Een ketenaanpak is een proces, geen project
Zo besteedde GGD Brabant-Zuidoost de Impuls
Met de ketenaanpak valpreventie wil de overheid zorgen dat mensen zo lang mogelijk vitaal thuis kunnen blijven wonen. Het bijzondere aan deze keten is dat die bestaat uit organisaties in het gemeentelijk- én zorgdomein. Omdat GGD’en als taak hebben om gemeenten te adviseren en ondersteunen, zijn ook zij er nauw bij betrokken. ZonMw stelde een Impuls (ofwel voucher) ter beschikking aan GGD’en om hun advies- en ondersteuningsfunctie verder te verbeteren. ‘Als GGD Brabant-Zuidoost hebben we dit geld besteed aan het evalueren van het proces, dus aan het onderzoeken wat er nodig is om de ketenaanpak valpreventie succesvol in de regio in te voeren’, vertelt Amy Dieker, gezondheidsmakelaar en regionaal projectleider valpreventie. ‘Daarnaast deden we mee in een landelijk leernetwerk waarin lokale en regionale ervaringen worden gedeeld.’
Stroomschema
Hoe overzichtelijk kan een stroomschema zijn? Het stroomschema dat Veiligheid.nl ontwikkelde stelt de ‘ketenaanpak valpreventie ouderen’ zeer overzichtelijk voor: je spoort de mensen met verhoogd valrisico op, kijkt samen met de oudere naar valrisicofactoren, screent ze en geeft ze advies op maat, biedt interventies aan, waarna een structureel beweegaanbod volgt.
Samenwerking is kenmerkend
Mirjam Tuinhout (lokaal projectleider van de ketenaanpak valpreventie in de gemeente Eindhoven) omschrijft het genoemde stroomschema als ‘de basis voor de ketenaanpak’ en als ‘een heel fijn uitgangspunt’. Kenmerkend voor die ketenaanpak is dat het gemeentelijk domein (denk aan buurtsportcoaches) en het zorgdomein (zoals fysio’s en huisartsen) samenwerken. ‘En de wil om met elkaar samen te werken, die is er overal,’ ziet Amy Dieker, gezondheidsmakelaar en regionaal projectleider valpreventie. ‘Maar het zijn verschillende culturen. De gemeente kent soms lange besluitvorming, terwijl de fysiotherapeut -die in diezelfde gemeente klaarstaat om te gaan uitvoeren- denkt: “Waarom duurt dit allemaal zo lang?”’
Zorgen voor verbinding
De inwoner interesseert het stroomschema niet, die heeft vaak geen idee of hij een verhoogd valrisico heeft. De kunst, zegt Mirjam Tuinhout, is dan ook om te zorgen voor verbinding tussen de onderdelen van de keten én voor duidelijkheid richting de inwoner: ‘Pas dan gaat het vliegen.’
Amy Dieker: ‘Om die onderdelen bij elkaar te krijgen en begrip voor elkaar te krijgen: dat is wat het complex maakt. Een van de belangrijkste lessen die wij hebben geleerd, is dan ook dat het implementeren van een ketenaanpak valpreventie een proces is, geen project met een einddatum.’
Een van de belangrijkste lessen die wij hebben geleerd, is dan ook dat het implementeren van een ketenaanpak valpreventie een proces is, geen project met een einddatum.
Positief-kritische vragen
Een logische stap is om dat proces (het implementeren van een ketenaanpak valpreventie) zo goed mogelijk in beeld te brengen. Vandaar dat GGD Brabant-Zuidoost besloot om de Impuls van ZonMw vooral te besteden aan het monitoren en onderzoeken van het proces zelf. Dieker en Tuinhout overlegden bijvoorbeeld elke 3 weken met een onderzoeker van de GGD. ‘Wat zij deed, was vooral positief-kritische vragen stellen, ons uit de waan van alledag halen en weer terug laten keren naar waar de ketenaanpak voor bedoeld is: voorkomen dat ouderen vallen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de doelgroep van 65-plussers gebruik maakt van deze ketenaanpak? Waar wil je als gemeente en als regio dat ze relevante informatie kunnen vinden? Waar kunnen ze zich aanmelden? Wat zie je idealiter voor je? Dankzij dat terugkerende overleg hielden we steeds de essentiële voorwaarden in beeld voordat we concrete stappen richting de uitvoering gingen zetten.’
Regelmatig overleg
Een van de doelen in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) is om een preventie-infrastructuur te ontwikkelen waarin lokaal, regionaal en landelijk verbindingen gelegd worden. Brabant-Zuidoost gebruikte een deel van de ZonMw-Impuls voor dit doel. Zo had lokaal projectleider Tuinhout eens in de 2 weken overleg met de portefeuillehouder van de gemeente Eindhoven, en Dieker elke 2 weken met (een afvaardiging van) de 15 regiogemeenten. En vervolgens zaten de lokale en de regionale projectleider regelmatig bij elkaar. ‘Waar ik in Eindhoven – dus lokaal – tegenaan liep, is dat regionale randvoorwaarden heel essentieel zijn,’ vertelt Mirjam Tuinhout. Amy Dieker: ‘Mirjam gaf mij input om regionaal of zelfs landelijk knelpunten te bespreken en ervaringen uit de lokale praktijk te delen. Daarnaast hebben we zowel regionaal als lokaal nauwe en structurele afstemming met ketenpartners. Samen met hen geven we de ketenaanpak vorm. Ook inwoners zijn betrokken via bijvoorbeeld lokale ouderenorganisaties en meedenksessies.’
Knelpunt bij de valanalyse
Amy Dieker illustreert het belang van regionaal én landelijk overleg met een voorbeeld. ‘Op een gegeven moment ontstond er in de praktijk een knelpunt bij één onderdeel van de ketenaanpak valpreventie, namelijk de valanalyse. Dat is een instrument om iemands valrisico gedetailleerder in kaart te brengen. Zorgverzekeraars kopen dit alleen in bij huisartsen, terwijl huisartsen in een landelijke verklaring hebben aangegeven dit niet uit te voeren omdat zij hierin geen primaire taak zien. Dat betekent dat inwoners met een hoog valrisico niet de passende interventie geboden kan worden. Dat is niet alleen onwenselijk voor inwoners, maar ook alle lokale praktijken hadden hier last van, want de keten kon niet in zijn geheel uitgevoerd worden. Vervolgens hebben we zowel regionaal als landelijk naar oplossingen gezocht. Helaas is dit knelpunt nog niet opgelost, maar het feit dat alle betrokken stakeholders hierin samen zoeken naar een werkbare situatie, is een belangrijke stap. Dit is nou typisch zo’n voorbeeld van een onderwerp dat je graag op een ander niveau wilt bespreken dan lokaal.’
Het toverwoord bij dit alles is ‘verbinding’, benadrukken Dieker en Tuinhout nogmaals. ‘Samenwerking dwars door gemeentelijke- en zorgdomeinen heen staat nog in de kinderschoenen en is een proces van de lange adem. Dankzij de Impuls van ZonMw hebben we dat proces van implementatie nauwlettend kunnen monitoren en onze lessen kunnen delen op regionaal en landelijk niveau.’
Dankzij de Impuls van ZonMw hebben we dat proces van implementatie nauwlettend kunnen monitoren en onze lessen kunnen delen op regionaal en landelijk niveau.’
Landelijk leernetwerk
Het landelijk overleg vond plaats in het landelijk leernetwerk van GGD’en. Dat kwam gemiddeld eens in de 2 maanden samen. ‘Als GGD’en doorlopen wij met de ketenaanpakken allemaal een vergelijkbaar proces, ook al is dat per regio anders ingeregeld,’ vertelt Dieker. ‘Tijdens de bijeenkomsten van het landelijk leernetwerk bespraken we alle 5 de ketenaanpakken waarover we als GGD gemeenten ondersteunen en adviseren. Die bijeenkomsten waren heel nuttig: we konden onze kennis op peil houden en daardoor gemeenten zo goed mogelijk adviseren en ondersteunen. We zijn blij dat het landelijk leernetwerk nu voortgezet, omdat we het als GGD’en als een grote meerwaarde ervaren.’
Colofon
Tekst: Stan Verhaag
Eindredactie: ZonMw