Waardevol onderzoek hoeft niet duur te zijn en lang te duren. Met kleine kieminvesteringen stimuleerde ZonMw kortlopende projecten om praktische vragen rond COVID-19 te beantwoorden. Deze leidden tot efficiënte oplossingen of vormden een opmaat tot verder, verdiepend onderzoek. Clusterhoofd Cule Cucic van ZonMw en onderzoekers Mariëtte Lokate van Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en Paul Kocken van het Erasmus Universiteit vertellen hier meer over.

Hand met aarde en kiem

Kleine onderzoeken die snel inspringen op de actualiteit


Kleine onderzoeken kunnen leiden tot praktische oplossingen of uitkomsten met een grote impact. Met name omdat deze kortlopende onderzoeken snel kunnen inspringen op de actualiteit. Dat was de reden voor ZonMw om in 2020 kleinere bedragen, zogenoemde ‘kieminvesteringen’, beschikbaar te stellen voor kortlopende onderzoeken in het kader van de subsidieregeling Wetenschap voor de Praktijk.

Voor direct toepasbare oplossingen of aanleiding tot verder onderzoek


‘De onderzoeken die uit deze regeling voortkwamen, leidden in veel gevallen tot direct toepasbare oplossingen voor concrete problemen die waren ontstaan door de coronacrisis. In andere gevallen leverde het resultaten op die aanleiding gaven tot verder onderzoek. Zo werd scherper bepaald wat in een groter project verder onderzocht kon worden. Daardoor zijn onderzoeksgelden beter geïnvesteerd’, legt Cule Cucic uit. Hij was als clusterhoofd bij ZonMw verantwoordelijk voor 'Wetenschap voor de Praktijk'.

Voorbeeldproject: de verspreiding van ademhalingsdruppels


Een van de projecten was het onderzoek naar de rol van aerosolen. Dat toonde aan dat deze heel kleine druppeltjes het coronavirus tot een afstand van 2,2 meter kunnen verspreiden. Mariëtte Lokate ontving € 25.000 voor dit onderzoek. Lokate is deskundige infectiepreventie en als onderzoeker verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. ‘Met de kieminvestering die we via ZonMw ontvingen, konden we apparatuur aanschaffen waarmee we dit onderzoek konden uitvoeren. We hebben daarmee bovendien een methode ontwikkeld die ook voor onderzoek naar de verspreiding van andere virussen, zoals het RS-virus of het Rhinovirus, toepasbaar is’, legt Lokate uit.

Kieminvesteringen bieden jonge onderzoekers kans eigen onderzoek te doen


‘Voor mij als jonge onderzoeker bood de kieminvestering een unieke kans om op een laagdrempelige manier mijn eigen onderzoek te doen’, legt Lokate uit. ‘Veel projecten beginnen klein en het is lastig daarvoor financiering te krijgen. Terwijl dit soort onderzoek ook nuttig kan zijn om alvast bepaalde richtingen voor een groter vervolgonderzoek uit te sluiten.’

ZonMw gaf belangrijke feedback mee op haar voorstel. ‘Er werd de suggestie gedaan om samenwerking te zoeken met andere onderzoekers. Die feedback was voor mij een stimulans om zowel nationaal als internationaal collega’s te benaderen voor het vervolgonderzoek.’

In totaal 56 projecten met subsidies tot € 25.000

De subsidieronde 'Wetenschap voor de Praktijk' bood bedragen tot € 25.000 voor kortlopend onderzoek om praktische vragen rondom COVID-19 te beantwoorden. In het kader van de regeling werden 56 projecten gestart.

Wetenschap voor de Praktijk werd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en in samenwerking met de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) uitgevoerd. Er was in totaal € 1.350.000 beschikbaar.

Voorbeeldproject: effecten van COVID-19 op huisartsbezoek


Een ander project onderzocht het effect van de lockdown op de bezoeken aan huisartsenpraktijken in achterstandswijken. Uit het onderzoek kwam naar voren dat patiënten uit achterstandswijken liever persoonlijk contact houden met hun huisarts. In sommige gevallen hadden deze patiënten ook moeite met digitale alternatieven als e-mail. Dan moest familie bijspringen om het contact met de zorgverleners toch tot stand te brengen.

‘Kieminvestering bood de kans flink op te schalen’


‘Voor die groep zou zelfs bij een strenge lockdown de deur figuurlijk open moeten blijven’, aldus Paul Kocken. Hij is universitair docent bij de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en ontving € 25.000 voor het onderzoek. ‘We waren al begonnen met dit onderzoek, maar de kieminvestering bood ons de kans om flink op te schalen en ook interviews te doen met patiënten in hun eigen taal. Daardoor hebben we veel meer data kunnen verzamelen.’

Met kieminvesteringen ideeën testen en inspringen op actualiteit


Een kleiner onderzoek starten met behulp van een kieminvestering heeft volgens Kocken geholpen bij het scherper formuleren van de onderzoeksvraag voor het vervolgonderzoek. ‘Daarnaast helpt het starten met een klein onderzoek om te kijken of bepaalde onderzoeksideeën haalbaar zijn. Het biedt een goede eerste verkenning. Je kunt op een snelle manier inspringen op de actualiteit. Daardoor heeft het onderzoek direct impact en beleidsrelevantie.’

Learning: stimuleert ondernemersgeest, wel veel papierwerk


Zowel Kocken als Cucic wijzen ook op een ander belangrijk aspect van dit soort laagdrempelige onderzoeken: het wakkert de ondernemersgeest bij zorgprofessionals aan.

De keerzijde is echter dat de administratieve kosten voor dit soort regelingen relatief hoog zijn, legt Cucic uit. ‘Projecten moeten worden ingediend, geadministreerd, bekeken en beoordeeld. Maar omdat we met deze laagdrempelige onderzoeken veel gerichter vervolgonderzoek kunnen doen, levert de besparing door deze onderzoeken meer op dan de administratieve kosten die ervoor gemaakt moeten worden.’

Lagere drempels trekken nieuwe zorgprofessionals


Verschillende projecten kregen een vervolg in de vorm van uitgebreidere onderzoeksvoorstellen. ZonMw speelde daarbij volgens Cucic in veel gevallen een indirecte rol. ‘Het COVID-19 Programma bood een laagdrempelige manier om onderzoek te financieren. Daardoor wisten ook zorgprofessionals ZonMw te vinden die nog niet eerder een voorstel bij ons hadden ingediend. Zo hebben wij ons netwerk weer uitgebreid. Dat zorgt ervoor dat er voor andere projecten sneller geschakeld kan worden. Dat is een enorme bijkomende winst van de subsidieregeling Wetenschap voor de Praktijk.’   

Meer informatie

De kiemprojecten zijn onderdeel van het COVID-19 Programma dat in maart 2020 van start ging. Op de pagina Wetenschap voor de praktijk vindt u een overzicht van de kiemprojecten en meer informatie over de subsidieregeling. Alle resultaten van het COVID-19 programma zijn te vinden op onze pagina over onderzoek naar corona en COVID-19.

Naar boven
Direct naar: InhoudDirect naar: NavigatieDirect naar: Onderkant website