E-health werpt vruchten af bij kinderen, jongeren en volwassenen met centraal neurologisch letsel
Waarom heeft Adelante SET-subsidie aangevraagd?
Margeet: “Tijdens de eerste coronalockdown in 2020 hebben we het online oefenportaal van Telerevalidatie.nl aangeschaft en versneld geïmplementeerd. Alle poliklinische behandelingen waren stopgezet en zo konden we onze patiënten ten minste iets bieden.
Vervolgens hebben we gekeken wat het online oefenportaal ons op langere termijn kan bieden. Hoe kunnen we het inzetten zodat het van meerwaarde is in de reguliere zorg? Datzelfde geldt voor beeldbellen. Beiden wilden we graag opschalen. We hebben de applicaties beter ingericht, met eigen behandelprogramma’s en gekeken naar wat we moesten aanpassen in onze eigen werkprocessen om het goed te implementeren.”
Joke Verlinden
Margreet Meems
Hoe zetten jullie de e-health toepassingen in?
Margreet: “We bieden blended care aan: een combinatie van fysiek en digitaal zorgaanbod. Een deel van de therapiesessies kan via beeldbellen en het online oefenportaal gaan. Dat verschilt per discipline. Fysiotherapeuten zien mensen vaker fysiek, maar ondersteunen het revalideren met een online oefenprogramma. Logopedisten en ergotherapeuten, maar ook de diëtiste, maken eenvoudig naar behoefte en belastbaarheid gebruik van beeldbellen en informatiedeling online. Enkel fysieke afspraken blijven natuurlijk bestaan voor mensen die niet digitaal vaardig zijn, of de middelen of cognitieve mogelijkheden niet hebben.
In het oefenportaal kunnen patiënten oefeningen doen, maar ook informatie vinden en lijsten invullen over wat ze doen op een dag. Deze informatie kan de behandelaar weer gebruiken tijdens de therapie, bijvoorbeeld in het kader van belasting en belastbaarheid van de patiënt. Ze kunnen hun behandelaar ook berichten sturen. De behandelaar krijgt daar dan een melding van en kan via het dossier van de patiënt het bericht openen, dat werkt heel handig."
In 2020 maakten ongeveer 300 patiënten gebruik van één of beide e-health toepassingen. Hoe gaat het nu?
Margreet: “Steeds meer patiënten die we dit aanbieden maken er gebruik van. We hebben nu ruim 700 patiënten in het oefenportaal. Dat is een cumulatief aantal van de afgelopen drie jaar, dus sommige zijn al een paar jaar geleden begonnen en sommige zijn er nog maar net bij. En ongeveer 60 procent van onze cliënten en ouders maakt gebruik van beeldbellen op enig moment in hun behandeltraject. Dat komt neer op ongeveer 1800 cliënten in 2022.
Uit onze metingen van de gebruikerstevredenheid blijkt dat patiënten het oefenportaal als heel toegankelijk ervaren. Ze kunnen gewoon via de app op hun telefoon oefenen in hun eigen vertrouwde omgeving en wanneer het hen uitkomt. Dat bevalt goed. Ook beeldbellen vinden ze fijn omdat ze dan geen reistijd hebben. Voor sommige patiënten is het namelijk heel vermoeiend om iedere keer naar de instelling te komen. Ouders in de kinderrevalidatie kunnen overleggen nu online bijwonen, waardoor ze niet meer een halve dag vrij hoeven te nemen.”
Joke: “Ik ben meer dan tevreden met de ontwikkeling die hierin zit. Vooral bij de post-COVID mensen wordt echt veel gebruik gemaakt van deze digitale zorg. Zij zijn namelijk minder belastbaar en vinden het fijn dat ze niet iedere keer naar de afdeling hoeven te komen. Ik merk ook dat doordat mensen er thuis mee bezig zijn familieleden meer betrokken worden.”
Patiënten kunnen gewoon via de app op hun telefoon oefenen in hun eigen vertrouwde omgeving en wanneer het hen uitkomt. Dat bevalt heel goed.
Welke winsten worden er behaald?
Margreet: “Ons doel is dat onze zorgverleners hiermee een gelijke of zelfs betere kwaliteit van zorg kunnen leveren. We merken dat door de inzet van beeldbellen het plannen flexibeler wordt. Als de patiënt niet lekker is of beperkte tijd heeft, of de zorgverlener met een gebroken been thuis zit en eerder natuurlijk met de quarantaines dan is het toch mogelijk om sommige afspraken door te laten gaan en te weten hoe het gaat en wat thuis gedaan kan worden.
Uit onze meting bleek dat veel zorgverleners bang waren dat ze door deze toepassingen meer achter de computer zouden moeten gaan zitten. Dit zou hun werkplezier waarschijnlijk negatief beïnvloeden. Als je dit soort toepassingen goed en duurzaam invoert, hoeven medewerkers juist niet meer digitaal te werken. Je houdt namelijk meer tijd over om als zorgverlener echt jouw expertise in te kunnen zetten.”
Joke: “Daar kan ik wel een voorbeeld van kan geven. Als fysiotherapeut tekenden wij vaak huiswerkoefeningen. Nu zetten we een videobestand in het oefenportaal, waarop de patiënt de oefening uitvoert. Dit is zo gebeurd en maakt de interactie met patiënten doeltreffend en prettig. Zo’n filmpje stimuleert het oefenen thuis ook, dus voegt echt iets toe.”
Voorheen tekenden wij als fysiotherapeut huiswerkoefeningen, nu zetten we een videobestand in het oefenportaal.
Hoe motiveer je medewerkers om de toepassing te gebruiken?
Joke: “De medewerkers van de ene locatie zijn er sneller mee dan de andere, maar iedereen beweegt dezelfde richting op. Er zijn altijd mensen die voorop lopen bij vernieuwingen en mensen die wat meer geholpen moeten worden. Daarom hebben we ambassadeurs ingesteld. Het delen van kleine succesjes is daarbij heel belangrijk.”
Margreet: “De medewerkers de zorgtoepassingen zelf laten ervaren ook. Dus niet alleen dingen laten zien, maar ze er zelf mee aan de slag laten gaan. Laat ze in het oefenportaal dingen proberen, met een testcliënt bijvoorbeeld, zonder dat er iets fout kan gaan. Het fijne van de subsidie is dat we de financiële ruimte hadden. Maar je moet er ook tijd voor maken.”
Joke: “Dat hebben we praktisch aangepakt: als een patiënt afbelde, gebruiken we die tijd om de e-learning bij de therapeut in te plannen. En dan krijg je als behandelaar goed op je netvlies wat er allemaal mogelijk is.
De medewerkers meekrijgen is nog steeds een lopend proces, waar we aan blijven werken. Wat helpt is dat als een patiënt bijvoorbeeld eerst bij een fysiotherapeut komt die met het oefenportaal werkt en daarna bij een andere behandelaar, die collega dat dan te zien krijgt in het dossier. Die collega wordt dan eenvoudig gestimuleerd om ook met blended care door te gaan.”
Wat was moeilijk tijdens dit project?
Joke: “We hadden wel wat opstartperikelen, wat denk ik normaal is, zeker in de coronatijd. Het inloggen was aanvankelijk wat moeilijk, waardoor sommige patiënten afhaakten. Nu kunnen ze via gezichtsherkenning of met een vingerafdruk inloggen.”
Waar zijn jullie uiteindelijk het meest trots op?
Margreet: “Hoe flexibel we met tegenslagen om zijn gegaan en over de metingen die we gedaan hebben. Onze medewerkers vroegen zich van tevoren af of onze patiënten wel behoefte hadden aan deze digitale vorm van zorg en of ze wel digivaardig genoeg zijn. We hebben een behoeftepeiling gedaan onder de patiënten en hun digitale vaardigheden gemeten met de Quickscan digitale vaardigheden van Pharos.
82% had duidelijk de behoefte aan e-health, in combinatie met fysieke zorg. 80 procent bleek digitaal vaardig te zijn of kan met hulp digitale middelen in de zorg gebruiken. De aanname was dat de meeste mensen dat niet kunnen, zeker omdat dit project zich richt op mensen met neurologische aandoeningen. Natuurlijk is er een groepje die niet digitaal vaardig genoeg is of er geen behoefte aan heeft, al blijkt dat dus reuze mee te vallen.”
Joke: “We kunnen dit van bovenaf allemaal bedenken, maar op de werkvloer moet het uitgevoerd worden. Ik merk dat collega’s ervaren dat deze vorm van zorg een toegevoegde waarde heeft. En dat patiënten de extra mogelijkheden zien. Daar ben ik trots op. Want het vraagt wel om enige gedragsverandering.”
Uit onze behoeftepeiling bleek dat 82% van de patiënten duidelijk behoefte aan e-health had en 80% bleek digitaal vaardig te zijn.
Hoe bevalt het ondersteuningsprogramma SET-up van VitaValley als leernetwerk?
Margreet: “Zeker in het begin waren er veel informatieve workshops en webinars. Het was ook een laagdrempelige manier om in contact te komen met andere zorginstellingen met deze subsidie. Je kunt veel van elkaar leren, maar er zijn ook wel veel verschillen. VitaValley heeft ons ook geholpen een workshop voor het managementteam te organiseren over het belang van e-health toepassingen en daar hebben we veel aan gehad.”
Welke tips heb je voor andere zorgorganisaties?
Joke: “Begin er gewoon mee. Het is belangrijk om afspraken te maken over welke patiënten wel en niet in aanmerking komen en om te weten wie van de behandelaren de early adopters zijn.”
Margreet: “Niet alle teams en disciplines hoeven op hetzelfde moment even ver zijn. Degenen die meer voorop lopen, kunnen duidelijk maken wat de voordelen zijn. Maar ook dat dit nodig is vanwege de uitdagingen waar we met z'n allen voor staan om de zorg toegankelijk, betaalbaar en van hoge kwaliteit te houden. En dat het niet betekent dat je de patiënten tekort doet. Anderzijds hebben patiënten ook zelf behoefte aan digitale middelen in de zorg. Ze vragen bijvoorbeeld of een afspraak via beeldbellen kan.
De doorlopende evaluatie tijdens dit project doen we via actieonderzoek: we bekijken de gebruikers- en gebruiksvriendelijkheid van het oefenportaal en beeldbellen bij patiënten en bij medewerkers. Dat kan ik ook van harte aanbevelen. Dus je gaat iets doen, je evalueert het en stelt het bij waar mogelijk door vragen en suggesties meteen op te pakken. Je loopt eens in de drie, vier maanden een kwaliteitscyclus door en meet de gebruikerstevredenheid. Dus zo blijf je doorlopend verbeteren.
Ambassadeurs inzetten en kleine succesjes delen is belangrijk en maakt echt het verschil.
Tips op een rijtje
- Blijf evalueren gedurende het project, pak vragen en suggesties meteen op en stel bij indien nodig.
- Maak afspraken over welke patiënten wel en niet in aanmerking komen en achterhaal wie van de behandelaren de early adopters zijn. Zij kunnen de voordelen duidelijk maken.
- Stel ambassadeurs aan die collega’s kunnen enthousiasmeren en meenemen.
- Vier de kleine succesjes.
- Vertel over de noodzaak vanwege de uitdagingen om de zorg toegankelijk, betaalbaar en van hoge kwaliteit te houden. En dat het niet betekent dat je de patiënten tekort doet.
- Laat medewerkers de zorgtoepassingen zelf ervaren. Laat ze dingen proberen met een testcliënt bijvoorbeeld, zonder dat er iets fout kan gaan.