Gender in de spreekkamer
Inzichten uit het onderzoek over gendersensitieve huisartsenzorg
Huisartsen die in hun spreekkamer rekening houden met verschillen tussen mannen en vrouwen, bieden een betere kwaliteit van zorg dan huisartsen die dat niet doen. Dit blijkt uit het handboek Gendersensitieve huisartsgeneeskunde, een leerboek voor de praktijk. In de interviewreeks belichten we 5 projecten die dit illustreren.
Afbeelding
Het handboek voor de praktijk
Huisartsen Doreth Teunissen en Toine Lagro-Janssen schreven het handboek Gendersensitieve huisartsgeneeskunde. ‘Vaak wordt gezegd dat het in de geneeskunde over de mens gaat, maar in feite gaat het over de man.'
Afbeelding
Meerdere aandoeningen tegelijkertijd
'In ons onderzoek zien we man-vrouwverschillen. Vrouwen hebben vaker een lichamelijke en psychische aandoening tegelijk.’ Arts-epidemioloog Silvan Licher pleit daarom voor meer integrale zorg, én integraal onderzoek.
Afbeelding
Mantelzorgtaken van vrouwelijke zorgprofessionals
‘Maak de mantelzorgtaken van vrouwelijke zorgprofessionals bespreekbaar.’ Dat adviseert professor Jet Bussemaker aan artsen en leidinggevenden op basis van haar onderzoek naar gender, mantelzorg en arbeid.
Afbeelding
Communicatie in de spreekkamer
‘Vrouwen krijgen minder vaak een diagnose van de huisarts dan mannen.’ Waardoor komt dit? Huisarts Tim Olde Hartman doet hier onderzoek naar. 'Als huisarts doe ik iets anders bij mannen dan bij vrouwen, dat had ik me nooit zo gerealiseerd.'
Afbeelding
Vrouwen met risico op beroerte opsporen
Arts-onderzoeker Hine van Os: ‘Uit ons onderzoek blijkt dat het toevoegen van vrouwspecifieke risicofactoren aan de modellen helpt om het beroerterisico goed te voorspellen. Zo werken we toe naar een gepersonaliseerde, seksespecifieke aanpak.’
Afbeelding
Vrouwen met zwangerschapscomplicaties
Zwangerschapscomplicaties verhogen de kans op hart- en vaatziekten. Daarom gaan huisartsen in Den Haag vrouwen met complicaties actief monitoren na de zwangerschap. Huisarts Hedwig Vos: 'als je er vroeg bij bent, kan je later veel leed voorkomen.'