ons onderzoek
Preventieve en lichte ondersteuning
Tijd om concreet te worden en er één initiatief uit te lichten. In het dorp Hollandscheveld (gemeente Hoogeveen) organiseert een dorpsregisseur maatwerkondersteuning voor kwetsbare oudere bewoners door informele en formele zorg te combineren. Hierdoor kunnen deze inwoners langer zelfstandig thuis blijven wonen. Ook wordt hiermee het beroep op de Wlz uitgesteld of voorkomen. Renske Kroeze: ‘In dit voorbeeld gaat het expliciet om preventie, op basis van het gegeven dat je geld bespaart in de Wlz als mensen langer thuis kunnen blijven wonen. De Zvw en de Wlz geven weinig ruimte voor zorgverzekeraars en zorgkantoren om te investeren in preventie, terwijl de baten wel bij hen terechtkomen. In Hollandscheveld is er een tijd lang geïnvesteerd vanuit de Wmo, en is dit nu ondervangen doordat VWS bijdraagt aan de werkwijze via een Specifieke Uitkering (SPUK DOS). In de toekomst ontvangen zorgkantoren geld vanuit de Wet DOS dat zij kunnen inzetten voor dergelijke preventieve werkwijzen. Dit is dus zo’n voorbeeld dat over domeinen heen gaat, dat werkt voor bewoners en waar na een tijd een structurele financiële oplossing voor is gevonden.’
Succesfactor: de relatie
Wat zijn de succesfactoren voor het opstarten van initiatieven met ontschotte financiering? Wie ze doorneemt, komt termen tegen als ‘gezamenlijke visie’ en ‘samenwerking’, ‘partnerschap’ en ‘gedeeld eigenaarschap’, ‘vertrouwen onderling’ en ‘gezamenlijke verantwoordelijkheid’. Succes zit ‘m dus vooral in de relatie? ‘Ja, enorm,’ bevestigt Renske Kroeze. ‘Alle betrokken partijen nemen een beetje risico, zowel financieel als qua tijdsinvestering. Dus moet je zeker weten dat je het over hetzelfde hebt, want je gaat een langdurige en intensieve relatie met elkaar aan. En daar komt dan meestal ook nog de factor geld bij kijken. Zo wordt het natuurlijk vanzelf spannend. Daarom is de onderlinge verstandhouding tussen betrokken partners een cruciale factor voor succes.’
Belemmerende factor: hoge transactiekosten
De belangrijkste belemmerende factor die de onderzoekers noemen, is ‘hoge transactiekosten in het starten van nieuwe initiatieven’. Kroeze: ‘Daarmee bedoelen we vooral dat het heel veel tijd kost om een nieuw initiatief bekostigd te krijgen. Als het iets doet wat ook maar een béétje tussen domeinen in zit, dan moet je eerst werken aan onderling vertrouwen en daarna aan de financiering, waarbij er geen gebaand pad is dat je kunt volgen. Informatie over passende manieren van financieren is lastig te vinden, waardoor initiatiefnemers veel loketten afgaan en vaak te horen krijgen: “Mooi initiatief, maar wij zijn daar niet van” of ze noemen criteria waaraan je onmogelijk kunt voldoen. Het vergt dus een lange adem.’
Hoop op 2 bewegingen
Wat dreef Renske Kroeze om dit onderzoek te doen? ‘Het gaat om initiatieven van mensen die heel goed bezig zijn, die op de bres gaan staan om het anders te doen, die soms wat risico durven nemen en die ook best vaak weerstand tegenkomen. Ik vind het mooi dat wij hen met onze bevindingen een hart onder de riem kunnen steken en hopelijk ook breder bewustzijn creëren over wat er helpt en wat dit soort initiatieven belemmert.’
Concreet hoopt Kroeze dat het onderzoek helpt om 2 bewegingen op gang te brengen. Ten eerste dat het bestaande en startende initiatieven inspireert om te lezen wat anderen doen, wat daarin werkt en wat juist niet. ‘Dus dat ze wat minder zelf het wiel hoeven uit te vinden. We hebben dan ook met opzet contactgegevens opgenomen, zodat mensen elkaar kunnen bellen.’ Naast deze ‘bottom-upbeweging’ hoopt Kroeze ook op een ‘top-downbeweging’, namelijk dat het Rijk (met name de ministeries van VWS en SZW) als opdrachtgever van het onderzoek én als stelselverantwoordelijke gaat helpen om de verbindende beweging zo makkelijk mogelijk te maken. ‘En dan niet door nieuwe dingen op te tuigen, maar juist door dingen te versimpelen en keuzes te maken.’
Meer lezen over de uitkomsten van het onderzoek?
Het onderzoek van AEF is inmiddels afgerond. De uitkomsten zijn gebundeld in het rapport ‘Van schotten naar verbinding – ontschotte financiering in en rondom het sociaal domein’ .In dit rapport is een lijst met 54 goede domeinoverstijgende praktijken opgenomen, waarvan er 6 concreet zijn uitgewerkt.
Onderzoek naar ontschotte financiering
Omdat het ‘ontschotten’ van financiering of bekostiging kan leiden tot betere of doelmatigere zorg en ondersteuning, heeft Andersson Elffers Felix (AEF) in opdracht van ZonMw onderzoek gedaan naar goede praktijken in het ontschotten van financiering in en rondom het sociaal domein.
ZonMw heeft deze opdracht uitgevoerd op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).