Terugblik inspiratiedag voor lokale netwerken samenhangende ouderenzorg
Ondersteuning lokale netwerken
De samenwerking tussen de domeinen zorg en welzijn versterken om zo te komen tot leeftijdsvriendelijke gemeenschappen – dat was het doel van het programma ‘Lokale Netwerken Samenhangende Ouderenzorg’ van ZonMw. Het programma richtte zich op het bieden van ondersteuning bij het ontwikkelen en bestendigen van lokale netwerken van ouderenzorg.
Van 2018 tot 2022 gingen 110 netwerken verspreid door heel Nederland daarmee aan de slag. In die 4 jaar hebben de netwerken veel kennis opgedaan. Om die kennis zichtbaar te maken en netwerken de mogelijkheid te geven om van elkaar te leren, organiseerde het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) een inspiratiedag voor deelnemers van lokale netwerken: professionals, ouderen en mantelzorgers. Het LUMC deed dat samen met de sociale onderneming Warkhouse en ZonMw.
Dynamische kennissynthese
Het LUMC is gevraagd om alle opgedane kennis te bundelen, te analyseren en op een dynamische wijze uit te wisselen met de netwerken, onder meer via de site agefriendlycommunity.org en op inspiratiedagen als deze in Amersfoort. Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie aan het LUMC, gaf in de ochtend een presentatie. Abma liet in een schema zien dat de onderzoekers verschillende vormen van netwerken hebben onderscheiden. Zo zijn er netwerken die voor en door ouderen gerund worden, netwerken waar met name zorg en welzijn elkaar ontmoeten en ‘crossover’ netwerken die daarnaast ook nog optrekken met bijvoorbeeld een woningbouwcorporatie.
Ook zijn er domeinoverstijgende netwerken die nóg verder gaan en ouderen betrekken in de samenwerking. Het ouderennetwerk van Warkhouse in Doetinchem is hiervan een mooi voorbeeld. Daar werken zorg, welzijn en een bewonersbedrijf van 30 ouderen samen. De ouderen huren de ontmoetingsruimte van een zorgcomplex. De ruimte stond al een tijd leeg. Nu koken de ouderen er 5 avonden in de week. De opbrengsten van die avonden investeren ze in activiteiten voor ouderen in de wijk, die ze samen met welzijnspartijen organiseren.
Leeftijdsvriendelijke gemeenschappen
Abma vertelde verder dat de belangstelling voor age-friendly communities wereldwijd groeit. Daarbij valt op dat er nog weinig aandacht is voor diversiteit binnen de groep ouderen. Mensen van de lhbtiq+-gemeenschap, laaggeletterden en mensen met een migratieachtergrond zijn nauwelijks vertegenwoordigd. Ook is er nog te weinig aandacht voor naasten en voor informele zorg. Een projectleider uit Texel beaamde dit volmondig: ‘Als de mantelzorger uitvalt, zakt de cliënt ook door het ijs. Vanuit het oogpunt van preventie is aandacht voor de naaste misschien nog wel belangrijker dan aandacht voor de cliënt, zeker bij cliënten met dementie.’
Maar er moet ook naar de naaste gekeken worden búiten zijn rol als mantelzorger, vond Linda Frank van Stichting Nabestaandenzorg in Haarlem. ‘Mantelzorg in de palliatieve fase kan leiden tot verschraling van sociale contacten. Een naaste kan dan in een kwetsbare positie komen. Ik zou graag zien dat er verbinding komt tussen de uitvaartsector en welzijn. Welzijn moet aangehaakt zijn om kwetsbaarheid te signaleren bij naasten na het overlijden van een dierbare.’
Het lokale netwerk als ecosysteem
De ochtend werd vervolgd met een verkenning en visualisatie van het eigen netwerk en speeddating met andere netwerken. Vervolgens konden de deelnemers kiezen uit drie workshops. In de workshop van senior onderzoeker Barbara Groot en social designer en onderzoeker Mariëlle Schuurman van het LUMC gingen de deelnemers aan de slag met de tool ‘Samenwerken als een bos’. Deze tool werd ontwikkeld in co-creatie met betrokkenen uit de netwerken.
Doel van deze tool, die bestaat uit een set kaarten, is dat het mensen inzicht geeft in de sterke en zwakke punten in hun netwerk, niet alleen de zichtbare maar ook de onzichtbare. De metafoor van het bos maakt ook de verbeelding wakker en helpt zo om alle aspecten van het netwerk in beeld te brengen: de wortels als de (onzichtbare) verbindingen tussen mensen en organisaties, de boomstam als de structuur van het netwerk en de vruchten als de zichtbare resultaten. Op die manier komt er meer boven tafel dan anders het geval zou zijn raak je ook aan ervaringen op een meer existentiële laag. ‘Deze metafoor maakt ongelofelijk veel los’, zei iemand.
De metafoor van het netwerk als bos maakt ongelofelijk veel los.
Fysieke omgeving en sociale ontmoetingen
René Reumer, oprichter en strateeg bij Warkhouse, onderzocht in zijn workshop hoe de fysieke omgeving van invloed is op sociale ontmoetingen. Zo discussieerden de deelnemers over voor- en nadelen van thuisbezorging van de boodschappen door de buurtsuper. Want is de buurtsuper niet juist een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, zeker als er een tafel staat waar mensen koffie kunnen drinken? De wandeling erheen is meteen goede beweging. Plekken om elkaar te ontmoeten zijn belangrijk. En dat kan beginnen bij elkaar vinden op een online platform, zoals onsdichteren.nl.
Wicked skills: theatraal actieonderzoek
Veel rumoer kwam van de workshop Wicked Skills van Ingeborg van Oord, ook van Warkhouse. Zij stortte haar deelnemers in een theatraal actieonderzoek volgens de methode.
De vraag was hoe je kunt starten met het leven van je droom: een leeftijdsvriendelijke gemeenschap. Welke wicked skills zijn daarbij nodig? Ofwel: welke extra vaardigheden hebben professionals nodig om de leeftijdsvriendelijke gemeenschap mogelijk te maken en met partners vanuit verschillende domeinen samen te werken? De deelnemers kwamen uit op skills als: balans, humor en plezier, (zelf)liefde, verwondering, verstilling en vertraging, luisteren, bruggen bouwen en hulp durven vragen.
Echt contact maken
In de lunchpauze praatten de deelnemers verder. Anouk Vaes, docent Gezondheidswetenschappen aan de Vrije Universiteit, vertelde dat ze zich maar al te zeer bewust is van de noodzaak van wicked skills, of soft skills zoals zij ze noemt. ‘Met alleen je academische vaardigheden ben je er nog niet, dat houden wij onze studenten ook voor. We noemen het community service learning. Studenten gaan met ouderen in gesprek en halen op wat er in de gemeenschap leeft. Daarvoor moeten ze goed kunnen luisteren, echt contact maken. En vanwege die benodigde skills ben ik ook hier: ik kom horen wat er nog meer nodig is voor toekomstige professionals, zodat wij dat kunnen integreren in ons curriculum. Daarover ga ik vanmiddag met de deelnemers in gesprek.’
Een andere deelnemer bracht naar voren dat niet alles afhankelijk is van professionals en experts. ‘Maak gebruik van de ervaringsdeskundigheid van ouderen. Als je met 10 oudere mensen aan tafel zit, heb je zomaar 700 jaar aan ervaring tot je beschikking.’
Als je met 10 oudere mensen aan tafel zit, heb je zomaar 700 jaar aan ervaring tot je beschikking.
Onderwijs betrekken
Van de lunchtafels ging het door naar de tafels in het Wereldcafé. De vraag was hoe onderwijs betrokken kan worden bij de verdere ontwikkeling van domeinoverstijgend samenwerken voor leeftijdsvriendelijke gemeenschappen. Marc Horsten, ‘alliantiemakelaar’ bij de Hogeschool Arnhem-Nijmegen vertelde over de interprofessionele stages in wijkklinieken. ‘Er zijn bijvoorbeeld studenten die vanuit social work en de minor bouwkunde onderzoeken hoe je de fysieke omgeving kunt inzetten om groepen te verbinden. Omdat de studenten interprofessioneel werken, bekijken ze vraagstukken vanuit verschillende invalshoeken en onderzoeken ze wat er gedaan kan worden. Vervolgens kunnen lokale partijen de uitvoering overnemen. Over deze borging in de lokale samenwerking moeten de studenten ook nadenken. Mijn advies aan andere onderwijsinstellingen is om studenten dat altijd te laten doen.’
Tineke Abma boog zich aan haar tafel over de vraag wat bestuurders moeten weten om leeftijdsvriendelijkheid mogelijk te maken. ‘Laat ze koffiedrinken met cliënten en de cliënten nou eens echt centraal zetten’, zei iemand. Een ander opperde dat juist de medewerker misschien wel centraal moet staan. Want de medewerker wil tijd en ruimte hebben voor de cliënt. Geluk toevoegen, daar doen professionals het voor. ‘Waar is de tegenstelling ontstaan tussen professionaliteit en menselijkheid?’, vroeg iemand zich hardop af.
Aan de tafels van Anouk Vaes van de Vrije Universiteit en Margo van Hartingsveld van de Faculteit Gezondheid aan de Hogeschool van Amsterdam werd geïnventariseerd op wat voor manieren de opleidingen hun studenten maatschappelijke ervaring kunnen meegeven. De nieuwe opleiding bij de HvA, Interprofessionele Zorg, biedt daarin kansen. ‘Het gaat erom een leergemeenschap te creëren met de bewoners samen’, aldus een deelnemer. Verbinding tussen zorg en welzijn moet daarbij wel verder versterkt worden. ‘Bij de HvA zit er letterlijk 10 kilometer tussen zorg en welzijn – zover ligt de faculteit gezondheid van andere faculteiten vandaan.’
Verbinding als buzzword
Conclusie: verbinding was het buzzword van de dag. Verbinding tussen zorg en welzijn, jong en oud, professionals, ouderen en mantelzorgers. Het mooie was dat al die partijen aanwezig waren op deze dag en hun stem hebben laten horen. Mooi was ook dat de kennis die werd gedeeld niet alleen van belang is in de ouderenzorg, maar ook elders. Erwin Hekkert van revalidatiecentrum Klimmendaal voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel: ‘Ik neem heel veel ideeën mee terug naar mijn netwerk en ga ermee aan de slag.’ ‘We bewegen nu al naar waar we in de toekomst kunnen zijn’, vulde iemand aan.
Meer lezen over leeftijdsvriendelijke gemeenschappen?
Kijk op agefriendlycommunity.org. Daar vind je ook informatie over de toolkit ‘Samenwerken als een bos’ en de slides van de presentatie van bijzonder hoogleraar Abma.
Colofon
Tekst: Astrid van den Berg
Eindredactie: ZonMw
Foto’s: Camie van der Brug