Interview Nathalie Labrouche

De interviews uit deze reeks zijn afgenomen bij de 4 gehonoreerde projecten uit de subsidieronde: Doorontwikkelen van reablement voor thuiswonende ouderen. De ‘pilots’ waar in de interviews over wordt gesproken zijn uitgevoerd zonder ondersteuning van ZonMw. Met subsidie van ZonMw werken de 4 projecten aan de doorontwikkeling van hun pilots.
Bij Zorggroep Cicero in Zuid-Limburg begonnen ze al jaren geleden na te denken over nieuwe manieren van ouderenzorg, zodat ouderen met ruggensteun langer zelf dingen kunnen doen. ‘We hadden een compact medisch-paramedisch traject daarvoor’, vertelt Nathalie Labrouche, directeur innovatie en organisatieontwikkeling. ‘Maar de financieringsstructuur voor ons traject, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), verdween. Twee jaar geleden zijn we begonnen een dergelijke interventie opnieuw op te zetten in een kleine pilot, vertaald naar de stand van vandaag.’
Voor die vernieuwde interventie putte Cicero onder meer uit de rapporten over reablement in Scandinavië en Nieuw-Zeeland. ‘De Universiteit van Maastricht startte in die periode met een onderzoeksprogamma over reablement. Eén van de promovendi werkt bij Cicero. Binnen Cicero is toen een reablementprogramma uitgewerkt voor ouderen met een zorgvraag en thuisblijfwens. De thuiszorg werkt daarin samen met een multidisciplinair Cicero-team van specialist ouderengeneeskunde, fysio- en ergotherapeut, psycholoog en gedragsdeskundige. Met het zorgkantoor hebben we afspraken gemaakt over de vergoeding van de projectkosten, zodat we probeerruimte hebben. De zorgkosten worden vergoed vanuit bestaande financieringen.’
Verschil zit in verbinding
‘Het programma ‘Langer thuis, van wens naar werkelijkheid’ is een programma op maat, zodat mensen de dingen kunnen doen die zij zelf willen. Het verschil met het ‘oude’ AWBZ-traject zit hem in de integrale benadering: het extramurale behandelteam van Cicero geeft samen met wijkverpleegkundigen en onafhankelijke casemanagers dementie invulling aan het programma.
Er is nog iets dat wezenlijk anders is dan een aantal jaar geleden, vertelt Labrouche. ‘We zijn lang gewend geweest om ons alleen op de cliënt te richten en minder op de naaste en/of mantelzorger. Nu gaan we, als dat kan, heel expliciet het gesprek aan met de mantelzorger en hebben we oog voor zijn of haar situatie. We laten cliënt en mantelzorger nadenken over wie nog meer kan helpen als de mantelzorg even wegvalt. Want dat is het moment waarop crisissen ontstaan.’

We laten cliënt en mantelzorger nadenken over wie nog meer kan helpen als de mantelzorg even wegvalt. Want dat is het moment waarop crisissen ontstaan.
Gesterkt om langer thuis te wonen
En het werkt. ‘Mensen die aan de pilot meededen en het programma hebben doorlopen, geven aan dat ze zich gesterkt voelen om langer thuis te wonen. Ze zijn blij dat ze weten wat ze zelf kunnen doen en hoe ze dat kunnen doen. En de mantelzorger weet wanneer hij of zij aan de bel moet trekken. De professionals krijgen energie van zulke uitkomsten. Voor hen is het prettig om op casusniveau intensief samen te werken. Dat moet dan wel volgens een vastgesteld stramien gebeuren, anders is het inefficiënt en te duur. Verder is het soms wennen voor de professionals. Het is per cliënt zoeken wie de natuurlijke regisseur is. Ze moeten met elkaar leren wie wanneer een pas naar voren doet en wanneer een pas terug. Maar als ze dat te pakken hebben, dan vinden ze het heel prettig.’
De multidisciplinaire samenwerking is cruciaal in reablement, vindt Labrouche. ‘Het gaat niet om overdragen naar elkaar, maar samen kijken naar de wens van de oudere. Dan kunnen professionals beter hun rol pakken. Reablement is voor ons een beweging en een mindset, niet alleen van professionals maar ook van ouderen zelf. Het gaat over verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gezondheid, en die verantwoordelijkheid kun je nooit ergens anders neerleggen. Dat is voor ons het idee van het reablement-programma. Professionals én ouderen investeren in gemoedsrust, structuur en lichamelijk comfort.
Reablement gaat over verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gezondheid, en die verantwoordelijkheid kun je nooit ergens anders neerleggen.
Focus op bedrijfseconomische slag
De multidisciplinaire aanpak is nog wel een puzzel in de uitvoering. ‘We hebben een goed prototype. Maar, om dat prototype breed beschikbaar te maken, is doorontwikkeling nodig. In die doorontwikkeling leggen we allereerst focus op het bedrijfseconomische stuk. Wat kunnen we binnen dit stelsel doen om op te schalen naar een grotere groep cliënten? Reablement draait nu op voorinvestering van coördinatiekosten en van de kosten om bijvoorbeeld mantelzorgers te trainen in technologie. Deze kosten zijn niet declarabel en dat zou wel zo moeten zijn. Verder moeten we de connectie gaan maken met de Wmo.
Veel dingen komen in de zorg terecht waarvan je je kunt afvragen: is het wel zorg? Of is het welzijn?
Cicero zet dan ook voor het vervolg in op netwerkvorming met welzijnspartijen en gemeenten. ‘We zijn begonnen met netwerkbijeenkomsten en hebben al veel positieve reacties. Als je met elkaar redeneert vanuit reablement en positieve gezondheid, dan heb je een heel interessant gesprek. Dat gaat niet over wie wat betaalt, maar wat de cliënt nodig heeft. Het werkt als ieder zijn eigen expertise kan inbrengen. En wat je in het welzijnsdomein kunt bereiken, leidt tot minder zorgvraag. Daarom gaan we expliciet het gesprek aan. En ook gemeenteambetenaren moeten om de tafel met zorg- en welzijnspartijen. Als je elkaar beter leert kennen, snap je ook hoe je elkaar kunt aanvullen en ben je echt bezig voor cliënt en burger.’
Voorloper op maatschappelijk bewustzijn
Een ander doorontwikkelpunt is de verdieping van ‘Langer thuis, van wens naar werkelijkheid’. ‘We hebben nu een interventieprogramma met daarin ook aandacht voor de informele zorg. Maar, hoe geef je dat vorm? Dat is een uitdaging. Wij zien het programma als een voorloper op het maatschappelijk bewustzijn. We moeten meer voor elkaar zorgen. In de pilot zaten mensen met grote bereidheid weer zelfredzaam te worden en mantelzorgers die dat ondersteunen. Maar je kunt ook mensen treffen die dat niet zien zitten, die wel thuis willen blijven, maar vinden dat professionals dat mogelijk moeten maken. Hoe krijg je daar het goede gesprek mee?
Het is ingewikkeld in de praktijk. En tegelijk heel belangrijk. Met ons programma willen we bijdragen aan het maatschappelijk bewustzijn hierover. We hebben een doelgroep die we intramuraal niet kunnen opvangen, omdat we geen medewerkers hebben. Deze doelgroep moet op een andere manier bediend worden. En met de reablement-aanpak kunnen ze op een andere manier bediend worden.’
De doelgroep moet op een andere manier bediend worden. En met de reablement-aanpak kunnen ze op een andere manier bediend worden.
Een goede financiering is daarbij key, daar praat Cicero graag over mee. ‘We werken nu met tijdelijke financiering vanuit het zorgkantoor, er is geen bestendigheid. We moeten toe naar een domeinoverstijgende financiering voor trajecten voor ouderen.
Nog geen olievlek in de regio
Dat er nu nog geen goede financiering is, staat opschaling van het reablementprogramma ernstig in de weg. ‘We zijn niet gestopt na de eerste pilot. Cliënten die via huisartsen bij ons komen, blijven we helpen met dit programma, maar bedrijfseconomisch is dat niet vol te houden. Omdat reablement nog geen plek heeft in het zorglandschap, kunnen we alleen voorzichtig en op kleine schaal ermee verder. Onze medewerkers willen wel, het is voor hen een sport om ouderen te helpen weer zelfstandig te worden of te blijven. Maar verhoudt hun inzet zich tot de opbrengst?
Wanneer je de stroom die anders intramuraal opgenomen wordt, écht wilt ombuigen, dan moet dat passen in het bedrijfsmodel. Dat is nu nog niet zo. Daarom is reablement ook nog geen olievlek in de regio. We zijn wel met andere organisaties in gesprek, maar de vraag naar betaalbaarheid komt gauw boven. Als je die organisaties kunt laten zien dat je een programma hebt dat zichzelf kan bedruipen, kom je pas verder in de opschaling.’
Omdat reablement nog geen plek heeft in het zorglandschap, kunnen we alleen voorzichtig ermee verder.
Een uitdaging daarbij is de effectmeting, voegt Labrouche toe. ‘Want hoe lineair is de relatie tussen de interventie en het langer volhouden thuis? Dat is ingewikkeld, er zijn veel factoren die erop van invloed zijn. Hoe breng je effecten goed over de bühne, ook dat willen we verder onderzoeken.’
Maatschappelijke businesscase
Labrouche vindt de door ZonMw gefinancierde doorontwikkeling van reablement een enorme kans. ‘Met deels dezelfde en deels andere verdiepingspunten kunnen de vier doorontwikkelaars binnen het programma op zijn minst een maatschappelijke businesscase gaan opstellen. Dan weet je waar je het gesprek over moet voeren. En dat gaat niet alleen over het financiële gedeelte. Met het tekort aan personeel bij een toenemende zorgvraag heb je weinig stimulans nodig om dingen efficiënter te doen. Alle omstandigheden dwingen ons al in die richting. Maar dat is vaak niet de goede snaar. De crux zit voor ons bij het supporten van de mindset en de maatschappelijke transitie naar meer zorg voor elkaar. Dat gaat verder dan een interventieprogramma.’
De crux zit voor ons bij het supporten van de mindset en de maatschappelijke transitie naar meer zorg voor elkaar.
Gedragsverandering in de maatschappij is dan ook cruciaal. Ouderenzorg moet echt anders. In Denemarken is het zo: voor je als oudere een beroep doet op zorg, móet je een reablementtraject doen. Dat is een vorm van toegangsbewaking van de zorg die wat oplevert. En het grootste voordeel is voor ouderen zelf, die langer thuis kunnen blijven wonen en de dingen blijven doen die zij belangrijk vinden.’
Over het ZonMw-programma Reablement
Met het ZonMw-programma Reablement verkent ZonMw de (toekomstige) betekenis van de inzet van reablement bij thuiswonende ouderen in Nederland. Dit geldt zowel voor thuiswonende ouderen die een zorgvraag hebben, als voor ouderen die nog geen zorgvraag hebben. Het doel is om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van reablement en de kansen en uitdagingen voor een brede toepassing in Nederland.
De programmaresultaten zijn gericht op partijen die reablement in de praktijk (willen) brengen, zoals ouderen en hun naasten, zorg- en welzijnsprofessionals, huisartsen, burgerinitiatieven, gemeenten, zorgcoöperaties, beleidsmakers en financiers.
Het ZonMw-programma is opgezet in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en onderdeel van het beleidsprogramma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). Het programma geeft invulling aan de actielijn Samen vitaal oud worden. Deze actielijn richt zich op het ondersteunen van ouderen, zodat zij vitaal oud kunnen worden. Tegelijkertijd helpt WOZO de druk op de zorg te verlagen en de kosten beheersbaar te houden, zodat zorg duurzaam en toekomstbestendig blijft.
Colofon
Tekst: Astrid van den Berg
Beeld: Mijzo
Eindredactie: ZonMw