'De zorg veranderen kan erg uitdagend zijn'
Onderzoekslijn Nurses on the move
Als er iemand is die kansen ziet om de zorg voor bewoners in verpleeghuizen met behulp van onderzoek te verbeteren, is het Jan Hamers. De afgelopen 6 jaar was hij projectleider van de onderzoekslijn Nurses on the move. Daarin kwamen niet alleen verpleegkundigen en verzorgenden in beweging, maar ook bewoners.
Zelf smeren
Een deelproject van Nurses on the Move was hoe je de zelfredzaamheid versterkt van bewoners in verpleeghuizen. Want zorgmedewerkers nemen alles al snel van hen over. Het gaat bijvoorbeeld vaak sneller om iemand per rolstoel van A naar B te brengen. Maar voor een bewoner is het juist belangrijk om zoveel mogelijk zelf te kunnen blijven doen.’
In 2 Limburgse zorgorganisaties bedachten verpleegkundigen en verzorgenden een andere manier om het ontbijt te organiseren. Dat werd niet langer ’s ochtends efficiënt klaargezet, maar er kwamen gedekte tafels. Bewoners kozen hun beleg en smeerden hun boterhammen zelf. Inderdaad: dat gaat niet zo snel. 'Op kleine symposia die we organiseerden voor andere zorgorganisaties, vertelden de verzorgenden trots over wat ze hadden gedaan. 'Hoe dan?', vroegen hun collega’s. 'Wat als de fysiotherapeut om 9.00 uur langskomt, of de ouderengeneeskundige?' 'Die is dan niet welkom', was het antwoord. 'Kan je dat zeggen?' Monden vielen open. Want ja, dat kan je zeggen.'
Op sleeptouw
Hoe kun je kennis uit bestaand onderzoek in de praktijk brengen? Die vraag vormde een tweede poot van de onderzoekslijn. 'Verpleegkundigen en verzorgenden hebben vaak het idee dat ze dingen goed doen, maar dat is niet altijd zo', legt hij uit. 'Een voorbeeld: bij het inschatten van pijn is het erg belangrijk om op de juiste signalen te letten. Uit onderzoek zijn andere signalen bekend dan die waar verpleegkundigen meestal op letten. Professionals moeten op de hoogte zijn van actuele inzichten, zodat ze – net als medisch specialisten – mensen op de beste manier behandelen. We hebben een methode ontwikkeld waarin HBO-verpleegkundigen hun teamgenoten op sleeptouw nemen. Samen inventariseren ze welke problemen er zijn in de dagelijkse praktijk van de zorg, ze verzamelen meningen en feiten daarover en werken uit hoe het beter kan. We hebben daarvoor een hulpmiddelenbox ontwikkeld, die bijvoorbeeld teamleiders helpen om aan de slag te gaan.’
Hot item
En dan was er de hamvraag welke relatie er bestaat tussen méér handen aan het bed en de kwaliteit van zorg in verpleeghuizen? Een hot item, zeker sinds het manifest van Hugo Borst en Karin Gaemers en het advies van het Nederlands Zorginstituut dat er veel meer geld naar de verpleeghuiszorg moet. 'Al in 2010-2011, toen we de onderzoekslijn bedacht hebben, zagen wij dat het nodig was de kwaliteit te verbeteren', zegt Jan Hamers. 'Maar hoe doe je dat? We hebben onder andere 180 studies wereldwijd vergeleken en op basis daarvan zelf nieuwe studies uitgevoerd: méér personeel blijkt niet de oplossing, is onze conclusie. Er is nu extra geld voor de verpleeghuiszorg en de vraag is hoe je daarmee de kwaliteit wél verhoogt. Wij denken dat daarvoor een mix aan maatregelen nodig is.'
Warmere overgang
Jan Hamers denkt dat je gebruik van technologie moet combineren met het anders inzetten van vrijwilligers, samenwerking met mantelzorgers en het aanstellen van meer hoger opgeleide medewerkers in de verpleeghuiszorg. 'In de thuiszorg zetten we terecht fors in op HBO-opgeleide wijkverpleegkundigen. Sommige ouderen hebben echter zo’n complexe zorg nodig dat ze naar een verpleeghuis moeten; daar vinden we zorgverlening door verzorgenden van niveau 2 en 3 voldoende, terwijl de bewoners veel zwaardere zorg behoeven. In aanvulling op het belangrijke werk van verzorgenden, hebben hoger opgeleide medewerkers andere competenties, die óók nodig zijn. Als je bijvoorbeeld HBO-verpleegkundigen invliegt, of wijkverpleegkundigen, dan kun je gerichter aandacht gaan besteden aan de sociale kaart, diagnostiek, contact met de familie, coachen van collega’s en het aanzwengelen van projecten om de zorg te verbeteren. Ik kan me ook duo-functies voorstellen van verpleegkundigen die zowel in verpleeghuizen als in de wijk werken. Het zijn voorbeelden van bouwstenen die een warmere overgang van thuis naar zorginstelling kunnen bewerkstelligen. En verder hebben we concrete aanbevelingen gedaan over hoe je technologie kunt gebruiken om de zelfredzaamheid van mensen zo lang mogelijk te behouden.'
Met een onlangs net toegekende Horizon 2020 grant gaat Jan Hamers dergelijke mogelijkheden in internationaal verband onderzoeken.
Wiel uitvinden
Jan Hamers hamert op het belang van praktijkgericht onderzoek, om onterechte denkbeelden onderuit te halen. 'In de Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg werken we structureel samen met zorginstellingen, mbo, hogeschool en universiteit om de zorg te verbeteren. Daar zijn allerlei medewerkers bij betrokken. We merken in die projecten vaak dat het heel uitdagend kan zijn om de zorg te veranderen. Succesvolle projecten voeren we in binnen de verpleeghuizen waar ze gestart zijn. De kunst is vervolgens om het te verbreden binnen en buiten de regio. Om te zorgen dat het wiel niet steeds opnieuw wordt uitgevonden, vind ik het belangrijk dat beroepsverenigingen kennis verspreiden onder hun achterban. Maar de uiteindelijke verandering ligt bij bestuurders en professionals: het moet op de werkvloer gebeuren!'
Over Jan Hamers
Jan Hamers is hoogleraar Ouderenzorg aan de Universiteit Maastricht. Na zijn opleiding tot HBO-verpleegkundige studeerde hij Gezondheidswetenschappen in Maastricht. In 1995 promoveerde hij op onderzoek naar postoperatieve pijn bij kinderen. Jan Hamers is oprichter en voorzitter van de Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, waarin vele Limburgse onderwijs- en zorginstellingen samenwerken. Tevens is hij onder meer visiting professor aan de University of Leeds (UK), voorzitter van het Wetenschappelijk College Verplegingswetenschap i.o. en voorzitter van de Raad van Toezicht van Meander Groep Zuid-Limburg.
Colofon
Tekst: Angela Rijnen
Animatie: HaafVisual
Eindredactie: ZonMw