Ziektelastmeter positief effect op kwaliteit van zorg

De Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen heeft een positief effect op ervaren kwaliteit van zorg en geeft patiënten kennis, vaardigheden en vertrouwen in het kunnen managen van hun ziekte en gezondheid. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Maastricht. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt met subsidie vanuit het IMDI programma.

Meer dan de helft van de mensen in Nederland heeft een chronische aandoening. Waarschijnlijk wordt dit aantal hoger, omdat we steeds langer en ongezonder leven. Om zorg in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden, moeten we een gezonde leefstijl bevorderen en mensen zo goed mogelijk ondersteunen in zelfmanagement. Maar hoe doe je dat in de dagelijkse praktijk? De Ziektelastmeter, een innovatief instrument dat integrale gezondheidstoestand meet en visueel weergeeft, zou daarbij kunnen helpen.

Werken aan gezondheid met de Ziektelastmeter

  • De Ziektelastmeter is een hulpmiddel voor persoonsgerichte zorg en zorgt ervoor dat de patiënten een grotere rol kunnen spelen in hun eigen behandeling.
  • Het instrument meet en visualiseert ziektelast, integreert dit in een gesprek op basis van de principes van gezamenlijke besluitvorming, en helpt bij het gezamenlijk vaststellen van doelen en actieplannen.
  • De Ziektelastmeter COPD is uitgebreid naar de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen, met modules voor o.a. type 2 diabetes, hartfalen en astma.
  • De Ziektelastmeter heeft een positief effect op ervaren kwaliteit van zorg en patiëntactivatie.

Persoonsgerichte zorg

De Ziektelastmeter heeft als doel om zorg zoveel mogelijk persoonsgericht te laten zijn. Het geeft de zorgverlener en patiënt inzicht in de ervaren ziektelast, de factoren die daarbij een rol kunnen spelen én wat ze eraan kunnen doen om klachten te verminderen. De Ziektelastmeter bevat een vragenlijst die de patiënt voor het consult kan invullen. De vragen gaan over symptomen en fysieke beperkingen, maar ook over sociale en emotionele aspecten die een rol kunnen spelen in de ervaren ziektelast. Misschien wil een patiënt wel gezonder gaan eten, maar lukt dit niet door stress op werk of financiële zorgen. Dat moet je goed in kaart brengen voordat je doelen kunt gaan stellen. De resultaten worden vervolgens aantrekkelijk weergegeven tijdens het consult tussen de zorgverlener en een patiënt. Dat gebeurt door middel van ballonnen (zie onderstaand beeld). Hoge en groene ballonnen geven aan dat het goed gaat op een domein, en rode en lage ballonnen geven aan dat er veel verbetering mogelijk is. Zo zien de zorgverlener en patiënt dus makkelijk waar iemand wel of geen last van ervaart én waar er gezondheidswinst kan worden behaald. De ballonnen kunnen besproken worden en er kan op een ballon worden geklikt. Er verschijnen dan behandeladviezen. De patiënt formuleert daarna zelf doelen en actieplannen, met hulp van de zorgverlener. Zo wordt de patiënt dus actief betrokken tijdens het consult en kan de patiënt thuis concreet aan de slag om de ziektelast te verlagen. Dat bevordert zelfregie en zelfmanagement.

Afbeelding
Resultaten die met ballonnen in de Ziektelastmeter worden getoond.

De Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen

De Ziektelastmeter was initieel ontwikkeld voor COPD, op initiatief van de Long Alliantie Nederland (LAN). Onderzoek liet zien dat gebruik van de Ziektelastmeter COPD leidt tot verbeterde kwaliteit van leven en ervaren kwaliteit van zorg [1]. Uit interviews met patiënten en zorgverleners bleek dat de Ziektelastmeter een waardevolle bijdrage levert in de dagelijkse praktijk [2]. Vanwege de positieve resultaten en vraag uit het veld is besloten de Ziektelastmeter uit te breiden naar een tool die ook toepasbaar is voor mensen met andere chronische aandoeningen: de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen. Deze bestaat uit een generiek deel, met vragen die voor iedereen met een chronische aandoening relevant kunnen zijn, zoals vermoeidheid, fysieke beperkingen en seksualiteit. Ook zijn er vragen over leefstijl, zoals rookgedrag en beweeggedrag. Aan het generieke deel en het leefstijldeel worden één of meerdere ziektespecifieke delen toegevoegd. Zo wordt zorg voor patiënten met meerdere chronische aandoeningen geïntegreerd en kan versnippering van de zorg worden aangepakt. Er zijn nu modules voor COPD, astma, hartfalen en diabetes type 2. De ontwikkeling voor artrose en cardiovasculair risicomanagement is in volle gang.

Onderzoeker Esther Boudewijns, die recentelijk op de Ziektelastmeter is gepromoveerd aan de Universiteit Maastricht, ontwikkelde samen met haar collegae de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen door middel van literatuurstudies, interviews met patiënten en zorgverleners, en meetings met expertgroepen [3]. In hun onderzoek lieten ze zien dat de Ziektelastmeter een valide en betrouwbaar instrument is [4]. Ook voerden ze een groot onderzoek uit in 55 huisartsenpraktijken met 237 patiënten in Nederland om het effect van de Ziektelastmeter te evalueren [5]. Aan het onderzoek deden patiënten met COPD, astma, hartfalen en diabetes type 2 mee. Uit het onderzoek bleek dat de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen een significant positief effect heeft op ervaren kwaliteit van zorg. Ook waren patiënten die de Ziektelastmeter hadden gebruikt actiever bezig met gezondheid en ziekte dan de controlegroep.

Gebruik in de dagelijkse praktijk

Omdat er bewijs is voor de effectiviteit van de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen, is de volgende stap om de Ziektelastmeter te implementeren in de dagelijkse praktijk. De Universiteit Maastricht doet onderzoek naar hoe de Ziektelastmeter het beste kan worden geïmplementeerd. Ook wordt er hard aan de weg getimmerd om de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen zo snel mogelijk beschikbaar te maken voor de dagelijkse zorg. Zo moet er onder andere gewerkt worden aan de implementatie van de Ziektelastmeter in verschillende HIS-sen, KIS-sen, ZIS-sen en patiëntportalen. De vraag van zorgverleners speelt daarbij een belangrijke rol. Het is een stimulans voor ICT-leveranciers om de Ziektelastmeter aan te gaan bieden, en voor zorggroepen om gebruik van de Ziektelastmeter te stimuleren. Want hoe groter de vraag vanuit het veld, hoe groter de drijfveer om de Ziektelastmeter breed te implementeren in de dagelijkse praktijk. En dat levert weer een bijdrage aan het streven om patiënten samen met de zorgverlener de regie over de zorg te laten voeren.

Auteurs

Dr. Esther Boudewijns – Universiteit Maastricht, afdeling Huisartsgeneeskunde

Dr. Annerika Gidding-Slok – Universiteit Maastricht, afdeling Huisartsgeneeskunde

Prof. dr. Onno van Schayck – Universiteit Maastricht, afdeling Huisartsgeneeskunde

Esther Boudewijns promoveerde op 15 juni 2023 op het proefschrift ‘Optimising care for people with chronic conditions: the Assessment of Burden of Chronic Conditions tool

Literatuur

  1. Slok A.H.M., Kotz D, van Breukelen G., et al. (2016). Effectiveness of the Assessment of Burden of COPD (ABC) tool on health-related quality of life in patients with COPD: a cluster randomised controlled trial in primary and hospital care. BMJ open6(7), e011519.
  2. Slok A.H.M., Twellaar M., Jutbo L., et al. (2016). To use or not to use: experiences of healthcare professionals and patients with the Assessment of Burden of COPD (ABC) tool. Slok et al. npj Primary Care Respiratory Medicine, 17;26:16074.
  3. Boudewijns E.A., Claessens D., van Schayck O.C.P., et al. (2020). ABC-tool reinvented: development of a disease-specific ‘Assessment of Burden of Chronic Conditions (ABCC)-tool’ for multiple chronic conditions. BMC Family Practice, 21(1), 1-7
  4. Claessens D., Boudewijns E.A., Keijsers L.C.E.M., et al. (2023). Validity and reliability of the Assessment of Burden of Chronic Conditions (ABCC)-scale in the Netherlands. Annals of Family Medicine: 21(2); 103-111.
  5. Boudewijns E.A., Claessens D., van Schayck O.C.P., et al. Effectiveness of the Assessment of Burden of Chronic Conditions (ABCC)-tool in patients with COPD, asthma, type 2 diabetes mellitus, and heart failure: a pragmatic clustered quasiexperimental study in the Netherlands. Ingediend.