Lachgas gemakkelijk verkrijgbaar, maar niet zonder risico’s

De afgelopen jaren gebruiken steeds meer jongeren en jongvolwassenen lachgas als een roesmiddel. Het middel wordt dan geïnhaleerd uit een ballon gevuld met lachgas uit slagroompatronen. Deze patronen zijn eigenlijk bedoeld als drijfgas om er slagroom uit een cilinder mee te kunnen spuiten.

Het risico op ernstige acute gezondheidsincidenten is gering, maar negatieve effecten op de gezondheid op de kortere en langere termijn komen wel degelijk voor. Dat blijkt uit het onderzoek "Roes met een luchtje" van het Trimbos-instituut (Utrecht) en het Bonger Instituut (Universiteit van Amsterdam). Het onderzoek is gedaan met financiering van ZonMw in opdracht van het ministerie van VWS.

Wie gebruikt lachgas?

Doel van het onderzoek was het verkrijgen van een beeld van de verschillende gebruikersgroepen van lachgas en inzicht in het problematisch gebruik en de context van gebruik. Veel verschillende doelgroepen gebruiken lachgas: van jonge pubers die nog nooit alcohol of drugs hebben gebruikt tot doorgewinterde uitgaanders die veel ervaring hebben met allerlei roesmiddelen. Het gebruik van lachgas is het hoogst onder jongeren en jongvolwassenen uitgaanders.

Hoe gebruiken jongeren lachgas?

Lachgas wordt meestal samen met anderen gebruikt. Het grootste deel doet het af en toe en gebruikt dan één of een paar ballonnen per persoon. Maar naast deze gelegenheidsgebruikers zijn er ook jongeren met een extremer gebruikspatroon, waarbij in groepsverband heel veel lachgas op een avond wordt gebruikt (‘bingen’). Van degenen die het laatste jaar lachgas hebben gebruikt, doet tussen de tien (bevolking 15 jaar en ouder) en twintig procent (uitgaanders) dit minstens één keer per maand. Degenen die elke maand lachgas gebruiken, nemen op uitgaansdagen gemiddeld meer ballonnen dan degenen die minder vaak gebruiken.

Risico’s en risicoperceptie

Jongeren denken heel verschillend over de gezondheidsrisico’s van lachgas. Vooral jongere gebruikers (van 12-14 jaar), die weinig ervaring met andere middelen hebben, zien lachgas vaak niet als een echte ‘drug’ en vinden dat er nauwelijks risico’s zijn. Anderen, vaak degenen die lachgas wel als een ‘drug’ zien, erkennen dat er risico’s zijn, al nemen zij die lang niet altijd serieus. Het risico op ernstige acute gezondheidsincidenten lijkt gering, maar gebruikers rapporteren wel degelijk negatieve effecten. Tijdens of kort na lachgasgebruik zijn dit met name hoofdpijn, duizeligheid en tintelingen van handen en voeten. Daarna volgen verwardheid, misselijkheid en craving (hunkering om opnieuw te gebruiken). De meest voorkomende zelf-gerapporteerde negatieve gezondheidseffecten op lange termijn zijn: concentratieproblemen, tintelingen, moeheid en duizelingen. Hierbij geldt: hoe vaker en meer lachgas wordt gebruikt, hoe vaker op lange termijn tintelingen, craving en gewenning worden ervaren. Op grond hiervan kan het risico op verslaving niet uitgesloten worden.

Aanbevelingen voor beleid, praktijk en onderzoek

Lachgas heeft bij veel jongeren een positief, onschuldig imago. Houd hier rekening mee in de preventie en voorlichting onder jongeren door met een eerlijke boodschap te komen, afgestemd op de ervaringen van de (jonge) gebruikers, is een van de aanbevelingen. Het meer stroomlijnen van de voorlichting door gemeenten, scholen en professionals is een ander aandachtspunt, net als de brede en gemakkelijke beschikbaarheid. Dat laatste kan worden tegengegaan door het stimuleren van beperkende maatregelen in de detailhandel.

Meer informatie