Kennis over verpleegkunde geeft antwoord op veel uitdagingen

Hoe ontwikkelen we kennis waar verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden behoefte aan hebben en hoe komt die kennis op de goede plek terecht? Tijdens de ZonMw-netwerkbijeenkomst op 13 juni deelde Bianca Buurman, voorzitter van V&VN, haar visie. ‘De verpleegkunde is het antwoord op heel veel uitdagingen.’

Wat is uw betrokkenheid bij de verpleging en verzorging?

Bianca Buurman: ‘Ik ben mijn loopbaan begonnen als verpleegkundige. Later heb ik promotieonderzoek gedaan en sinds 2017 ben ik hoogleraar acute ouderenzorg. Daarnaast ben ik sinds februari 2021 voorzitter van V&VN.’

Wat was uw belangrijkste boodschap op 13 juni?

‘Als hoogleraar én als voorzitter van beroepsvereniging V&VN vind ik het heel belangrijk dat de kennisinfrastructuur voor verpleging en verzorging steviger wordt neergezet. Dat leidt tot betere kwaliteit van zorg en een passend beeld van verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden als experts, die de oplossing zijn voor de grote vraagstukken.’

Wat zijn die vraagstukken?

‘De zorg krijgt in de komende jaren te maken met een enorme vergrijzing van zowel cliënten als personeel. Daardoor staan we voor een keuze. Óf we bieden aan zoveel mogelijk mensen zorg van mindere kwaliteit. Óf we bieden zorg die effectief is en die aansluit bij wat mensen zelf willen, en we maken daarbij slim gebruik van technologie die steeds meer kan. V&VN kiest voor dat laatste.’

Waarom is de ‘kennisinfrastructuur’ belangrijk?

‘Onderzoek levert de kennis op om veel beter te onderbouwen welke zorg effectief is en dus om bij een toenemende zorgvraag en met minder professionals wél zorg van goede kwaliteit te blijven bieden. “Kennisinfrastructuur” is alles wat nodig is om zó onderzoek te doen dat het de kennis oplevert waar we in de dagelijkse praktijk behoefte aan hebben. Het is een cyclus met verschillende fasen: Welke vragen leven er in de praktijk bij verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden? Hoe betrekken we hen bij het onderzoek? Welke methoden passen daarbij? En hoe kunnen we hen helpen om de opgedane kennis straks te implementeren?’

Gaat dat lukken of moeten we over 5 jaar alsnog constateren dat de zorg verschraald is?

‘Dat gaat lukken, want er is nog heel veel mogelijk qua verpleegkundige oplossingen.’

Hebt u voorbeelden?

‘Als je ouderen met een oncologische aandoening in gesprek laat gaan met een verpleegkundige (“Wat is voor u kwaliteit van leven? Hoe moeten we dat borgen? Is een operatie voor u de beste behandeling?”), dan kiest 20% ervoor om op een andere manier zorg te krijgen. En soms zijn er andere oplossingen dan zorg mogelijk, zoals welzijn. Dat is kiezen voor kwaliteit, de uitkomst is beter voor de patiënt en het leidt vaak tot minder zorg. En dit geldt veel breder. In verpleeghuizen heb je bij patiënten met onbegrepen gedrag deskundigheid nodig over dementie, benaderingswijzen, samenwerking in het team. De zorg wordt beter, onbegrepen gedrag vermindert, er zijn minder psychofarmaca nodig en daardoor neemt de kwaliteit toe en werkplezier voor de verzorgenden. Als je het zo benadert, werk je aan de kwaliteit van de zorg. De verpleegkunde is het antwoord op heel veel uitdagingen, van preventie tot palliatieve zorg. Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden verdienen dan ook een cruciale rol in onderzoek en in de kennisinfrastructuur.’

Hoe belangrijk is het ZonMw-programma ‘Verpleging en Verzorging’ voor de kennisinfrastructuur?

‘Dat heeft de afgelopen 10 jaar veel bijgedragen. Er is heel veel verpleegkundig onderzoek gefinancierd en geïmplementeerd en er is geïnvesteerd in loopbaanontwikkeling. Zo is het aantal hoogleraren fors toegenomen. Bovendien zie ik nu mooie spinoffs van dat programma, zoals Create4Care. Dat is een programma waarin verpleegkundigen samenwerken met studenten, designers en onderzoekers aan slimme technische innovaties die direct bijdragen aan betere werkomstandigheden en veiligere patiëntenzorg. Zo zie je dat investeringen de praktijk kunnen verbeteren. De komende jaren kan ZonMw het verpleegkundig onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS voortzetten. Dat geeft een mooie impuls aan de kennisinfrastructuur.’

En welke rol ziet u voor V&VN?

‘Wij gaan aan de slag met de ontwikkeling van een kennisagenda voor de acute zorg, ggz, wijkverpleging, openbare gezondheidszorg, verpleeghuiszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg. Die stellen we samen op basis van input van verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten. Die agenda moet aangeven wat zij belangrijk vinden en kan richtinggevend zijn voor onderzoek en richtlijnontwikkeling in de komende jaren.

‘Verder zijn we bezig met de oprichting van het Kennisinstituut V&VN, dat als missie heeft om het verpleegkundig domein te ontwikkelen en te versterken. Dat gaat helpen om als verpleging en verzorging een nog volwaardiger positie te krijgen in de richtlijnenontwikkeling en in kennisontwikkeling. Het kennisinstituut wordt een samenwerking met de leerstoelen, de lectoraten, de practoraten, het onderwijs en de dagelijkse praktijk. Samen moeten we zorgen voor ontwikkeling van de juiste kennis én we moeten zorgen dat verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten of verzorgenden zich met die kennis gesteund voelen in de dagelijkse praktijk. Daarmee werken we aan het versterken van de kwaliteit van de zorg en maken we de maatschappelijke impact van de verpleegkunde inzichtelijk.’

Ik sprak laatst iemand die betrokken is bij Qwiek.up, een innovatie die verzorgenden gebruiken als ze mensen met dementie verzorgen. Die wordt veel gebruikt, maar dat geldt niet voor alle functies. ‘Verzorgenden zijn vooral praktisch ingesteld’, zei de betrokkene. 

‘De vraag is in hoeverre de betreffende organisatie heeft geïnvesteerd in opleiding en scholing van professionals, om te laten zien wat zo’n apparaat kan. Eén van de voorwaarden voor een goede kennisinfrastructuur is dat je niet alleen nadenkt over onderzoek en ontwikkeling, maar ook over hoe de kennis terugkomt in de opleidingen én bij de mensen die in de praktijk werken – want dat is de grootste groep. Op dit moment is de vertaling van nieuwe kennis naar bijvoorbeeld verzorgenden en mbo-verpleegkundigen vaak te beperkt. Dus ook daar zullen wij als de beroepsvereniging extra in investeren, maar ook daarvoor geldt dat we het samen moeten doen als beroepsvereniging, onderzoekers, onderwijs en de praktijk. De kennisinfrastructuur maken we samen.’

Verpleging en verzorging

Kennisontwikkeling door en met de praktijk en het onderwijs, kennisbenutting en benutting van goede praktijkvoorbeelden dragen bij aan verdere professionalisering van verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Daarom investeren wij in kennis, samenwerking en professionalisering. Bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten. Bianca Buurman was een van de sprekers op onze netwerkbijeenkomst verpleging en verzorging van 13 juni 2023. 

Colofon

Redactie: Stan Verhaag
Eindredactie: ZonMw