Veelgestelde vragen subsidie Kennisnetwerken Suïcidepreventie ggz en maatschappelijk domein

Een subsidieaanvraag goed indienen kan veel vragen opleveren. Hieronder vindt u veelgestelde vragen en antwoorden. We actualiseren deze pagina regelmatig.

De deadline voor het indienen van uw subsidieaanvraag voor de subsidie 'Kennisnetwerken Suïcidepreventie ggz en maatschappelijk domein ' is 23 april 2024, 14:00 uur. Deze subsidieoproep is onderdeel van het programma Suïcidepreventie 2023-2025.

Let op: de tekst uit de subsidieoproep is leidend.

Veelgestelde vragen

Hiervoor hanteren we de definitie die vanuit meerdere overheidsorganisaties wordt gehanteerd, zie: Definitie kennisinstelling MIT-regeling (rvo.nl) of WBSO Handleiding 2021 (rvo.nl).

Als u twijfelt of uw organisatie een kennisinstelling is, neemt u dan contact met ons op via suïcidepreventie@zonmw.nl.

Met deze subsidieoproep willen we de vorming van kennisnetwerken stimuleren in zowel het maatschappelijk domein als in het zorgdomein. Vanuit deze kennisnetwerken is het de bedoeling dat met deze subsidie (implementatie)onderzoek wordt uitgevoerd, waarmee direct wordt bijgedragen aan de vermindering van het aantal suïcides en suïcidepogingen.

In sectie 3.1.1. van de subsidieoproep staat beschreven wie er aanspraak kunnen maken op een deel van de subsidie. Als u twijfelt of uw organisatie aan deze voorwaarden voldoet, neemt u dan contact met ons op via suïcidepreventie@zonmw.nl.

Als uw organisatie niet direct subsidie kan ontvangen, kan de betrokkenheid op een andere manier vormgegeven worden. Uw organisatie kan bijvoorbeeld door het consortium worden ingehuurd of uw organisatie kan door middel van cofinanciering (‘in kind’ of ‘in cash’) deelnemen aan het consortium (ZonMw webpagina Subsidies en Samenwerking/bijdragen van derden).

Het is toegestaan dat partijen aan beide consortia meedoen. Dit zou juist ook waardevol zijn voor de verbinding tussen de consortia en voor de verbinding tussen het zorgdomein en het maatschappelijke domein.

Ja, het is toegestaan dat beide consortia/subsidieaanvragen dezelfde hoofdaanvrager hebben.