Honorering van projecten biomedische en klinische rondes post-COVID

21 onderzoeken op het gebied van biomedisch en klinisch onderzoek post-COVID gaan nog dit jaar van start. Van de ingediende aanvragen binnen de biomedische en klinische subsidierondes zijn alle positief beoordeelde uitgewerkte aanvragen toegekend.

Om de zorg en behandeling voor mensen met post-COVID te verbeteren is kennis uit biomedisch en klinisch onderzoek naar de oorzaken van post-COVID noodzakelijk. Op verzoek van ZonMw heeft het ministerie van VWS aanvullende financiering beschikbaar gesteld voor het biomedisch onderzoek post-COVID van de huidige opdracht van het Post-COVID programma. 

In totaal zijn voor de subsidieronde ‘Biomedische kennishiaten post-COVID’ 14 uitgewerkte aanvragen ingediend, die naar het oordeel van de beoordelingscommissie tenminste relevant en van goede kwaliteit zijn. Daarom heeft het ministerie van VWS desgevraagd besloten om het budget van deze subsidieronde op te hogen. Hiermee kunnen alle subsidieaanvragen binnen de biomedische subsidieronde worden   gehonoreerd. Ook is er 1 miljoen euro beschikbaar gesteld om in te kunnen spelen op beleidsurgente vragen.   

Subsidieronde klinisch onderzoek post-COVID – patiëntvragen

De subsidieoproep klinisch onderzoek post-COVID - patiëntvragen richt zich op klinisch onderzoek naar de behandeling van de meest beperkende klachten van patiënten met post-COVID. Deze zijn vastgesteld in de achterbanraadpleging, die is uitgevoerd door meerdere patiëntorganisaties. Deze raadpleging onder post-COVID patiënten is opgezet om de voornaamste uitdagingen bij het behandelen van hun klachten in kaart te brengen, en te bepalen welke oplossingen het meest dringend en gewenst zijn vanuit het perspectief van de patiënt. Er zijn 10 uitgewerkte aanvragen ingediend, waarvan 7 zijn toegekend en 1 nog onder review. Randvoorwaarde is dat alle 7 gehonoreerde projecten binnen de klinische subsidieronde aansluiting vinden bij het onderzoeks- en expertisenetwerk PCNN (Post-COVID Netwerk Nederland). Het budget voor de klinische subsidieoproep is 6 miljoen euro.  

Subsidieronde biomedische kennishiaten post-COVID

De subsidieronde voor biomedisch onderzoek heeft als doel om meer kennis en inzicht te verkrijgen in de onderliggende mechanismen die een rol spelen bij post-COVID. Dit moet leiden tot nieuwe perspectieven en mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling. De vastgestelde urgente onderzoeksvragen uit de kennisagenda biomedisch onderzoek post-COVID vormen de basis voor het onderzoek dat in deze subsidieronde wordt gefinancierd.

Door de ophoging van het budget zijn alle 14 ingediende onderzoeksprojecten  gehonoreerd. Ook deze projecten dienen aansluiting te vinden bij het onderzoeks- en expertisenetwerk PCNN (Post COVID Netwerk Nederland). Het totaal te besteden budget voor de biomedische subsidieoproep wordt 10.4 miljoen euro, dat is een verhoging van 4.4 miljoen euro (€6.000.000 + €4.419.400 = €10.419.400). De ophoging van het budget voor de biomedische subsidieronde heeft geen consequenties voor de budgetten van de andere lopende rondes.

Het subsidieproces – twee fases

Zowel de biomedische als de klinische subsidierondes bestonden uit 2 fasen. In de eerste fase dienden de aanvragers een projectidee in. Een projectidee is een beknopte beschrijving van het onderzoeksproject in een door ZonMw bepaald format. De projectideeën werden geëvalueerd op hun relevantie en globaal op kwaliteit, waarbij de meest kansrijke ideeën een positief advies kregen. Deze projectideeën werden beoordeeld door de beoordelingscommissie, bestaande uit experts uit het veld, post-COVID ervaringsdeskundigen en een patiëntpanel met post-COVID patiënten en naasten van post-COVID patiënten. Alle aanvragers, ook die met een negatief advies, hadden de mogelijkheid om een uitgewerkte subsidieaanvraag in te dienen. Bekijk hier de video over het ZonMw subsidieproces.

Uitgewerkte subsidieaanvraag

De fase van de uitgewerkte subsidieaanvraag is uitgebreider dan de projectidee fase, en gaat meer in op de aanpak en de kwaliteit van het onderzoek. Tijdens deze fase werd de uitgewerkte subsidieaanvraag in meerdere stappen beoordeeld. 

Stap 1. Eerst hebben wetenschappelijke experts - zogenaamde referenten - het voorstel beoordeeld op kwaliteit, en het post-COVID patiëntpanel op relevantie vanuit het patiëntperspectief.

Stap 2. Aanvragers kregen vervolgens de mogelijkheid te reageren op het commentaar van de referenten en het patiëntpanel middels een wederhoor. 

Stap 3. De beoordelingscommissie (met daarin ook post-COVID ervaringsdeskundigen) heeft vervolgens de aanvraag en het wederhoor beoordeeld om tot een definitief kwaliteits- en relevantieoordeel te komen.

Biomedische kennishiaten post-COVID

Dossiernummer: 11080022410009
Projectleider en penvoerder: Gerco den Hartog
Organisatie: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Omdat het voor patiënten met post-COVID condition (PCC) essentieel is dat de diagnose en behandeling verbetert, onderzoekt het project biomarkers voor PCC en mogelijke onderliggende oorzaken. In langlopende landelijke bevolkingsstudies (gestart in 2020 en 2021, n>40000) worden op meerdere tijdstippen bloedmonsters en klachten voor en na infectie met SARS-CoV-2 verzameld met gevalideerde vragenlijsten. Het project zal verschillende PCC fenotypen identificeren en relateren aan ~300 biomarkers, waaronder immunologische, cardio-metabole en neurologische markers. Een recente pilot met beperkte aantallen toonde al verschillende biomarkers die voor en na infectie verschilden tussen mensen met en zonder PCC. Dit onderzoek voor, tijdens en na PCC symptomen en in geïnfecteerde controles zonder PCC, levert sterk bewijs op voor biomarkers voor PCC. De geïdentificeerde biomarkers, voor verschillende ziektebeelden van PCC, worden gevalideerd en op functionaliteit getest.

Dossiernummer: 11080022410010
Projectleider en penvoerder: Jeroen den Dunnen
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

De oorzaken van long COVID zijn nog steeds niet duidelijk, maar inmiddels zijn er wel een aantal belangrijke hypothesen. Eén daarvan is de aanwezigheid van microclots: klontjes van eiwitten die sterk verhoogd zijn in long COVID-patiënten, die bloedvaten in weefsels kunnen beschadigen. In welke weefsels de microclots zich bevinden is echter nog grotendeels onbekend. Het doel van dit project is om erachter te komen waar de antistof-microclots zich bevinden door middel van een full-body PET-scan. Hiervoor heeft het project een samenwerking opgezet met (inter)nationale experts, waaronder de bekende microclots-onderzoekster Resia Pretorius. De kennis van dit project zou gebruikt kunnen worden voor het stellen van een diagnose en/of prognose van long COVID. Ook zou het subsets van patiënten kunnen identificeren (bijvoorbeeld met en zonder microclots). Tot slot zou het inzicht kunnen geven in de pathogenese van de ziekte, bijvoorbeeld door het bepalen in welke weefsels microclots zich ophopen.

Dossiernummer: 11080022410011
Projectleider en penvoerder: Leo Koenderman
Organisatie: Universitair Medisch Centrum Utrecht

Veel COVID patiënten herstellen niet volledig en ontwikkelen post-COVID met veelal post-exertionele malaise (PEM). Sommige post-COVID patiënten kunnen zelfs niet naar een zorginstelling komen. Hiervoor gaat dit project de diagnostiek bij de patiënt thuis organiseren (point-of-care/PoC) met diagnostische hardware in een bus. Omdat het immuunsysteem en metabolisme een belangrijke rol spelen worden deze onderzoeksvragen bestudeerd in de patiënten met de meest ernstige klachten in aan- en afwezigheid van PEM: 
1. Wordt ernstige post-COVID veroorzaakt door een afwijkende immuun- en/of metabole respons? 
2. Is een PEM gemedieerd door een behandelbare ontstekings- of metabole respons? 
3. Kan PoC immuun/metabole profilering bijdragen aan post-COVID zorg? 
Het valt te verwachten dat de patiënten met de meest ernstige post-COVID klachten het hoogste diagnostische signaal zullen hebben. Hierdoor zal het project de grootste kans maken om kenmerken van ernstig post-COVID en PEM te identificeren en toe te gaan passen als objectieve markers.

Dossiernummer: 11080022410014
Projectleider en penvoerder: Niels Eijkelkamp
Organisatie: Universitair Medisch Centrum Utrecht

Post-COVID bij kinderen is een complexe ziekte waarvan de biomedische oorzaken nog niet bekend zijn. Er zijn geen diagnostische hulpmiddelen en behandelingen. Kinderen zijn geen ‘kleine volwassenen’ en er is beperkt onderzoek naar post-COVID bij kinderen, wat het moeilijk maakt om deze leemte op te vullen. In dit project wordt post-COVID bij kinderen onderzocht om diagnostische markers en doelen voor behandelingen te identificeren. Het multidisciplinaire team zal vers en opgeslagen bloedmonsters analyseren op tekenen van neuro-inflammatie, veranderingen in het metabolisme, afweercellen en patronen van auto-immuniteit. Dit project zal fundamentele inzichten geven in pediatrische post-COVID die nodig zijn voor de diagnose van post-COVID en om klinische studies te informeren voor gebruik van bekende of nieuwe therapieën. Kinderen verdienen dit onderzoek, vanwege verschillen met volwassenen en de impact van post-COVID op de belangrijke ontwikkelingsfase waar kinderen zich in bevinden.

Dossiernummer: 11080022410016
Projectleider en penvoerder: Egbert Mik
Organisatie: Erasmus Medisch Centrum

Post-exertionele malaise (PEM) in post-COVID is niet objectief vast te stellen, wat bijdraagt aan onzekerheid en gebrek aan erkenning. Disfunctionele mitochondriën, de 'energiecentrales’ van de cellen, dragen vermoedelijk bij aan PEM. Dit project beoogt om bij volwassenen en kinderen, op een niet-invasieve manier, de zuurstofspanning (mitoPO2) en zuurstofverbruik (mitoVO2) in de mitochondriën te meten met innovatieve technologie. Deze optische methode is ambulant en kan indien nodig ook bij patiënten thuis worden ingezet. Het doel van dit project is om te onderzoeken of deze metingen PEM objectief kunnen aantonen (diagnostische waarde). Het tweede doel is om te onderzoeken of een verstoorde mitoPO2 en/of mitoVO2 veroorzaakt wordt door laag zuurstofaanbod (disfunctionerende haarvaatjes, stolsels, slecht aangelegde haarvaatjes) of door verstoord zuurstofverbruik (mitochondriën die niet goed werken). Het belang voor patiënten is betere diagnostiek en aanknopingspunten voor therapie.

Dossiernummer: 11080022410017
Projectleider en penvoerder: Martina Kutmon
Organisatie: Maastricht University

Als symptomen niet verklaard kunnen worden, blijven post-COVID patiënten vaak zonder antwoorden en perspectief achter. De onderzoeksgroep stelt dat deze symptomen een gemeenschappelijke oorzaak hebben: aanhoudende hersenontsteking en verstoring van autonome, hormonale en immuunfuncties. Om de interactie te onderzoeken tussen deze systemen die vermoedelijk een belangrijke rol spelen in post-COVID, stelt de onderzoeksgroep een innovatieve systeembiologische benadering voor. Het project brengt de ziekte in kaart via een interactieve ‘disease map’ - een modulair, multi-scale computermodel dat relevante biologische mechanismen en hun interacties definieert. Dit combineert het project met uitgebreide biologische metingen, van moleculaire bloedprofilering tot hersenbeeldvorming binnen dezelfde individuen. Door de data te integreren in de ziektekaart, wil de onderzoeksgroep de biologische oorzaken van de diverse symptomen begrijpen en specifieke biomarkers voor post-COVID vinden, leidend tot verbeterde diagnostiek en behandeling.

Dossiernummer: 11080022410018
Projectleider en penvoerder: Judith Rosmalen
Organisatie: Universitair Medisch Centrum Groningen

Post-COVID treft 1 op de 8 mensen na SARS-CoV-2 infectie, en leidt tot hoge persoonlijke en maatschappelijke kosten. Hoe post-COVID ontstaat is onduidelijk. Het doel van het project is het ontrafelen van post-COVID heterogeniteit in het Lifelines cohort, met gegevens en biomaterialen verzameld voor, tijdens en na de pandemie. Het project gaat deelnemers met post-COVID vergelijken met degenen die herstelden na COVID-19. Om heterogeniteit in post-COVID te onderzoeken verrijken we de dataset met immuun- en metabole metingen en gebruiken we twee benaderingen. Ten eerste zal het project subtypes van post-COVID definiëren op basis van symptomen. Deze top-down benadering sluit aan bij de klinische praktijk en kan helpen bij betere diagnose en behandeling. Ten tweede zal het project met geavanceerde data-analyse subtypes post-COVID patiënten identificeren op basis van biomarker profielen. Deze bottom-up benadering vergroot het inzicht in het ontstaan van post-COVID, mogelijk leidend tot nieuwe behandelmogelijkheden.

Dossiernummer: 11080022410019
Projectleider en penvoerder: Rob Wust
Organisatie: Vrije Universiteit Amsterdam

Veel patiënten met post-COVID hebben last van post-exertionele malaise (PEM) wat hun bijdrage aan de samenleving ernstig belemmert. Spierfunctie is verslechterd in patiënten met post-COVID na PEM. Spieren bestaan uit spiervezels, haarvaten, immuun-, vet- en bindweefselcellen, maar de invloed van post-COVID en acute inspanning op de functie van al deze celtypes is nog onduidelijk. Hierdoor is niet mogelijk de oorzaak van PEM te achterhalen. In dit translationele project wordt de cellulaire oorzaak van spierpijn en spiervermoeidheid tijdens PEM onderzocht met geavanceerde biomedische technieken. Het project onderzoekt de acute reactie op fysieke inspanning in post-COVID om de invloed van bloed, immuuncellen en het centrale zenuwstelsel op het ontstaan van PEM symptomen beter te begrijpen. Dit onderzoek zal bijdragen aan ontwikkeling van diagnostische testen voor PEM, en aanknopingspunten bieden voor interventies om de fysieke capaciteit van patiënten te verhogen en de PEM duur te verkorten.

Dossiernummer: 11080022410020
Projectleider en penvoerder: Amélie Bos
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Het doel van dit project is om het pathofysiologische effect van long COVID autoantilichamen op spieren en zenuwcellen te ontrafelen. De aanleiding hiervoor is onze eerdere bevinding dat long COVID autoantilichamen de functie van mitochondriën verstoren, wat leidt tot verminderde spierfunctie en pijn. In dit project zal de onderzoeksgroep: 
1. Identificeren waar autoantilichamen van long COVID patiënten precies binden in humane zenuw-, skelet- en hartspiercellen. 
2. Bepalen hoe long COVID autoantilichamen de functie van spiercellen en zenuwcellen veranderen. 
Met dit project zullen we op cellulair en moleculair niveau bepalen hoe long COVID autoantilichamen weefselspecifieke symptomen veroorzaken. Hiermee hoopt de onderzoeksgroep nieuwe aangrijpingspunten te vinden om long COVID te behandelen. Dit project zal gebruik maken van kweekmodellen van zenuw-, skelet- en hartspiercellen met als functioneel uitleessysteem mitochondriaal metabolisme, signaaltransductie, mitochondrieel verkeer en spiercontractie.

Dossiernummer: 11080022410021
Projectleider en penvoerder: Odilia Barbara Jeannette Corneth
Organisatie: Erasmus Medisch Centrum

Na de acute fase van COVID-19 houdt een aanzienlijk deel van de patiënten langdurige klachten (‘post-COVID’), die tot veel beperkingen leiden. Omdat we niet weten waardoor post-COVID ontstaat, is het beloop van de ziekte niet goed te voorspellen en is er geen goede behandeling mogelijk. Verschillende afwijkingen, zoals een ontregeld afweersysteem en afwijkende antivirale afweerreacties, dragen mogelijk bij aan het ontstaan van post-COVID. In dit project volgen we patiënten 2 jaar en wordt de samenhang tussen het afweersysteem en de antivirale reactie onderzocht. We koppelen deze data aan klachten en ziektebeloop, en aan data van herstelde COVID-19 patiënten. Hiermee verkrijgt het project essentiële mechanistische kennis over de oorzaken van post-COVID en hoe deze bijdragen aan ziekteherstel en beloop in individuele patiënten. Dit is een belangrijke stap voor het ontwikkelen van objectieve diagnostische criteria en een optimaal passende behandeling voor iedere patiënt met post-COVID.

Dossiernummer: 11080022410022
Projectleider en penvoerder: Rene Lutter
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Uit voorwerk is gebleken dat in bloed en hersenen van patiënten met post-COVID het enzym IDO2 aantoonbaar en actief is. De kynurenine producten die voortkomen uit de IDO2 activiteit bij post-COVID kunnen verklaren dat cellen niet goed functioneren en dat IDO2 activiteit lang na de initiële infectie nog steeds aanwezig is. Anderen hebben laten zien dat de kynurenine producten sterk of als enige correleren met cognitieve symptomen, post-inspannings malaise en ontsteking. Beter inzicht in de regulering van IDO2 expressie en activiteit, kan de sleutel zijn tot identificatie van diagnostische markers voor post-COVID en verklaren waarom een infectie met SARS-CoV-2 bij sommigen resulteert in het ontwikkelen van post-COVID. Voortbordurend op wat de onderzoeksgroep inmiddels weet, gaat het project de IDO2 activiteit en specifieke genetische factoren voor IDO2 expressie bij post-COVID patiënten verder analyseren. De onderzoeksgroep heeft aanwijzingen dat dit ook relevant is voor kinderen met post-COVID en ME/CVS patiënten.

Dossiernummer: 11080022410025
Projectleider en penvoerder: Henri Spronk, Michiel Warlé
Organisatie: Maastricht University

Long COVID (of post-COVID), met zijn aanhoudende symptomen, brengt aanzienlijke uitdagingen met zich mee en vereist een multidisciplinaire aanpak voor diagnostiek en behandeling. Het onderzoeken van de pathofysiologie, met name trombo-inflammatie die bloedplaatjes, ontstekingscellen en stolling omvat, is cruciaal. Sekseverschillen en hormonale invloeden beïnvloeden trombo-inflammatie, wat mogelijk bijdraagt aan een symptoom persistentie bij vrouwen. Dit project stelt een Case-Control studie voor om deze mechanismen te ontrafelen, met als doel biomarkers te identificeren en (antitrombotische) behandelstrategieën te verbeteren. De onderzoeksgroep zal een diepgaande systeembiologische analyse uitvoeren van de stolling en de aangeboren immuunfunctie (monocyten). Dit onderzoek is essentieel voor het verlichten van de last van long COVID en het verbeteren van de veerkracht van de volksgezondheid na de pandemie.

Dossiernummer: 11080022410028
Projectleider en penvoerder: Jos A Bosch
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Orthostatische Intolerantie (OI) treft 30-70% van post-COVID (PC) patiënten en wordt gekenmerkt door invaliderende symptomen zoals duizeligheid en flauwvallen bij zitten of staan. Dit project beoogt betere identificatie en behandeling van OI-patiënten. Dit is om twee redenen urgent: 
1. De gangbare tests geven artsen beperkte informatie voor behandelbeslissingen. 
2. Bij veel patiënten, ook met ernstige klachten, laten deze tests geen afwijkingen zien. Beide problemen kunnen leiden tot onjuiste diagnoses en daarmee ontoereikende zorg. Dit project stelt daarom betere, innovatieve methoden voor. In drie studies vergelijken we post-COVID patiënten (met en zonder OI-klachten) en gezonde mensen. Hierbij wordt systematisch de reacties van het hart- en vaatstelsel en de bloedtoevoer naar en in de hersenen gemeten, evenals de onderliggende biologische mechanismen. Deze methoden zijn direct toepasbaar in de praktijk en kunnen al op korte termijn de post-COVID zorg verbeteren.

Dossiernummer: 11080022410029
Projectleider en penvoerder: Leo Joosten
Organisatie: Radboud Universitair Medisch Centrum

Patiënten met post-COVID hebben vergelijkbare klachten als mensen met myalgische encefalomyelitis/chronisch vermoeidheidssyndroom (ME/CVS) en andere post-acute infectieuze syndromen (PAIS) ten gevolge van andere infecties zoals Q-koorts en Lyme. Deze aandoeningen veroorzaken ernstige chronische klachten, maar er is nog geen oorzaak, diagnose en behandeling ontdekt. In dit project wordt onderzocht of stoffen die worden vrijgegeven bij chronische ontsteking (zoals neuro-inflammatie), gebruikt kunnen worden om deze ziekten te identificeren. Door het meten van >5400 eiwitten in het bloed kunnen ziektemechanismen en nieuwe biomarkers worden geïdentificeerd. We werken met verschillende groepen deelnemers, waaronder post-COVID patiënten, PAIS-patiënten (Lyme, Q-koorts), multiple sclerose (MS), post-sepsis patiënten en gezonde personen. De resultaten kunnen helpen bij het ontwikkelen van nieuwe biomarkers en behandelingen, bijvoorbeeld door het gebruik van long non-coding RNAs gefocuste therapie. 

Klinisch onderzoek post-COVID - Patiëntvragen

Dossiernummer: 11080022420004
Projectleider en penvoerder: Joost Wiersinga, Brent Appelman
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Long COVID is een ernstig invaliderend syndroom dat wereldwijd miljoenen mensen treft. Eerder heeft de onderzoeksgroep aangetoond dat bij patiënten met long COVID autoantistoffen kunnen voorkomen die gericht zijn tegen de eigen cellen. Dit zou long COVID kunnen classificeren als een auto-immuunziekte. Om dit verder te onderbouwen, wil de onderzoeksgroep deze ziekmakende auto-antistoffen wegfilteren door een techniek die immunoadsorptie heet. Dergelijke behandelmethoden worden momenteel op kleine schaal buiten studieverband aangeboden. De onderzoeksgroep wil het effect van immunoadsorptie onderzoeken in de TURN-Long COVID studie: een gerandomiseerd, placebo gecontroleerde klinische studie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een nieuwe diagnostische test, waarbij alleen patiënten worden behandeld bij wie de ziekmakende auto-antistoffen in het bloed worden aangetoond. Hierdoor wordt een op de individu afgestemde therapie voor long COVID mogelijk.

Dossiernummer: 11080022420007
Projectleider en penvoerder: Janneke van de Wijgert
Organisatie: Universitair Medisch Centrum Utrecht

Post-COVID klachten zijn divers en het is onduidelijk hoe ze genezen kunnen worden. Nieuwe post-COVID medicijnen zullen een tijd op zich laten wachten, maar intussen kunnen medicijnen voor andere aandoeningen (repurposed drugs) geëvalueerd worden. Hiervoor wordt een adaptieve platform trial opgezet binnen het Post-COVID Netwerk Nederland. De trial is zo ontworpen dat medicijnen toegevoegd of verwijderd kunnen worden aan de hand van bewijs wat beschikbaar komt. De onderzoeksgroep start in 2024 met het eerste trial-domein waarbinnen metformine (verbetert de suikerhuishouding en remt ontsteking) en colchicine (remt ontsteking) met gebruikelijke zorg (controlegroep) worden vergeleken. In dit project wil de onderzoeksgroep een tweede trial-domein realiseren: minocycline (remt ontsteking, ook in het centrale zenuwstelsel) versus placebo (controlegroep). Het doel is om veilige en werkzame repurposed drugs voor post-COVID te identificeren die toegevoegd kunnen worden aan behandelrichtlijnen.

Dossiernummer: 11080022420008
Projectleider en penvoerder: Michele van Vugt
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Patiënten met post-COVID (pC) melden als belangrijkste klachten aanhoudende vermoeidheid en post-exertionele malaise (PEM), waarvoor geen behandeling is. Bij pC patiënten heeft de onderzoeksgroep een afwijkende bouw en functie van de energiecentrales (mitochondriën) van de cel gevonden zoals ook gezien wordt bij mitochondriële ziekten. Dit biedt aanknopingspunten voor het testen van nieuwe medicijnen zoals sonlicromanol. De recent afgeronde fase 2b trial (RCT plus 52 weken extensie) met sonlicromanol toonde bij mitochondriële patiënten op 52 weken een verbeterde kwaliteit van leven met een statistisch en klinisch relevante afname van de vermoeidheidsklachten en spierzwakte aan. Patiënten die sonlicromanol meer dan in totaal 21,5 jaar gebruiken (“named patient” programma) geven aan dat de verbetering in klachten aanhouden en verder verbeteren. Het veiligheidsprofiel van sonlicromanol is goed. De onderzoeksgroep wil onderzoeken of met sonlicromanol ook bij pC patiënten de vermoeidheid en PEM verminderen.

Dossiernummer: 11080022420009
Projectleider en penvoerder: Fred Hartgens
Organisatie: Universitair Medisch Centrum Utrecht

Patiënten met post-COVID ervaren ernstige vermoeidheid en invaliderende terugslag na fysieke en mentale inspanning (post-exertionele malaise, PEM), wat het dagelijks leven belemmert. Verstoringen in autonome dysfunctie en oxidatieve capaciteit zijn mechanismes die PEM mede kunnen verklaren, wat mogelijke aangrijpingspunten zijn voor diagnostiek en herstelzorg. Er is geen klinisch toepasbare tool om deze bij de patiënten inzichtelijk te maken. De onderzoeksgroep combineert (submaximale) inspanningstesten met het meten van hartslagvariabiliteit (HRV) en nabij-infraroodspectroscopie (NIRS) om inzichten te verkrijgen in de parameters die gebruikt kunnen worden voor pacing en herstelzorg. De onderzoeksvraag is of HRV naast informatie uit de inspanningstest een goede indicator is voor PEM, en of het pacing-strategieën kan monitoren. De projectgroep heeft unieke praktijkervaring met CPET, HRV en NIRS, waardoor het project reële kansen biedt op praktische resultaten voor herstelzorg van post-COVID patiënten.

Dossiernummer: 11080022420013
Projectleider en penvoerder: Rene Lutter
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Uit voorwerk van de onderzoeksgroep is gebleken dat in bloed en hersenweefsel van patiënten met post-COVID het enzym IDO2 aantoonbaar en actief is. De afname van het essentiële aminozuur tryptofaan en de toename van kynurenine producten ten gevolge van de IDO2 activiteit bij post-COVID kunnen verklaren dat cellen niet goed functioneren en dat IDO2 activiteit lang na de initiële infectie nog steeds aanwezig is. Andere onderzoeken hebben laten zien dat de kynurenine producten sterk of als enige correleren met cognitieve symptomen, post-inspannings malaise en ontsteking. Daarmee is het zeer plausibel dat IDO2 de oorzaak is van deze symptomen van long COVID. In dit project gaat de onderzoeksgroep een kleine behandelstudie doen met een bekend en veilig medicijn dat ook een remmer van IDO2 is gebleken, waarbij de onderzoeksgroep de effectiviteit bekijkt, de optimale doses van dat medicijn bepaalt, alsook de duur van de behandeling om symptomen te verminderen. Dit kan leiden tot een grotere studie, waaraan onder andere kinderen met long COVID kunnen deelnemen.

Dossiernummer: 11080022420014
Projectleider en penvoerder: Pythia Nieuwkerk
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Vermoeidheid, cognitieve problemen, post-exertionele malaise (PEM) en postural orthostatisch tachycardie syndroom (POTS) zijn veel voorkomende invaliderende klachten na COVID-19. De pathofysiologie van post-COVID is grotendeels onbekend en er is geen gevestigde biomedische behandeling. Een veelbelovende kandidaat-interventie zijn selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s), met name fluvoxamine. SSRI’s kunnen mogelijk post-COVID-klachten verminderen door hun regulerende werking op het (neuro) immuunsysteem, de hypothalamus-hypofyse-bijnier (HPA) as en het tryptofaan systeem. De onderzoeksgroep gaat 160 deelnemers gedurende 12 weken willekeurig toewijzen aan fluvoxamine of placebo in samenwerking met de platform trial van het Post Covid Netwerk Nederland. Daarbij gaat de onderzoeksgroep hersendoorbloeding en -functie onderzoeken bij cognitieve inspanning en bloed biomarkers meten (ontstekingsmarkers, cortisol, serotonine, IDO-2 activiteit) om zo onderliggende mechanismen waarop behandeling van post-COVID mogelijk aangrijpt te identificeren.

Dossiernummer: 11080022420018
Projectleider en penvoerder: Sander Verfaillie
Organisatie: Amsterdam UMC Locatie AMC

Cognitieve problemen en ernstige vermoeidheid zijn 2 frequent voorkomende symptomen bij long COVID en de oorzaken hiervan zijn momenteel onbekend. Wetenschappelijk onderzoek met verschillende hersenscantechnieken (MRI, SPECT, Doppler) en bloed-biomarkers hebben verminderde doorbloeding en ontstekingen in de hersenen aangetoond. Deze verstoringen kunnen cognitieve problemen en vermoeidheid goed verklaren. Bij andere aandoeningen worden deze verstoringen met succes veilig behandeld met niet-invasieve hersenstimulatie (rTMS). Hierbij kan met MRI zeer nauwkeurig worden bepaald welke delen van de hersenen worden gestimuleerd. Hierdoor kan de behandeling worden gepersonaliseerd. In deze gerandomiseerde trial wil de onderzoeksgroep 66 mensen met long COVID met ernstige cognitieve en vermoeidheidsproblemen behandelen om vast te stellen of hun zeer invaliderende klachten worden verminderd met niet-invasieve hersenstimulatie.