Gezondheid moet hoger op de agenda bij klimaatmaatregelen

De gezondheidseffecten van klimaatverandering stonden centraal in een netwerkbijeenkomst op 13 oktober 2022, georganiseerd door het ZonMw-programma Klimaat en Gezondheid. De toegenomen kans op extreme hitte vraagt om betere voorbereiding op alle niveaus. Het bereiken van hoog-risico groepen verdient daarbij speciale aandacht. Ook de gevolgen van klimaatverandering voor de mentale gezondheid kwamen aan de orde.

'In de grote wereld van klimaatadaptatie neemt aandacht voor gezondheid nog maar een relatief kleine plaats in. Het is heel goed dat daar meer aandacht voor komt.' Dat zei dagvoorzitter Madeleen Helmer, projectleider hitteadaptatie bij Klimaatverbond Nederland in haar openingswoord. Zij kondigde aan dat er binnenkort een landelijk overzicht wordt gepresenteerd waarin de kwetsbaarheden op het gebied van hitte in kaart worden gebracht. ‘Er is in de afgelopen jaren al steeds meer aandacht gekomen voor hitteadaptatie en het identificeren van risico's aan de hand van de drie g’s: gezondheid, gebied en gebouw. Sommigen noemen daarbij ook andere g's, zoals gebruiker, gedrag en gemeenschap. Elke stad heeft wijken met weinig groen en veel steen, waarin veel woningen dicht opeen gepakt zijn en waarin juist relatief veel kwetsbare mensen wonen. Het identificeren van die plekken met de hoogste urgentie is een belangrijke stap op weg naar effectieve maatregelen.'

Een snelle kennismaking liet zien dat de deelnemers aan de netwerkbijeenkomst uit verschillende organisaties afkomstig waren: GGD'en, onderzoeksinstellingen, gemeenten, provincies en rijksoverheid. Dat bleek ook tijdens de levendige workshops, waarbij praktijk, onderzoek en beleid in een ontspannen sfeer met elkaar in gesprek gingen.

Kennis naar de praktijk

Programmamanager Yara ten Pas van het ZonMw-programma Klimaat en Gezondheid vertelde in haar openingspresentatie dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil bevorderen dat beschikbare kennis naar de praktijk wordt gebracht: 'We hopen dat deze bijeenkomst bijdraagt aan netwerkvorming en aan het uitwisselen van kennis tussen onderzoek, praktijk en beleid.' In het programma worden pilotprojecten uitgevoerd, die handelingsperspectieven moeten bieden voor de Nederlandse situatie. ZonMw monitort ook twee projecten op het gebied van klimaatadaptatie en gezondheid, in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda: BENIGN (gericht op stedelijke gebieden) en MANTRA (landelijk gebied). Tijdens de startbijeenkomst op 10 november 2022 presenteerden BENIGN en MANTRA zichzelf.

Workshops

In de workshops op donderdag 13 oktober stonden drie thema's centraal: een scenario voor extreme hitte in de stad (46 °C in Amsterdam), het bereiken van hoog-risico groepen in het kader van lokale hitteplannen en de gevolgen voor de mentale gezondheid van klimaatverandering.  De bevindingen van deze workshops worden in de volgende paragrafen beschreven. Overigens blijven de gezondheidsgevolgen van klimaatverandering zeker niet beperkt tot de gevolgen van extreme hitte. De ZonMw Kennisagenda Klimaatverandering en Gezondheid benoemt ook een toename aan allergieën, infectieziekten, voedselgerelateerde ziekten en UV-straling, alsmede een afname van de luchtkwaliteit.

Afbeelding
Deelnemers luisteren naar de presentatie over extreme hitte in de stad

Extreme hitte in de stad

Door een uitzonderlijke samenloop van omstandigheden in het noordwesten van de Verenigde Staten werd op 28 juni in Portland, Oregon een temperatuur van ruim 46 °C gemeten. De stad was niet voorbereid op de extreme hitte. Trams vielen stil doordat de elektriciteitsdraden smolten. Tenminste 70 mensen kwamen om het leven door de gevolgen van de extreme hitte. Het betrof met name alleenwonende oudere witte mannen met een lage sociaaleconomische status.

Laurens Severijn Hondema, arts maatschappij en gezondheid, en zijn collega’s bij de Amsterdamse GGD namen de gebeurtenissen in Portland als uitgangspunt voor zo’n scenario. Portland ligt weliswaar een stuk zuidelijker dan Amsterdam, maar heeft een vergelijkbare klimaatzone en is daarom een goed voorbeeld. Met stijgende temperaturen wereldwijd neemt de kans op extreme weersomstandigheden ook hier toe. Wat gebeurt er dan in een stad als Amsterdam? Hoe is de (gevoels)temperatuur in de buitenruimte en in binnenruimten? Wat betekent het voor de gezondheid van de inwoners, de leefbaarheid en de vitale infrastructuur? Welke groepen lopen het grootste risico en hoe kunnen zij optimaal worden beschermd?

Bij het beantwoorden van bovenstaande vragen werd al snel duidelijk dat verschillende overheden (gemeente, provincie en rijk) en diverse andere spelers (zorgsector, woningbouwverenigingen, bouw, recreatiesector, etc.) een rol spelen. Er zijn maatregelen nodig in drie domeinen: het fysieke domein, het sociale domein en het gezondheidsdomein. Goed voorbereid zijn op een extreem scenario vraagt dus om betrokkenheid van een groot aantal spelers. Coördinatie en probleemeigenaarschap zijn daarbij sleutelwoorden. De COVID-19 crisis heeft laten zien dat het lastig kan zijn om in een acute crisissituatie verschillende spelers te coördineren en uiteenlopende belangen te wegen. Een belangrijke conclusie was dan ook dat het voorkeur verdient om hitteplannen en scenario's voor extreme hitte op te nemen in de reguliere planning en structuren.

Uit de discussie bleek ook dat er nog veel kennis ontbreekt. De gezondheidseffecten van extreme hitte zijn nog maar ten dele bekend. Naast sterfte is sprake van overlast, agressie, ongemak en wellicht ook gezondheidsschade - maar deze lichamelijke en psychische gezondheidseffecten zijn nooit onderzocht. Zelfs de sterfte bij hitte is nog maar ten dele begrepen. Een analyse van de sterfte bij verschillende temperaturen laat zien dat lage temperaturen de meeste sterfte veroorzaken. Als de temperatuur oploopt, daalt de sterfte tot een bepaald punt, in Nederland is dat 18 °C. Daarboven neemt de sterfte weer toe. Datzelfde kantelpunt in de grafiek ligt in Bangkok echter op 30 °C. Het menselijk lichaam past zich aan, maar mensen passen ook hun gedrag en hun omgeving aan.

Uit de ervaringen met (extreme) hitte in Nederland en elders is bekend welke groepen een risico lopen bij hitte: (alleenwonende) ouderen, mensen met een chronische aandoening, zeer jonge kinderen en zwangere vrouwen. Ook is gebleken dat kwetsbaarheden elkaar versterken, bijvoorbeeld sociale achterstanden, gezondheidsproblemen, lokale hitte-eilanden en andere problemen. Tijdens een hittegolf in Chicago in 1995 overleden meer dan 700 mensen, met name oudere zwarte inwoners zonder airconditioning die uit angst voor inbraken hun ramen niet wilde openen. Het doordenken van een extreem scenario zoals 46 °C kan ertoe bijdragen om dergelijke risico’s bijtijds te signaleren en aan te pakken.

Afbeelding
Discussie over het bereiken van ‘kwetsbare’ burgers

Het bereiken van ‘kwetsbare’ burgers

Steeds meer gemeenten ontwikkelen een Hitteplan, dat in werking treedt wanneer het KNMI verwacht dat minimaal 4 dagen de warmte boven de 27 °C uitkomt. Bij die temperatuur nemen de gezondheidsrisico's voor kwetsbare groepen sterk toe. Boven de 35 °C betekent de hitte voor alle inwoners een gezondheidsrisico. Sylvia Bergh, senior onderzoeker aan het kenniscentrum Global Governance van de Haagse Hogeschool, presenteerde een studie waarin de grootste groep kwetsbare burgers centraal stond: zelfstandig wonende mensen ouder dan 65 jaar. Het ging om de vraag hoe deze optimaal bereikt kunnen worden en wat nodig is om gewenste gedragsveranderingen te bewerkstelligen.

Een belangrijke eerste stap was een enquête over de huidige kennis en het huidige gedrag van ouderen bij hitte. Daaruit bleek dat veel ouderen kennis hebben over duurzame manieren om hun lichaamstemperatuur op peil te houden bij hitte, bijvoorbeeld de gordijnen dicht houden en met de voeten in koud water gaan zitten. Toch brachten zij deze maatregelen zelden in de praktijk. Ouderen hadden zeker behoefte aan andere maatregelen, zoals zonneschermen, een groen dak of betere isolatie, maar maakten zich zorgen over de prijs daarvan.

Naast deze enquête werd ook gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden, met name focusgroepdiscussies met de doelgroep en interviews met zorgorganisaties, GGD, overheidsinstanties (gemeente, RIVM), bewonerscommissies, wooncorporaties, bedrijven en onderzoekers. Een belangrijke conclusie was dat (in)formele netwerken rond ouderen van belang zijn om in hun behoeften te voorzien tijdens perioden van extreme hitte. Ook bestaat er behoefte aan een overzicht van eenvoudige oplossingen, producten en diensten om hitte te weren en af te koelen. Door een gebrek aan probleemeigenaarschap is het huidige beleid helaas nog versnipperd.

In de workshop werd aandacht besteed aan de oorzaken waardoor ouderen een relatief groot gezondheidsrisico lopen bij hitte. Om te beginnen functioneert de temperatuurregulatie bij (zeer) oude mensen vaak minder goed. Verder is uitdroging een bekend probleem bij ouderen, doordat zij minder snel dorst ervaren. Dat geldt ook al bij normale temperaturen, maar bij hitte neemt dit probleem uiteraard toe. Ook kan de combinatie van hitte en medicatie onverwachte ongewenste effecten opleveren.

Voor wat betreft maatregelen en communicatie kwam naar voren dat veel mensen uit de doelgroep zichzelf niet als ‘kwetsbaar’ beschouwen. Dat kan een drempel zijn om informatie op zichzelf te betrekken. Het is dus beter om een term als ‘hoog-risico’ te gebruiken. Verder werd benoemd dat er behoefte bestaat aan oplossingen voor de langere termijn, zoals meer bomen planten voor het creëren van schaduw en rekening houden met hitte bij de bouw van woningen. Tijdens een hittegolf zouden koele plekken (eventueel met airconditioning) gemakkelijk bereikbaar moeten zijn voor ouderen. De afstand tot zulke plekken is nu vaak nog een probleem. Vervoer erheen kan een oplossing zijn, maar levert ook weer stress op doordat men op een bepaalde tijd klaar moet staan.

Als zich een hittegolf voordoet, is dat vaak in de vakantieperiode, wanneer thuiszorg en andere professionals moeilijker bereikbaar zijn. Kennisbevordering bij mantelzorgers (onder meer door e-learning) zou dit probleem ten dele kunnen ondervangen. Ook zou meer op wijkniveau georganiseerd moeten worden, bijvoorbeeld campagnes om met elkaar te zorgen dat alleenwonende oudere buren maatregelen kunnen nemen tegen de hitte.

Afbeelding
Discussie over klimaatverandering en mentale gezondheid

Klimaatverandering en mentale gezondheid

Op het gebied van mentale gezondheid en klimaatverandering bestond nog geen duidelijke casus, maar de ruime belangstelling voor deze workshop laat zien dat het thema wel leeft bij de deelnemers aan de netwerkbijeenkomst. Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat er eigenlijk sprake is van twee bronnen van mentale problemen: de klimaatdreiging en de gevolgen van extreem weer. Enerzijds maken steeds meer mensen zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor de leefbaarheid van de planeet. Het is een soort diffuse dreiging die toevoegt aan de stress en daarmee aan de kans op psychische problemen. In die zin lijkt de klimaatcrisis op oorlogen en oorlogsdreiging, met dat verschil dat het onvermijdelijk lijkt dat er een zekere mate van klimaatverandering optreedt.

De concrete gevolgen van de klimaatcrisis hebben ook hun impact op de mentale gezondheid. Overstromingen zijn ingrijpende gebeurtenissen, die gepaard kunnen gaan met het verlies van mensenlevens en kostbare of dierbare goederen. Extreme droogte heeft gevolgen voor uiteenlopende ondernemingen, waardoor werknemers en ondernemers zich zorgen maken over hun toekomst. Extreme hitte heeft waarschijnlijk de meest directe impact op de geestelijke gezondheid.

Hitte leidt al snel tot verminderde slaapkwaliteit, waardoor mensen mentaal ontregeld kunnen raken. Er kunnen ook concentratieproblemen ontstaan, door slaapgebrek en door de hitte zelf. Wanneer mensen gedurende langere tijd te weinig presteren, kan dat ook weer een bron van stress worden. Bovendien hebben veel mensen bij hitte meer moeite om hun emoties te reguleren en kan met name agressie toenemen. Dat effect wordt versterkt door alcoholgebruik, dus alcoholhoudende dorstlessers zijn niet bevorderlijk wanneer het heet is. Bij mensen die al medicatie gebruiken vanwege psychische problemen kan het effect van de medicatie veranderen als gevolg van hitte en uitdroging. Kortom, het is zeer aannemelijk dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen hitte en mentale problemen. Het probleem is echter dat hierover nog maar weinig harde gegevens beschikbaar zijn. Het zou zinvol zijn in het kader van hitteadaptatie om hier systematisch onderzoek naar te doen.

Conclusie

Binnen het geheel van klimaatadaptatie is het van groot belang om ook aandacht te besteden aan de gezondheidseffecten van extreme weersomstandigheden. Er is meer kennis nodig over de lichamelijke en mentale gevolgen van hitte en andere gevolgen van klimaatverandering. Deze kennis dient vervolgens vertaald te worden naar beleid, zoals actuele lokale hitteplannen. In die hitteplannen zou ook aandacht besteed moeten worden aan de mogelijkheid dat er sprake is van extreme hitte, ruim boven de 40°C. Kortom, er is werk aan de winkel op het gebied van klimaatadaptatie, zowel binnen het domein van de publieke gezondheid en de gezondheidszorg als in het netwerk van samenwerkingspartners.

Het enthousiasme waarmee de deelnemers participeerden in de discussies tijdens de workshops en de levendige slotborrel laten zien dat er ook een duidelijke behoefte bestaat om deze uitdagingen gezamenlijk op te pakken. Daarnaast bestond er duidelijk ook een behoefte aan praktische tips over de vertaalslag naar beleid en communicatie met burgers.

Dagvoorzitter Helmer zei in haar afsluitende woorden: 'Het verbaast me enorm hoe bescheiden jullie zijn. Gezondheid is toch iets dat leidend is in de samenleving, jullie mogen wat mij betreft veel assertiever zijn en duidelijker de nadruk leggen op het belang van positieve gezondheid en preventie bij klimaatadaptatie.'

Met dank aan Madeleen Helmer (projectleider klimaatadaptie bij het Klimaatverbond Nederland), Laurens Severijn Hondema (arts afdeling leefomgeving bij GGD Amsterdam), Sylvia Bergh (senior onderzoeker bij het Kenniscentrum Global Governance van De Haagse Hogeschool), Pieter van Megchelen (wetenschapsjournalist), Frank Pierik (ZonMw-programmateam), Yara ten Pas (ZonMw-programmateam), Marije van der Kamp (ZonMw-programmateam), Merlijn Bles (ZonMw-communicatie), Joyce Andringa (ZonMw-communicatie), Wanda Vandrovska (ZonMw-communicatie) en alle deelnemers.