Hoe verminderen we opstapelende gezondheidsklachten?
Sinds anderhalf jaar praten 2 PhD-onderzoekers en een postdoc vrijwel dagelijks met bewoners in de wijken Moerwijk in Den Haag en De Stevenshof in Leiden. Ze drinken koffie met ze in het buurthuis en helpen mee met activiteiten. Participatief actieonderzoek dus om een band met hen op te bouwen. Voor het project Het tegengaan van syndemische kwetsbaarheid: een gemeenschapsaanpak gericht op veerkracht proberen ze te ontdekken welke gezondheidsproblemen hier spelen en bij wie.
De bedoeling is om uiteindelijk een methode te ontwikkelen die moet zorgen voor meer veerkracht in de wijken en bij mensen, vooral gezinnen en jongeren, in een lage sociaaleconomische positie. De methode moet de vraag beantwoorden wat te doen aan de opstapeling van gezondheidsklachten om uiteindelijk de gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen kleiner te maken.
Goede basis
Bekend is dat mensen in een lagere sociaaleconomische positie vaker met een slechtere gezondheid kampen. ‘Het ene gezondheidsprobleem leidt vaak tot het andere, waardoor je een opstapeling van aandoeningen en vaak ook allerlei sociale problemen krijgt,’ licht Matty Crone toe. Ze is hoogleraar gezondheidsbevordering aan de Universiteit Maastricht. Ze verbindt de zorg met preventie en is leider van dit project samen met Jet Bussemaker, voormalig politica en nu hoogleraar Wetenschap, beleid en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg aan de Universiteit Leiden. Het project is een samenwerking van de hogescholen in Den Haag en Leiden, het Leids Universitair Medisch Centrum, de gemeentes van beide steden, de GGD’s en verschillende welzijnsorganisaties.
Crone en haar collega’s hebben het onderzoek het Bloesemproject genoemd, met het idee dat als het goed gaat met de boom – het gezin en het kind – je allemaal mooie bloesems krijgt: kinderen die zich goed ontwikkelen en een goede toekomst tegemoet gaan. Maar daarvoor heb je allereerst een goede basis, goede wortels dus nodig, legt ze uit: goede huisvesting, onderwijs en voeding bijvoorbeeld en niet te veel stress en andere gezondheidsklachten natuurlijk. ‘We hopen door die wortels aan te pakken die verandering teweeg te brengen. Zodat we mensen in deze situatie echt steun kunnen bieden.’
Het ene gezondheidsprobleem leidt vaak tot het andere, waardoor je een opstapeling van aandoeningen en vaak ook allerlei sociale problemen krijgt
Stress en ongezonde leefstijl
In deze groep mensen, die vaak zowel een laag inkomen hebben als laagopgeleid zijn, komen vaker chronische aandoeningen voor, zoals diabetes, hart- en vaatziekten, weet Crone. ‘Maar ook mentale problemen zien we veel, zoals stress, angst en depressie. En klachten die samen gaan met gedrag, zoals roken, ongezond eten en weinig bewegen.’ Uit een eerder onderzoek in Katwijk bleek dat mensen met hartklachten of diabetes en daarnaast psychische problemen ook vaak last hadden van sociale problemen als werkloosheid, eenzaamheid en overgewicht.
Een stuk of 10 tot 15 bewoners en professionals uit de wijken in Den Haag en Leiden zijn als co-onderzoekers nauw betrokken bij dit project en krijgen daar ook een vergoeding voor. Op dit moment om actief mee te denken over de richting van het onderzoek, in een later stadium ook om onder ander andere bewoners te interviewen. ‘Van tevoren hadden we ideeën over hoe we het onderzoek wilden gaan doen,’ vertelt Crone. ‘Zo hadden we specifieke vragen bedacht.’
Maar door de gesprekken tijdens de eerste bijeenkomsten zagen ze al dat ze belangrijke vragen misten en dat het hier en toch wat anders moest gaan. Bijvoorbeeld dat het goed is om bewoners eerst een korte vragenlijst in te laten vullen, zodat ze beter weten waarover een interview gaat en waar ze aan deelnemen. ‘Dus dat is heel zinvol. Wij leren veel van de bewoners.’
Vertrouwen winnen
Wel kost het tijd om het vertrouwen van de bewoners te winnen en te behouden, heeft Crone gemerkt. Sinds het begin van het project in 2022 hebben al heel wat bijeenkomsten met de bewoners plaatsgevonden. ‘Zoals je hoort in de media is er veel wantrouwen naar instanties. Je moet daarom steeds goed met elkaar in gesprek blijven.’ Het onderwerp van dit onderzoek leeft in ieder geval. ‘Je hoort er veel over in het nieuws en in de afgelopen verkiezingen ging het natuurlijk ook steeds over bestaanszekerheid en -onzekerheid.’
De onderzoekers praten ook met mensen die in deze wijken werken: beleidsmakers en medewerkers van bijvoorbeeld de jeugdgezondheidszorg en welzijnsorganisaties. Al deze informatie koppelen ze aan data van het CBS en de huisartsen over de gezondheid van mensen in een lage sociaaleconomische positie. Het project maakt ook gebruik van de kennis en contacten uit bestaande samenwerkingen, zoals Gezond en Gelukkig in Den Haag en Wijzer in de Wijk en Stevenshof Vitaal in Leiden. Crone: ‘We weten inmiddels dat de meeste zorgen in beide wijken bij gezinnen en jongeren zitten, dus we hebben met elkaar besloten daar de focus op te leggen.’
De onderzoekers maken gebruik van een systeembenadering, dat ze een sociaalecologisch model noemen, vertelt Crone: ‘We kijken van verschillende kanten en op meerdere niveaus naar wat er speelt. Je hebt natuurlijk het gezin, de wijk, maar ook het beleid eromheen. Als je naar zo’n clustering van gezondheidsproblemen kijkt, moet je dan ook rekening houden met die complexiteit en de context waar dit plaatsvindt.’ Op die manier krijgen de onderzoekers een beter beeld van welke problemen bij wie spelen en welke structurele veranderingen in bijvoorbeeld beleid, regelgeving of samenwerking de situatie kan verbeteren.
Levensverwachting
De afgelopen decennia zijn al veel onderzoeken gedaan om de gezondheidsverschillen tussen verschillende groepen in de bevolking te verkleinen, maar toch zijn die helaas nog niet verkleind. Kan het geld dat voor dit onderzoek uitgetrokken wordt niet beter rechtstreeks naar de mensen gaan die het zo hard nodig hebben? Of gaat dit onderzoek wel wat verbeteren?
Crone begrijpt de kritiek: ‘Ook al is de levensverwachting over het algemeen wel gestegen, de zijn gezondheidsverschillen zijn niet verminderd en we moeten met elkaar nadenken hoe dat te veranderen.’ Een goed voorbeeld van hoe het beter kan is het project Gezond en Gelukkig Den Haag, waar dit project mee samenwerkt. Hier ligt de focus op de samenwerking tussen professionals uit het gezondheidsdomein en het sociaal domein om zo gezinnen met een opstapeling van gezondheidsproblemen en sociale problemen beter te ondersteunen. Het ontwikkelen van stevige sociale netwerken is daarin ook cruciaal, legt ze uit. Maar het kan ook gaan om zoiets als het creëren van een plek waarin jongeren uit deze gezinnen kunnen leren en creatief kunnen zijn.
Als je in een gezin leeft met een laag inkomen en veel problemen, dan heb je misschien geen tijd, energie en geld om naar de sportschool te gaan.
Sportschool en kookclub
In de laatste jaren zijn vooral individuele interventies gestimuleerd, heeft Crone gemerkt: dingen die je zelf kan doen om je gezondheid te verbeteren. Bijvoorbeeld stoppen met roken of meer gaan bewegen. ‘Maar met alleen individuele interventies gaan we de groep mensen met een stapeling van gezondheids- en sociale problemen niet bereiken. Als je in een gezin leeft met een laag inkomen en veel problemen, dan heb je misschien geen tijd, energie en geld om naar de sportschool te gaan.’
Daarnaast zegt ze ook: ‘Mensen willen daarbij zelf ook initiatieven nemen en denken daarbij vaak aan andere oplossingen dan de professionals.’ Liever een kookclub dan een stoppen met roken cursus bijvoorbeeld. ‘Het is belangrijk om daarnaar te luisteren.’
In de laatste fase van dit onderzoek, dat 4 jaar duurt, hopen de onderzoekers dus een ‘veerkracht-methode’ te ontwikkelen om de opstapeling van gezondheidsklachten te verminderen. De verschillende partners van dit onderzoek, inclusief de ervaringsdeskundigen, komen vervolgens bijeen in resiliency labs. Doel is om van elkaar te leren en samen structurele veranderingen te creëren, zodat uiteindelijk de basis binnen gezinnen verbetert en gezondheidsklachten minder gaan opstapelen.
NWA-programma Gezondheidsverschillen
Dit project is onderdeel van het NWA-programma Gezondheidsverschillen. In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voert NWO samen met ZonMw het onderzoeksprogramma van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA)
uit. Het doel van de NWA is om met kennis een positieve, structurele bijdrage te leveren aan de maatschappij van morgen, door vandaag bruggen te slaan en met elkaar voor wetenschappelijke doorbraken en maatschappelijke impact te zorgen. Hieraan wordt onder andere invulling gegeven via thematische programmering in samenwerking met overheden.
Colofon
- Tekst: Thessa Lageman
- Eindredactie: ZonMw