Wat is de waarde van de bundeling van onderzoek in één keten? In translationeel onderzoek komen vele disciplines bij elkaar, basaal biomedische, diergeneeskundige, preklinische en klinische, epidemiologie, economie en ethiek. Welke toegevoegde waarde heeft dat als we bijvoorbeeld naar stamcelonderzoek kijken?
Waarden in één verband onderzocht
De keten van translationeel onderzoek kent verschillende waarden die niet onder één noemer zijn te brengen. De waarde van fundamenteel onderzoek kan nieuw inzicht op moleculair niveau zijn en de waarde van een geneesmiddel de effectiviteit bij herstel van een ziekte. De verschillende waarden kunnen met elkaar in conflict zijn of op korte en lange termijn sterk verschillen. De waarde van translationeel onderzoek is wat mij betreft dat al deze waarden van wetenschappelijk onderzoek van “benchside” naar “bedside” en samenleving in één verband worden onderzocht.
Dogma’s loslaten leidt tot samenhang
Sommigen twijfelen eraan of al die waarden wel in één perspectief kunnen of moeten worden geplaatst. Theoretische modelvorming hoeft geen direct nut voor de samenleving te hebben, terwijl omgekeerd een probaat middel weinig theoretische waarde behoeft. De kracht van translationeel onderzoek is echter dat wordt nagegaan welke samenhang er in de keten ligt, welke kennis of techniek nog ontbreekt en welke obstakels er zijn voor een wetenschappelijk verantwoorde koppeling. Dogmatisch vasthouden aan het onderscheid tussen laboratorium en kliniek leidt gemakkelijk tot misvattingen en misplaatste maatschappelijke verwachtingen. Ook is het dogma slecht houdbaar.
De foto 51 die Rosalind Franklin in 1952 liet maken, had als theoretisch gevolg dat Watson en Crick de dubbele helix als model voor DNA konden bedenken. Een model dat vijfentwintig jaar later door Sanger werd geoperationaliseerd in de PCR test die thans voor het opsporen van COVID besmettingen cruciaal is. Omgekeerd heeft de bestudering van warmte in stoommachines geleid tot de wetten voor de thermodynamica. De samenhang van fundamentele kennis en maatschappelijke toepassing hoeft niet voor de hand te liggen en vergt soms jaren van onderzoek, maar tegelijkertijd is die samenhang er wel en kan uitstekend dienstdoen als object van onderzoek. In de biomedische wetenschappen van vandaag de dag gaan de ontwikkelingen veel sneller dan zeventig of honderdvijftig jaar geleden. Reden om de samenhang als onderdeel van onderzoeksstrategieën op te nemen.
Een voorbeeld, stamcelonderzoek
Eind negentiende eeuw werd duidelijk dat beenmerg stamcellen bevat die uitgroeien tot bloedcellen. Klinische experimenten bleven niet uit, maar leidden helaas meestal tot de dood van patiënten. Na de tweede wereldoorlog kwam de relatie tussen bestraling en beenmerg meer centraal te staan, maar het duurt tot 1979 voordat Donnall Thomas een succesvol allogeen beenmergtransplantatie programma heeft ontwikkeld. In het langdurige wereldwijde onderzoek is de rapportage van mislukkingen van groot belang geweest. Van Bekkum en De Vries wijten die mislukkingen in 1967 aan: “mainly because the clinical applications were undertaken too soon, most of them before even the minimum of basic knowledge required to bridge the gap between mouse and patient had been obtained” .
In 1998 ontwikkelt Thomson in 1998 een menselijke embryonale cellijn. Een nieuwe horizon van klinische toepassingen lonkt, maar helaas levert het nieuws een blokkade op: Bush verbiedt nieuwe cellijnen op ethische gronden. De botsing tussen wetenschap en levensbeschouwing is hevig en gegevens uit translationeel onderzoek zijn niet voorhanden. Pas na 2007, wanneer Thomson de iPS heeft ontwikkeld, ontstaat nieuw perspectief. De boodschap is nog steeds relevant: translationeel onderzoek kan door de keten als geheel te bestuderen onnodig verlies aan levens voorkomen en maatschappelijke weerstand tijdig signaleren.
Concluderend
In translationeel onderzoek kunnen obstakels en gaten in de keten van molecuul tot patiënt worden vastgesteld en nieuwe wetenschappelijke inzichten tijdig aan een algemeen publiek gepresenteerd. Dat onderzoek heeft een vaste waarde in elke veelbelovende innovatiestrategie, zoals het ZonMw programma PSIDER ook nastreeft.