‘We zijn op de goede weg’

Perspectieven wetenschap, beleid en uitvoering op de aanpak van eenzaamheid
De aanpak van eenzaamheid verdiept en verbreedt zich. We leren steeds meer over wat eenzaamheid precies is en wat helpt om er iets aan te doen. Vanuit het perspectief van wetenschap, beleid en uitvoering kijken we naar wat al is bereikt én wat er nog nodig is.

Anja Machielse

Filosoof en sociale wetenschapper Anja Machielse is hoogleraar Humanisme en Sociale Weerbaarheid en bijzonder hoogleraar ‘Empowerment van ouderen’ aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Daarnaast is ze lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie (WAC). Deze commissie voedt het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met kennis.

‘Ontmoetingen organiseren. Dat was zo’n jaar of 10 terug, toen het onderwerp eenzaamheid op de politieke agenda kwam, de voornaamste oplossing.  Als mensen maar bij elkaar zouden komen, voor koffie of een bingoavond, zou het vanzelf goedkomen. Inmiddels weten we dat het - helaas - niet zo simpel is. Er zijn verschillende soorten eenzaamheid. Zoals sociale eenzaamheid, samenhangend met het al dan niet hebben van een netwerk.

Maar er is ook emotionele eenzaamheid, bijvoorbeeld na het verlies van een partner of een echtscheiding. Dat is een gemis aan diepgaand 1-op-1 contact.

Het is helpend bij het ontwerpen van een aanpak om goed te kijken waar we ons op richten. En welke ondersteuning nodig is. Er bestaat ook een vorm van eenzaamheid die pas de laatste tijd meer aandacht krijgt; existentiële eenzaamheid. Daarbij lopen mensen rond met vragen als ‘doe ik ertoe?’ of ‘pas ik erbij in deze wereld?’ Ook mensen die op het oog ‘gewoon’ een gezin en een baan hebben, kunnen last van dit gevoel hebben. Dit heeft vooral te maken met zingeving. Deze vorm is ook opgenomen in het actieprogramma Eén tegen Eenzaamheid. Daar ben ik blij mee.

We zien eenzaamheid inmiddels niet meer als een privéprobleem, iets dat mensen alleen aan zichzelf te danken hebben. We snappen dat de manier waarop we met elkaar samenleven ook een rol speelt. In onze individualistische samenleving vallen veel mensen buiten de boot. De coronaperiode heeft duidelijk gemaakt dat íedereen zich eenzaam kan voelen, niet alleen ouderen of andere kwetsbare groepen. En dat het iets is dat je niet altijd zelf in de hand hebt. Dat heeft geholpen om het taboe op eenzaamheid, dat er nog steeds is, te verminderen.

Afbeelding
Anja Machielse

We weten inmiddels ook dat langdurige eenzaamheid leidt tot andere problemen, zoals een slechte gezondheid of schulden. Hoe eerder we mensen die dit risico lopen opsporen, hoe meer we verdere problemen kunnen voorkomen. Signalering in alle domeinen is van groot belang. Iemands netwerk en de verbondenheid van een persoon met de wereld vraagt altijd aandacht, bij welk probleem dan ook. Dit vraagt om een brede blik op eenzaamheid. Het is de uitdaging om juist deze gelaagdheid en diversiteit te vertalen in onze aanpak en oplossingen.

Het is mooi om te zien dat dit al gebeurt. Zo zie ik dat bij een organisatie als Join us, een landelijke stichting die eenzaamheid bij jongeren aanpakt, veel aandacht is voor zingeving. In kleine groepen gaan jongeren in gesprek over wie ze zijn en wat voor hen belangrijk is. En waarom het soms moeilijk is om écht contact te leggen met elkaar. Of ik zie hoe thuiszorgmedewerkers getraind worden om verschillende vormen van eenzaamheid te herkennen en hierop in spelen. Dat zijn interventies die gaan om bewustwording en herkenning.’

Wimke Schuurmans

Wimke Schuurmans is programmamanager van het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met dit programma stimuleert de overheid sinds 2018 een brede maatschappelijke beweging die ervoor staat dat ouderen meedoen en voelen dat ze ertoe doen.

‘Sinds de start van het actieprogramma is er veel gebeurd. Er zijn veel mooie initiatieven ontstaan om eenzaamheid te verminderen en te voorkomen. We zien dat er in de hele samenleving partijen zijn die ervoor willen gaan. Kijk bijvoorbeeld naar de vele verschillende organisaties en bedrijven in de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid. Daarnaast stimuleren we vorming van lokale coalities.

Deze samenwerkingen van gemeentes met bedrijven, ondernemers, burgers en maatschappelijke organisaties vormen de spil van de aanpak van eenzaamheid. Wij ondersteunen deze partijen graag bij de vorming van deze coalities, of als ze tegen vragen aanlopen.

Want er is nog steeds veel werk te doen. Uit metingen blijkt dat meer dan de helft van mensen in Nederlands zich soms eenzaamheid voelt. Dit percentage is afgelopen jaren iets gestegen. Dit kan wellicht komen doordat zij zich tijdens de lockdowns eenzaam hebben gevoeld.

We proberen nu, samen met ZonMw, meer inzicht te krijgen wat bij al die verschillende initiatieven in het land de werkende elementen zijn. Door dit scherper in beeld te krijgen en te delen met anderen, kunnen andere partijen en nieuwe maatschappelijke initiatieven betere en gerichtere interventies inzetten. Dat vergroot de impact van de aanpak van eenzaamheid.

Afbeelding
Foto Wimke Schuurmans

Eenzaamheid kan nog meer in het denken van beleidsmakers gaan zitten. Want het is, zoals toch lang de gedachte was, niet alleen een taak van welzijn. Het is belangrijk om het thema breed te bekijken. De inrichting van onze fysieke leefomgeving heeft bijvoorbeeld ook invloed op hoe we andere mensen ontmoeten. Of de toegankelijkheid van sport en cultuur.

Natuurlijk zijn er ook uitdagingen. Er spelen meer maatschappelijke vraagstukken die aandacht vragen van bestuurders, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Daarnaast is het lastig om jonge vrijwilligers te binden. Dat komt door de krapte op de arbeidsmarkt, maar ook door stress in de samenleving. Terwijl vrijwilligerswerk juist zo’n mooie manier is om verbinding te creëren.

Wat ik zelf heb geleerd is dat het voor iedereen belangrijk is om je bewust te zijn van het belang van sociale relaties in je leven. De lockdowns tijdens corona hebben me een soort vooruitblik gegeven op een leven waarin plotseling van alles wegvalt. Dat kan ook gebeuren als we bij het ouder worden fysieke gebreken krijgen of iets ingrijpends meemaken. Het is de vraag hoe we onze maatschappij willen inrichten om daar een vangnet voor te hebben. Hoe willen we er zijn voor mensen in onze omgeving? Bij het antwoord op die vraag spelen we allemaal een rol.’

Mathieu de Greef

Mathieu de Greef is bewegingswetenschapper en projectleider/ geestelijk vader van de erkende interventie Sociaal Vitaal. Dit programma ondersteunt laagopgeleide, zelfstandig wonende ouderen om ‘gezond ouder’ worden. Het programma Sociaal Vitaal in Kleur in samenwerking met Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM) richt zich op migrantenouderen.

‘Het programma Sociaal Vitaal kent verschillende werkzame elementen die op elkaar inwerken. We leren mensen bijvoorbeeld reflecteren op hun eigen gevoelens van eenzaamheid. Er is daarnaast veel aandacht voor vaardigheden. Door beweging in combinatie met anderen krijgen mensen weer wat grip op het leven. Maar het gaat ook om oefenen van vaardigheden om die te leren toepassen in de praktijk. Dat kost allemaal tijd.

Afbeelding
Foto Mathieu de Greef

Aansluiten bij de leefwereld is heel belangrijk. Je kunt wel zeggen dat mensen ‘hun eigen zorgvraag moeten formuleren’. Maar wat als ze dat niet kunnen - zoals geldt voor veel mensen met een andere culturele achtergrond of lage opleiding. Als mensen niet kunnen reflecteren op hun eenzaamheid, hebben vragenlijsten geen zin. Het enige wat dan werkt, is aansluiten bij de gevoelens van eenzaamheid. Om van daaruit te proberen te onderzoeken wat erachter zit en helpende vaardigheden en informatie te bieden. Dat heb ik echt moeten leren van die mensen zelf.

Bij Sociaal Vitaal in Kleur gaan we naar ontmoetingsgroepen toe om te vragen waar mensen behoefte aan hebben. Eenzaamheid komt daar heel schoorvoetend naar voren. Het is in sommige culturen not done om daarover te praten. We maken gebruik van de eigen taal en cultuur om in contact met mensen te komen. We doen het dus echt mét de doelgroep. Er is een programma met vaste elementen, maar we voeren dit op maat uit.

Eenzaamheid staat nu op de kaart als maatschappelijk probleem. Er is een beleidskader om ermee aan de slag te gaan. Er zijn veel projecten gedraaid. Dat zijn allemaal heel goede stappen. Nu is het tijd om meer te verdiepen en te gaan voor de lange termijn. Ik zou graag willen dat er meer focus komt. Waar gaan we ons nu echt op richten? De groep mensen die chronisch eenzaam is, heeft heel andere behoeften en gebrek aan vaardigheden dan mensen die tijdelijk eenzaam zijn.’

Theo van Tilburg

Theo van Tilburg is hoogleraar Sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en heeft veel kennis over eenzaamheid, sociale ondersteuning en sociale netwerken. Daarnaast is hij lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie (WAC). Deze commissie voedt het actieprogramma Eén tegen Eenzaamheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met kennis.

‘Er is afgelopen jaren veel gedaan aan initiatieven en projecten. Vanuit de Wetenschappelijke Adviescommissie zien wij dat sommige interventies goed beschreven zijn en ze implementeer- en deelbaar zijn. Maar dat geldt lang niet voor alle programma’s. Het is daarom goed om die basis te versterken. Daarom is er nu een ZonMw-call uitgezet die bestaande initiatieven de kans geeft de slag te maken naar een beter geschreven interventie.

Afbeelding
Foto Theo van Tilburg

Dat is belangrijk omdat we nu soms toch te simpel over oplossingen denken. Bingoavonden of meer bankjes neerzetten. Maar bij mensen die langdurig eenzaam zijn, speelt veel meer. Het gaat om gebrek aan sociale vaardigheden. Of moeite met vertrouwen van anderen, soms vanuit de vroege jeugd. Het gesprek op lokaal niveau – hoe kunnen we aan dit beleid nu vormgeven in onze gemeente? – is daarvoor van groot belang. Maar daarvoor is wel nodig dat duidelijker is wat werkt en hoe mensen dat kunnen uitvoeren. Deze kwaliteitsslag gaat daar zeker bij helpen.

Programma’s die werken, hebben meerdere werkzame elementen. Denk aan betekenisvol contact, praktische ondersteuning of sociale vaardigheden. We weten inmiddels dat juist die combinatie de kracht vormt. Eenzaamheid is een complex probleem, dat kan je niet oplossen met één voor iedereen werkend element.

Daarnaast vraagt iedere doelgroep - ouderen, jongeren, vluchtelingen - een andere, eigen benadering. Daar hebben we steeds meer oog voor gekregen. Die kennis moeten we delen. Veel mensen willen iets doen aan eenzaamheid, maar vervallen nu in een te simpele oplossing. Het is een kwestie van een lange adem, maar we zitten op de goede weg.’

© ZonMw 2022

Tekst Marieke Kessel Foto's Anja Machielse, Wimke Schuurmans, Theo van Tilburg, Stichting Goud Vereg, Ministerie van VWS