'Dit smaakt naar meer'
Wie doet wat in het sociaal domein?
“Het sociaal domein is breed. Maar op onderdelen komen onze organisaties elkaar zeker tegen.” Dat zegt dagvoorzitter Martijn da Costa (clusterhoofd Gehandicapten en Chronisch Zieken bij ZonMw), als hij de matchingsbijeenkomst aftrapt. “Weten we dan wel van elkaar wat we doen? Of waar onze raakvlakken liggen?” Hij vervolgt: “Deze meeting is bedoeld om nader kennis te maken met het werk van alle 3 de organisaties. En met elkaar als professionals. Hoe kunnen we elkaar versterken, door meer of anders samen te werken, met als doel kennis beter te laten landen in de praktijk? Dat onderzoeken we in deze bijeenkomst.”
Meer weten over de 3 organisaties?
Hoe kunnen we elkaar versterken, door meer of anders samen te werken, met als doel kennis beter te laten landen in de praktijk?
Praktijkvoorbeeld
Thema’s waarop de 3 organisaties kunnen samenwerken zijn bijvoorbeeld: jeugd, schulden/bestaanszekerheid, ouderen/gehandicapten en psychische problematiek. Lisanne Hogema (programmamanager Grip op Onbegrip, ZonMw) en Carijn Tulp (coördinator Zorg & Veiligheid, Platform Sociaal Domein) geven een concreet voorbeeld van hoe zo’n samenwerking eruit kan zien. Ze vertellen dat het Regioteam Zorg & Veiligheid (van het Platform Sociaal Domein) onderdeel is van het Actieprogramma Grip op Onbegrip (van ZonMw).
Tulp en Hogema geven eerst aan van wat er in hun samenwerking goed werkt. Bijvoorbeeld hun gezamenlijke betrokkenheid bij de vormgeving en inhoud van programmalijnen en subsidieoproepen. Tulp: “De signalen die regioadviseurs ophalen, nemen wij mee in de programmering.” Verder heeft het regioteam een rol aan de voorkant, dus vóór het indienen van de subsidieaanvraag.
Binnen het actieprogramma Grip op Onbegrip (of AGO) zijn er budgetten per regio beschikbaar. “Subsidieaanvragers zijn niet in competitie met elkaar”, zegt Tulp. Zo kan aangesloten worden bij de ontwikkelingen in de regio. Ondersteuning vanuit het regioteam blijkt daarin heel waardevol, zien Tulp en Hogema.
Ook geven zij voorbeelden van dilemma’s waarmee ze nog worstelen. Zoals hoe ze het subsidieproces kunnen optimaliseren. “We hebben al stappen gezet. Zo vullen aanvragers tegenwoordig niet alleen formulieren in, maar gaan we ook veel vaker met hen in gesprek. Dit vraagt continu aandacht van zowel het programma (ZonMw) als van het regioteam. Samen blijven leren en verbeteren staat daarin centraal”, zegt Hogema. “Overige dilemma’s hebben te maken met de toekomst. Denk aan evaluatie en borging van deze aanpak.”
Op zoek naar verbinding
Dan is het tijd voor groepssessies. De ongeveer 40 deelnemers – programmamanagers van ZonMw, beleidsadviseurs van de VNG en regioadviseurs van het Platform Sociaal Domein – verdelen zich over 3 tafels. Elke sessie begint met een voorstelrondje. Deelnemers vertellen bij welke organisatie ze werken. En met welke onderwerpen zij zich concreet bezighouden in hun dagelijkse praktijk. Opvallend is de grote belangstelling die de aanwezigen hebben voor elkaars activiteiten. Ze zoeken gericht naar waar ze de verbinding kunnen leggen tussen hun eigen werkzaamheden en die van andere deelnemers.
Wat betreft het implementeren en opschalen van kennis is er nog een wereld te winnen
In gesprek over kennis
Daarna gaat elke groep in gesprek over het ontwikkelen, delen, benutten en borgen van kennis.
Het valt sommige deelnemers op dat subsidieaanvragen voor kennisontwikkeling soms gaan over kennis die er al ís. Blijkbaar is dit dan niet bekend bij de aanvragers, zo constateren zij. Wat betreft het implementeren en opschalen van kennis is er nog een wereld te winnen, vinden veel deelnemers. Ze zien dat uitvoerende professionals hier vaak gewoon niet aan toe komen.
Tijne Berg (beleidsmedewerker Inclusieve Samenleving, VNG): “Kennis sijpelt wegens tijdgebrek niet goed door.” Wat in de ene regio goed werkt, bereikt hierdoor niet de andere regio, zien de aanwezigen. Waardoor iedere regio opnieuw het wiel uitvindt. Ook de borging van kennis gaat niet altijd van een leien dakje. Deelnemers stellen vast dat er met middelen van het Rijk veel wordt ontwikkeld, maar dat de middelen om lokaal of regionaal te borgen dikwijls ontbreken. Of de borging goed wordt opgepakt, is bovendien vaak afhankelijk van individuen. Borging is ook een uitdaging, vanwege het verloop van mensen (binnen gemeenten).
Suggesties voor oplossingen hebben deelnemers ook. Zoals: laat veldpartijen en doelgroepen zoveel mogelijk ‘aan de voorkant’ meedenken over aan welke kennis zij behoefte hebben. En over hoe zij deze gaan inzetten en borgen. Verder is het essentieel dat er juist ook voor dit benutten en borgen tijd en geld wordt vrijgemaakt.
Laat veldpartijen en doelgroepen zoveel mogelijk ‘aan de voorkant’ meedenken over aan welke kennis behoefte is
Samenwerken, op welke vlakken?
Tot slot buigen de groepen zich over de vraag hoe de onderlinge samenwerking tussen de 3 organisaties eruit kan zien. Ze zijn het erover eens dat inhoudelijke raakvlakken erg belangrijk zijn, dus dat er bijvoorbeeld een koppeling gemaakt kan worden op een bepaald thema. “Raakvlakken hebben echter niet alleen te maken met inhoud, maar ook met: hoe breng je veranderingen tot stand”, zegt Patricia Faasse (kennismakelaar bij VNG Kennishub). “Deze kennis over ‘veranderkunde’ zouden we met elkaar kunnen delen.”
Sommige aanwezigen signaleren bij sociaal professionals een zekere verandermoeheid. Zij zien dat bijvoorbeeld de zoveelste hervorming van de Jeugdwet weerstand oproept bij degenen die deze wet uitvoeren. Faasse: “Misschien moeten wij dan zeggen: ik ga je helpen bij die verandering. In plaats van: laten we kennis ontwikkelen. Natuurlijk: om te veranderen is uiteindelijk kennis nodig. Maar als wij onze insteek veranderen, sluiten we mogelijk beter aan bij de behoeften.”
Deelnemers stellen dat samenwerking verder ook kan gaan over: Wat zijn de juiste partners in een bepaalde regio? Wie zijn voortrekkers op een thema, bij wie kun je welke kennis halen, wat zijn krachtige bestuurders?” Corina Brekelmans (adviseur kennis en innovatie bij Platform Sociaal Domein): “Het is handig om ook dergelijke informatie met elkaar te delen.”
'We brengen de eilandjes bij elkaar'
Op het eind van de bijeenkomst komen de aanwezigen opnieuw bij elkaar. Onder leiding van da Costa delen ze opbrengsten uit de groepssessies. Ook reflecteren zij op de matchingsbijeenkomst. Wat heeft deze opgeleverd? Is er behoefte aan vervolgafspraken?
“Deze meeting smaakte naar meer!”, zegt Arno van Kempen (regioadviseur Platform Sociaal Domein). “Ik proef en voel dat we elkaar nog veel meer kunnen ondersteunen. Waar dat precies in zit? Die vraag vind ik nu nog lastig te beantwoorden. Maar ik denk dat we elkaars expertise beter kunnen benutten. Daarom wil ik graag méér van zulke bijeenkomsten.”
Dankzij de matchingsbijeenkomst “komen de afzonderlijke eilandjes bij elkaar”, concluderen de aanwezigen, die aangeven dat ze elkaar graag nog eens zouden zien. Suggesties zijn onder meer om tijdens een volgende bijeenkomst thematisch te werken. Of een spreker uit te nodigen en aan de hand van diens verhaal de verdieping te zoeken. Da Costa: “Hier wordt duidelijk een positief signaal uitgesproken. Dus: wordt vervolgd!”
Colofon
Tekst: Femke van den Berg
Beeld: Rinske de Waard
Eindredactie: ZonMw