Veelgestelde vragen: Implementatie VSV basiskader

Baby
Een subsidieaanvraag goed indienen kan veel vragen opleveren. Hieronder vindt u veelgestelde vragen en antwoorden. Deze hebben betrekking op de subsidieoproep Implementatie basiskader verloskundige samenwerkingsverbanden (VSV).

Deze pagina wordt aangevuld n.a.v. vragen uit mails en telefonisch contact. De vragen uit het webinar zijn inmiddels van een reactie voorzien en een deel is ook bij de veelgestelde vragen opgenomen. 

Algemeen

Subsidieronde open29-04-2024

Informatiemoment (Online)

 

16–05-2024

16.00-17.00 uur

Deadline indienen subsidieaanvragen15-07-2024
Ontvangstcheck15-07-2024 t/m 17-07-2024
Besluit Oktober 2024

De programmacommissie. Bekijk de commissie op deze pagina

Een Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) kan een subsidieaanvraag indienen. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt:

  • Het  VSV/IGO bezit rechtspersoonlijkheid. Deze VSV is de hoofdaanvrager en kan subsidie aanvragen in het kader van deze subsidieoproep. Voorbeelden van een VSV/ IGO dat een rechtspersoonlijkheid is: stichting, vereniging, coöperatie
  • Een VSV/IGO bezit geen rechtspersoonlijkheid. Dit VSV dient in met behulp van een hoofdaanvrager. De hoofdaanvrager is een in Nederland gevestigde rechtspersoon. De subsdieaanvraag kan in dit geval ingediend worden door:
    • Een rechtspersoon binnen een VSV
    • Een ander VSV dat een rechtspersoon is 
    • Een andere regionale samenwerkingsorganisatie, die een rechtspersoon is en waar al een goede samenwerking mee is (en bekend is met de geboortezorg). 

Met deze subsidieoproep worden VSV’s ondersteund om de 4 verantwoordelijkheden, zoals die zijn beschreven in het VSV basiskader, verder te implementeren in het VSV (de 4  verantwoordelijkheden worden in deze oproep omschreven als ‘bouwstenen’). Daarnaast houden de VSV’s gedurende dit programma hun voortgang en ervaringen bij, zodat daarvan geleerd kan worden binnen en tussen VSV’s. 

De programmacommissie neemt in oktober een besluit over alle aanvragen. Zodra het VSV de besluitbrief binnen heeft en het meldingsformulier ondertekend terug heeft gestuurd, kan er gestart worden. Wij adviseren u dan ook om tot die tijd te wachten met het maken van kosten. 

Ja dat kan. Het is daarbij echter wel belangrijk dat je als VSV kunt aantonen (in de planning) dat je éérst de basis in bouwsteen 1 borgt in het VSV, voordat je overgaat op het uitvoeren van het plan van aanpak voor bouwsteen 2,3 en/of 4. In het beoordelen hiervan is de programmacommissie scherp op haalbaarheid van deze planning. In het tussentijdse evaluatiemoment wordt nadrukkelijk aandacht besteed óf deze basis op orde is, zoals in de beoordelingscriteria staat beschreven. Er is, samen met de programmapartners voor gekozen om éérst de basis voor bouwsteen 1 neer te zetten alvorens verder te gaan, vanwege het belang van gezamenlijke besluitvorming en mandatering in het verder vormgeven van de andere bouwstenen in het VSV. 

Gezien de korte looptijd van dit programma, is in deze subsidieronde het volledige subsidiebudget beschikbaar gesteld. Na deze subsidieronde kijken we hoeveel budget er overblijft. Op basis van de ingediende plannen en het tussentijdse evaluatiemoment evalueren we hoe we het resterende budget in 2025 kunnen uitzetten. Op basis van deze evaluatie volgt nadere informatie over een eventuele tweede ronde. Daarbij wordt parallel aan dit subsidieproces toegewerkt naar structurele financiering voor elk VSV in 2027 door de NZA en de programmapartners. 

Degene die in de praktijk de ‘dagelijkse’ leiding heeft over de aanvraag en de uitvoering van de subsidieaanvraag. De projectleider is inhoudelijk verantwoordelijk voor de uitvoering en coördinatie van het project en is het eerste aanspreekpunt voor ZonMw.  Zie ook Informatie voor de projectleider (zonmw.nl).

Degene die financieel verantwoordelijk is samen met de hoofdaanvrager. De bestuurlijk verantwoordelijke is de rechtspersoon die op grond van de statuten bevoegd of gemachtigd is de organisatie te vertegenwoordigen. De hoofdaanvrager en bestuurlijk verantwoordelijke zijn werkzaam bij dezelfde organisatie.  

De hoofdaanvrager is een in Nederland gevestigde rechtspersoon en kan zijn:

  • Een rechtspersoon binnen een VSV
  • Een ander VSV dat een rechtspersoon is 
  • Een andere regionale samenwerkingsorganisatie, die een rechtspersoon is en waar al een goede samenwerking mee is (en bekend is met de geboortezorg). 

De hoofdaanvrager is de organisatie die financieel verantwoordelijk is en aansprakelijk als er niet aan de afspraken voldaan wordt. Om deze rol goed te vervullen, is het belangrijk te weten dat de hoofdaanvrager de volgende taken uit moet voeren:

  • Schrijven en indienen van de subsidieaanvraag en verplichte bijlagen;
  • Bijhouden van de financiën (inkomsten en uitgaven); 
  • Contractbeheer;
  • Op tijd en volledig indienen van tussentijdse evaluaties en eindrapportage

Samen met de besluitbrief ontvangt u het meldingsformulier. Dit ontvangt u begin november. Het meldingsformulier dient u binnen 4 weken ingevuld in bij ZonMw. Vanaf het moment dat het meldingsformulier binnen is bij ZonMw, gaat de financiële afdeling de betaling afhandelen. De betaling (de eerste bevoorschotting) ontvangt u in ieder geval voor het aflopen van dit kalenderjaar. 

Dit kan via deze link op de website van het College Perinatale Zorg: Webinar subsidieoproep versterking VSV's terugkijken | CPZ (kennisnetgeboortezorg.nl)

Financieel

Het totale beschikbare budget voor deze subsidieronde bedraagt  € 21.420.000.

In deze subsidieoproep kan er per VSV/IGO maximaal € 315.000 worden aangevraagd voor een looptijd van maximaal 2 jaar (t/m 2026). Voor ieder VSV is budget beschikbaar. Per VSV kan er één subsidieaanvraag worden ingediend.

Nee, er is nu gekozen om voor ieder VSV hetzelfde bedrag beschikbaar te stellen. Het is een ontwikkelgericht programma, dat wil zeggen dat er geld beschikbaar is om een professionaliseringsslag te maken. Dat is met deze subsidie voor ieder VSV mogelijk. Elk VSV heeft daarin een eigen uitdaging. Er is momenteel onvoldoende kennis beschikbaar om een inschatting te maken hoe en met welke factoren rekening te houden in het budget. Vanaf 2027 is structurele bekostiging voor een VSV beoogd en daarin zal onder leiding van de NZa de keuze worden gemaakt hoe deze bekostiging per VSV wordt vormgegeven. ZonMw is aanwezig bij deze bijeenkomsten en zal samen met de NZa evalueren welke leerpunten meegenomen worden in deze bekostiging.

Als een VSV niet uitgevoerd heeft wat ze beloofd hebben en/of het subsidiebudget niet besteed hebben, dan zal het wel teruggevorderd worden. Dit eerste zal alleen in uitzonderlijke gevallen gebeuren. Een subsidie (van ZonMw) gaat uit van een inspanningsverplichting en de inzet van de middelen voor de gestelde doelen. Terugvorderen gebeurt alleen als de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt (geheel) niet zijn uitgevoerd of de voorwaarden waaronder de subsidie is verstrekt niet zijn nageleefd. Subsidiebudget wat na afronding van het project niet besteed is dus over is, wordt altijd teruggevorderd.

Om deze taak uit te voeren is het belangrijk dat het subsidiebedrag goed beheerd wordt en de administratie goed geregeld. Deze taak ligt bij de hoofdaanvrager. Zie voor meer informatie ook de vraag ‘Wat komt er kijken bij het zijn van een Hoofdaanvrager?’

  • Er is een vast format dat hiervoor gebruikt moet worden. Dringend  verzoek dit qua layout niet aan te passen, want er zitten berekeningen in. 
  • Alle vakjes horende bij een rij invullen
  • F&Q accountsverklaring vanaf € 125.000
  • Onvoorziene kosten moeten nader gespecifieerd worden bij de eindafrekening
  • Liever geen administratieve of kassiers taken benoemen; dit is niet subsidiabel. Schaar het dan onder een andere personeelspost
  • Tijdspad begroting kan niet langer zijn dan looptijd project
  • Contributie aan je IGO of Federatie kan niet worden opgevoerd

Ja dat kan. Op de begroting kunnen deze kosten ingevuld worden onder ‘overige kosten’.

Let op: zijn deze kosten opvallend hoog dan kunt u verwachten dat de programma commissie bij de beoordeling van de aanvraag hier kritisch naar kijkt. Ook is het goed om je als VSV te realiseren dat dit programma van tijdelijke duur is en de vacatiegelden dus ook. Schep daarom heldere verwachtingen naar de mensen die de vacatiegelden ontvangen. 

Voor een advies over de besluitvorming van de aanvragen heeft de programmacommissie (lees)tijd nodig. In de periode na 15 juli is het zomervakantie waarin veel mensen op vakantie zijn. Daarom is de besluitvorming in oktober gepland. Hierna wordt een besluitbrief opgesteld en naar de aanvrager verstuurd. Op de besluitbrief wordt je gevraagd te reageren met een meldingsformulier (handtekening + startdatum). Het project kan starten vanaf de datum van ontvangst van de besluitbrief. De uiterlijke startdatum is binnen 2 maanden na honorering van het project.

Dit kan niet, omdat we dit juridisch niet kunnen verantwoorden.

Hiermee wijzigt de begunstigde. Er is een verzoek (per email / telefoon) van de huidige hoofdaanvrager, projectleider of bestuurlijk verantwoordelijke om de begunstigde te wijzigen. U wordt dan verzocht een verklaring te ondertekenen voor de wijziging. Vervolgens verwerkt ZonMw deze aanvraag. Schat in of de periode waarvoor dit nodig is, haalbaar is gezien het aantal stappen dat hiervoor genomen moet worden. 

De kosten die een VSV maakt, als zij iemand inhuren die de aanvraag schrijft, kunnen niet opgevoerd worden op de begroting. Achteraf financiering is namelijk niet mogelijk. 
Het advies is om iemand die bekend is met het VSV de aanvraag te laten schrijven. Het VSV (bestuur) weet het beste op welke onderdelen uit het Basiskader zij wil professionaliseren en dus subsidie wilt aanvragen. Je kan hulp vragen bij de regio coördinator. Zij schrijven niet de aanvraag, maar kunnen wel vragen beantwoorden.

Samen met de besluitbrief ontvangt u het meldingsformulier. Dit ontvangt u begin november. Het meldingsformulier dient u binnen 4 weken ingevuld in bij ZonMw. Vanaf het moment dat het meldingsformulier binnen is bij ZonMw, gaat de financiële afdeling de betaling afhandelen. De betaling (de eerste bevoorschotting) ontvangt u in ieder geval voor het aflopen van dit kalenderjaar. 

ZonMw geeft de goedgekeurde tarieven niet vrij. ZonMw gaat ervan uit dat tarieven naar alle redelijkheid zijn ingevuld. Hierbij kunt u uitgaan van tarieven die omgerekend passen binnen de passende salarisschalen. Mochten de tarieven die opgevoerd worden boven verwachting hoog zijn en uitschieten in vergelijking met andere aanvragen, dan is het mogelijk dat er ofwel vanuit de programmacommissie ofwel vanuit de financiële afdeling van ZonMw een specificatie gevraagd wordt ter verantwoording. Deze specificatie zal vervolgens worden beoordeeld en kan daarna direct worden goedgekeurd of wij vragen u de begroting aan te passen. 

Iedere partij die subsidie ontvangt en economische activiteiten verricht, krijgt een DAEB opgelegd.

Dit betekent niet per definitie dat er niet (meer) aangevraagd kan worden. Er dient gekeken te worden naar het reeds ontvangen totaalbedrag. Daar kan vervolgens het meest passende staatssteuninstrument op worden toegepast. Hierbij geldt dat de DAEB de-minimis kan worden toegepast als het totaal – naar verwachting – de €750.000,- niet overschrijd (berekend over de afgelopen 3 belastingjaren, inclusief dit jaar). En anders kan er ‘op safe’ worden gespeeld door de DAEB toe te passen. Hieraan zitten geen beperkingen. 

Het verlenen van vacatiegelden is een middel om mensen te motiveren bij te dragen aan een bepaalde doelstelling(en) binnen een VSV.  Bijvoorbeeld als een VSV zijn netwerk wil verstevigen. Het is goed om dit in de aanvraag te onderbouwen. En dan is het logisch als het VSV deze kosten opvoert op de begroting. Zijn deze kosten opvallend hoog dan kunt u verwachten dat de programma commissie bij de beoordeling van de aanvraag hier kritisch naar kijkt. Wel is het goed om je als VSV te realiseren dat dit programma van tijdelijke duur is en de vacatiegelden dus ook. Schep daarom heldere verwachtingen naar de mensen die de vacatiegelden ontvangen. Op de begroting kunnen deze kosten ingevuld worden onder ‘overige kosten’. 

Staatssteun

Subsidies die ZonMw verstrekt, worden aangemerkt als financiële steun vanuit de overheid. De activiteiten waarvoor in deze oproep subsidie aangevraagd wordt, kunnen in sommige gevallen economisch van aard zijn. Dan kan er sprake zijn van staatssteun.

Ja, je kan vrijstelling krijgen. In veel gevallen kan ZonMw toch subsidie verstrekken door toepassing van ’staatssteuninstrumenten’. In deze subsidieoproep zijn dat de de-minimis en DAEB. 

Wanneer dien je een de- minimis verklaring in?

  • Als de hoofdaanvrager van deze subsidieaanvraag kan verklaren dat zij in de afgelopen 3 belastingjaren  minder dan € 750.000 subsidie hebben ontvangen (inclusief het aangevraagde bedrag), dan kan een de-minimis verklaring worden aangeleverd. Het gaat hierbij om alle steun die de organisatie heeft ontvangen van de overheid onder de de-minimisregeling en niet alleen om subsidie van ZonMw. ZonMw gaat ervan uit dat de-minimisverklaringen volledig en naar waarheid zijn ingevuld. Zie hier de verklaring:  Verklaring DAEB-de-minimissteun
  • Het verdient de voorkeur dat organisaties die (mede)aanvrager zijn en wel onder deze 750.000 blijven ook een de-minimisverklaring aanleveren. Hierdoor is meteen inzichtelijk dat zij zijn vrijgesteld van staatsteun. 
  • Als één van de begunstigden vanuit de hoofdaanvrager subsidie ontvangt en daarmee wel boven die € 750.000 uitkomt, krijgt die een DAEB opgelegd. (zie uitleg hieronder)
  • Op de de-minimisverklaring kunnen drie keuzes worden aangevinkt: a) geen subsidie heeft ontvangen, b) beperkt subsidie heeft ontvangen (vermeld dan ook het bedrag aan subsidie dat is ontvangen) en c) of er al eerder staatssteun is verleend voor eerder ontvangen subsidie (ook hier vermeld u het bedrag aan subsidie dat is ontvangen)

(Let op! in de verklaring staat € 500.000 – maar dat moet € 750.000 zijn. Dat is een wijziging in Europese wet die onlangs heeft plaatsgevonden)

Wanneer dien je de DAEB begroting in?

  • Als de hoofdaanvrager of een medeaanvrager in de afgelopen 3 jaar voor meer dan € 750.000 subsidie heeft ontvangen, geldt voor deze partij een DAEB vrijstellingsbesluit. 

Op grond van een DAEB-Vrijstellingsbesluit kan ZonMw ondernemingen geoorloofd staatssteun verlenen. 

Dit betekent dat ZonMw een onderneming kan belasten met het uitvoeren van een taak in het publiek belang voor zover de verhoudingen op de interne markt niet onevenredig verstoord worden. Dit doet ZonMw via een aanwijzingsbesluit.

  • Over het algemeen levert ieder samenwerkingsverband wat géén rechtspersoon is en waar het ziekenhuis wel hoofd- of medeaanvrager is een DAEB begroting aan. Dit komt omdat ziekenhuizen vaak niet in aanmerking komen om de de-minimisregel toe te passen. Ze hebben immers vaak meer dan 750.000 aan subsidie ontvangen in de afgelopen 3 jaren. Dit geldt ook voor UMC’s.
  • De hoofdaanvrager is verantwoordelijk voor het aanleveren van deze begroting. Ook als deze organisatie zelf wel gebruik maken van de de-minimis verklaring. Het verdient de voorkeur dat organisaties die (mede)aanvrager zijn en wel onder deze 750.000 blijven een de-minimisverklaring aanleveren. Het is zo meteen inzichtelijk dat zij zijn vrijgesteld van staatsteun. 
  • U kunt de DAEB begroting hier vinden.
  • In de DAEB begroting wordt onderscheid gemaakt tussen economische activiteiten en niet economische activiteiten. Zo kan inzichtelijk worden gemaakt voor hoeveel economische activiteiten subsidie wordt ontvangen en wordt voldaan aan de Europese wetgeving. Onderstaande activiteiten zijn door de jurist als economisch aangewezen:
  • Oprichten van een juridische entiteit; 
  • Faciliteren van bestuur/secretariaat;
  • Beschikbaarheid ketenregisseur

Mogelijk zien we straks bij de aanvragen nog meer economische activiteiten; die zullen we dan markeren. 

  • Let op! In de deadline van deze oproep, namelijk 15 juli 14.00 dient wel altijd een begroting te worden aangeleverd. Dit is namelijk onderdeel van de aanvraag. Eerder is gecommuniceerd dat aanvragers tot 27 augustus tijd krijgen om de staatsteundocumenten aan te leveren. Het gaat hierbij dus om de DAEB begroting en de-minimisverklaringen. Als het lukt kunt u deze natuurlijk ook al op 15 juli aanleveren en anders graag uiterlijk 27 augustus

 

 

 

 

Iedere partij die subsidie ontvangt en economische activiteiten verricht, krijgt een DAEB opgelegd.

Dit betekent niet per definitie dat er niet (meer) aangevraagd kan worden. Er dient gekeken te worden naar het reeds ontvangen totaalbedrag. Daar kan vervolgens het meest passende staatssteuninstrument op worden toegepast. Hierbij geldt dat de DAEB de-minimis kan worden toegepast als het totaal – naar verwachting – de €750.000,- niet overschrijd (berekend over de afgelopen 3 belastingjaren, inclusief dit jaar). En anders kan er ‘op safe’ worden gespeeld door de DAEB toe te passen. Hieraan zitten geen beperkingen. 

Indienen

De coördinatoren van de Consortia van de NRCG kunnen VSV’s ondersteunen bij het doen van een goede aanvraag. Ook zal er nog een informatiemoment zijn waarbij de aanvrager vragen kan stellen over de subsidieoproep en de aanvraagprocedure. Deze digitale informatiebijeenkomst zal plaatsvinden op 16 mei 2024 om 16.00 uur.

Dat adviseren wij niet; wissel vooral ook kennis uit met andere VSV’s. Of haal informatie op de bij de regio coördinatoren va de Consortia. En als je die niet hebt; bij de Federatie. 

Als jullie subsidie gaan aanvragen bij ZonMw, dan doorloop je een aanvraagformulier met duidelijke vragen. Lees deze in zijn geheel door; en kijk dan welke informatie je moet verzamelen om dit formulier goed in te kunnen vullen. Tijdens de informatiemomenten kan de aanvrager nog vragen stellen. 

Als u hulp nodig hebt bij het vormgeven van de subsidieaanvraag kunt u contact opnemen met de regio coördinatoren van de Consortia Zwangerschap en Geboorte (NRCG) en de Federatie van VSV’s. Meer informatie vindt u op de website van de Federatie van VSV.

Een Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) kan een subsidieaanvraag indienen. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt:

  • Een VSV/ IGO bezit rechtspersoonlijkheid. Deze VSV/IGO is de hoofdaanvrager en kan subsidie aanvragen in het kader van deze subsidieoproep.
  • Een VSV/ IGO bezit geen rechtspersoonlijkheid. Dit VSV/IGO dient in met behulp van een hoofdaanvrager. De hoofdaanvrager is een in Nederland gevestigde rechtspersoon. De subsidieaanvraag kan in dit geval ingediend worden door:  
  • Een rechtspersoon binnen een VSV
  • Een ander VSV dat een rechtspersoon is 
  • Een andere regionale samenwerkingsorganisatie, die een rechtspersoon is en waar al een goede samenwerking mee is (en bekend is met de geboortezorg). 

Voor deze VSV/IGO geldt dat zij een ondertekende letter of commitment moeten aanleveren. Daarin staat welke partijen onderdeel zijn van het samenwerkingsverband en blijkt dat deze partijen achter de subsidieaanvraag staan. 

Het subsidiebedrag wordt toegekend aan de organisatie van de indienende partij (hoofdaanvrager en bestuurlijk verantwoordelijke). De volgende partij(en) kan/ kunnen aanspraak maken op (een gedeelte van de) subsidie. Dit betekent dat deze partij(en) (een deel van de) subsidie mag/mogen ontvangen om activiteiten binnen het project uit te voeren. Met andere woorden, de volgende partijen mogen worden opgevoerd op de begroting:

  • organisaties die onderdeel uitmaken van het VSV zoals maatschap van verloskundigen/gynaecologen, kraamzorgorganisaties of ziekenhuizen. 
  • menskracht, bijvoorbeeld voor een adviesrol of ingehuurde expertise. Mits zij bijdragen aan het behalen van de doelstellingen, er geen sprake is van dubbelfinanciering en alleen voor de periode van de activiteit worden opgevoerd op de begroting.

Ja, je kunt dezelfde penvoerder benaderen als je daar al een goede samenwerkingsrelatie mee hebt. De coördinatoren van de Federatie of NRCG zijn daarnaast betrokken bij het vormgeven van je aanvraag en de monitoring en evaluatie. 

Alleen een partij met een rechtspersoonlijkheid kan aanvragen. Zie ook de vraag ‘wie kan er indienen’?

Ja, het bankrekeningnummer moet bekend zijn bij de aanvraag. Deze vult u in bij sectie 5 van het aanvraagformulier

Omdat ZonMw zeker wil weten dat de mede-aanvragers en eventuele sponsors van een project zich juridisch hebben verplicht tot de toegezegde bijdrage (bijvoorbeeld cofinanciering, uitvoering van activiteiten) dient bij de indiening van (de volledig uitgewerkte) aanvraag een Letter of Commitment van elk van hen te worden toegevoegd. De Letter of Commitment moet op briefpapier van de betreffende mede-aanvrager of sponsor worden geprint en worden ondertekend door een persoon die daartoe gemachtigd is. Deze brief is gericht aan de bestuurlijk verantwoordelijke van de hoofdaanvrager en niet aan ZonMw. 

Voorbeeld Letter of Commitment

Let op: is er sprake van cofinanciering?  Dan ontvangt ZonMw per cofinancier een LoC. De bedragen per cofinancier in de LoC moeten overeenkomen met de bedragen van deze partners op de begroting.

Elk VSV dat geen rechtspersoonlijkheid is levert samen met de subsidieaanvraag uiterlijk 15 juli een Letter of Commitment aan. 

Mocht het VSV een samenwerkingsovereenkomst hebben, dan kan deze in plaats van de LoC aangeleverd worden. Wel moet de samenwerkingsovereenkomst aan enkele voorwaarden voldoen:

  • De inhoud van de samenwerkingsovereenkomst moet aansluiten op de huidige situatie van het VSV; 
  • De organisaties die hun handtekening er onder zetten, spelen een rol in de uitvoering van de projecten en geven commitment aan de bijbehorende financiële afspraken. 

Nee, de cofinancieringsbijdrage moet ook altijd op de begroting gespecificeerd worden per partij. Aangezien de hoofdaanvrager de begroting moet ondertekenen, committeert hij zich hiermee al aan de toegezegde eigen bijdrage en is een LoC niet nodig.

In een Letter of Commitment (LoC) verplichten de projectpartijen en/of sponsors, behalve de hoofdaanvrager, zich tot de toegezegde bijdrage aan het voorgestelde project. Deze bijdrage kan geldelijk of in natura zijn (inclusief uitvoering van activiteiten).

  • De brief moet een omschrijving van de bijdrage in geld of natura (waaronder de werkzaamheden) en de hoedanigheid (samenwerkende partij of sponsoring) bevatten. De LoC mag maar één opschortende voorwaarde bevatten, namelijk dat de toezegging alléén geldt als ZonMw de subsidieaanvraag honoreert.
  • Elke samenwerkende en sponsorende organisatie moet een exemplaar aanleveren, behalve de organisatie waaraan de hoofdaanvrager is verbonden.
  • Het briefhoofd van de betreffende deelnemende organisatie moet gebruikt worden.
  • De moet geadresseerd zijn aan de organisatie waaraan hoofdaanvrager is verbonden.
  • De LoC moet ondertekend worden door de persoon die daartoe gerechtigd is. 

Op de LoC staan alleen medeaanvragers. Medeaanvragers dragen zelf zorg voor de afspraken die zij met derden vaststellen, waar bijvoorbeeld ZZP'ers onder vallen. 

Elke VSV levert samen met de subsidieaanvraag uiterlijk 15 juli een LoC aan. Mocht het VSV een samenwerkingsovereenkomst hebben die in 2024 is opgesteld, dan kan deze in plaats van de LoC aangeleverd worden. 

Een aanvraagformulier hangt aan één account in MijnZonMw. Helaas is het niet mogelijk om in MijnZonMw meerdere accounts of personen te machtigen om mee te schrijven aan een aanvraag of deze aanvraag in te zien in de omgeving van MijnZonMw. Een manier om toch mee te kijken is om degene die het aanvraagformulier invult in MijnZonMw het aanvraagformulier te laten exporteren naar word (hiervoor staat een knop bovenin het formulier). Dit kan op elk moment, in het word formulier komt dan de informatie te staan zoals op dat moment ingevuld in het aanvraagformulier. Op deze wijze kan (de inhoud van) het aanvraagformulier met anderen / externen gedeeld worden. 

Het is mogelijk dat de commissie na de beoordeling van de aanvragen nog vragen of opmerkingen heeft. Deze ontvangt het VSV dan op 9 oktober. Het VSV heeft dan tot en met 16 oktober de tijd een reactie te geven op deze vragen of opmerkingen.  

Dit zal per VSV verschillen omdat de startsituatie en dus de doelstellingen per VSV verschillend zijn. Als je geen ervaring hebt met subsidieaanvragen, is het goed om hulp te vragen aan een regiocoördinator over wat er verwacht wordt. Deze zal het schrijven niet van je overnemen, maar kan wel voorbeelden en dergelijke geven.

In dat geval kun je een andere regiocoördinator benaderen. De contactgegevens staan op de website van de Federatie van VSV’s. 

In de subsidieoproeptekst is een bijlage opgenomen met een format voor het plan van aanpak.