Gezond op weg naar het pensioen (v/m)?

Oudere vrouwelijke werknemers halen de AOW-leeftijd minder vaak dan hun mannelijke collega’s. Dit komt bijvoorbeeld doordat zij in hun werk vaker last hebben van gezondheidsproblemen. In dit project is onderzoek gedaan naar hoe biologische sekse en genderidentiteit mogelijk ten grondslag liggen aan deze vrouw-manverschillen in gezondheid.

Hoe zijn sekse en gender geïntegreerd binnen het project Gezond op weg naar het pensioen (v/m)? Dorly Deeg vertelt erover.

Wat was de belangrijkste onderzoeksvraag, en welke rol zouden sekse of gender gerelateerde aspecten daarin kunnen spelen?

‘Oudere werkende vrouwen werken minder vaak door tot de AOW-leeftijd dan hun mannelijke collega’s, onder meer doordat zij vaker mentale gezondheidsproblemen hebben. Ons onderzoek richtte zich op de rol hierin van (biologische) sekse versus (sociaal-cultureel bepaalde) gender. Bij gender ging het in deze context om de positie van vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt over de hele levensloop. Daarnaast hebben we de psychologische genderidentiteit onderzocht. De hoofdvragen waren: In hoeverre hangen de biologische sekse, de arbeidsmarkt-genderrol en de psychologische genderidentiteit samen met de mentale gezondheid van oudere werkenden? Wat is de rol van de werkbelasting daarbij?’

Hoe heb je sekse en/of gender geoperationaliseerd binnen dit project?

‘Sekse hebben we bepaald aan de hand van gegevens uit het bevolkingsregister.
Genderverschillen in de arbeidsmarktpositie (arbeidsmarkt-gender index, AMGI) hebben we gedefinieerd als voortkomend uit een combinatie van opleidingsniveau, inkomen, man-vrouwverhouding in de sector waarin men werkt, aantal uren betaald en huishoudelijk werk per week, en aantal uren mantelzorg. De zes factoren zijn opgeteld, waarbij iedere factor een gelijk gewicht kreeg. Deze index is een adaptatie/uitbreiding van een eerder ontwikkelde AMGI door Smith & Koehoorn (2016).
Psychologische genderidentiteit (PGI) hebben we gedefinieerd als hoe mannelijk of vrouwelijk men zich voelt. De PGI is ontleend aan het transgenderonderzoek en is gemeten met een vraag die aan zowel mannen als vrouwen werden gesteld: Hoe voelt u zich psychisch/emotioneel? Als antwoord moest een kruisje worden gezet op twee balken die ieder een continuüm voorstelden: een balk van ‘helemaal niet vrouwelijk’ tot ‘zeer vrouwelijk’ en een balk van ‘helemaal niet mannelijk’ tot ‘zeer mannelijk’. De balken hadden cijfers van 0 tot 10. Voor dit onderzoek is de score op de mannelijke balk afgetrokken van de score op de vrouwelijke balk, waardoor er een continuüm van zeer mannelijk (score -10) tot zeer vrouwelijk (score +10) ontstaat.’

Welke onderdelen in de operationalisatie van sekse en/of gender werkten goed? En welke minder goed?

‘Het samenstellen van de AMGI was erg arbeidsintensief, vooral omdat de gegevens over de beroepen opnieuw moesten worden gecodeerd om de man-vrouwverhouding te bepalen in de sector waarin de onderzoeksdeelnemers werkten. Dit was nodig om aan te sluiten op de codering van het CBS, waaraan we de sekseverdeling over de bedrijfssectoren hebben ontleend.

Smith & Koehoorn (2016) suggereren om in de AMGI hoofdkostwinnerschap mee te nemen. Hierover hadden we geen gegevens, waardoor we huishoudensinkomen hebben gebruikt. Het is bovendien de vraag of je een AMGI wilt definiëren aan de hand van de positie van vrouwen en mannen binnen een huishouden of in bredere maatschappelijke zin.

Tegenwoordig verschilt in Nederland het opleidingsniveau niet meer tussen mannen en vrouwen, dus is het de vraag of dit nog moet worden meegenomen in de operationalisatie van gender.

Onze AMGI en PGI werkten goed, in de zin dat deze sterker samenhingen met mentale gezondheid van oudere werkenden dan sekse.’

Welke tips wil je meegeven aan andere onderzoekers om sekse en/of gender te integreren in hun onderzoek?

Mijn tips voor onderzoekers:

  1. Ga uit van een zo breed mogelijk samengestelde dataset om alle voor jouw context relevante aspecten van gender mee te kunnen nemen.
  2. Neem genoeg tijd om de gender-index samen te stellen.
  3. De reviewers van ons artikel over dit onderzoek hadden veel vragen over de operationalisatie van de AMGI, bijvoorbeeld of we de verschillende factoren niet moesten wegen. Dit is wellicht een optie, maar de weging zal afhangen van de context en de theoretische uitgangspunten.
  4. Lees voor meer info het artikel: de Breij S, Huisman M, Boot CRL, Deeg DJH. Sex and gender differences in depressive symptoms in older workers: the role of working conditions. BMC Public Health (2022) 22:1023.