Twee toekenningen binnen de KIC-call One Kidney For Life

Ondanks veelbelovende technologische ontwikkelingen, gaat binnen 10 jaar circa 40% van de getransplanteerde donornieren verloren door afstoting. De call ‘One kidney for life’ beoogt de ontwikkeling van nieuwe therapieën voor preventie en behandeling van niertransplantaatfalen mogelijk te maken. Hiermee verbetert de transplantaatoverleving en daarmee levensverwachting en kwaliteit van leven van niertransplantatiepatiënten. Ook hebben in de toekomst meer patiënten op de daarvoor kortere wachtlijst tijdig toegang tot niertransplantatie.

Niertransplantatie is de beste behandeling voor mensen bij wie de nieren niet meer werken. Een getransplanteerde donornier gaat echter niet onbeperkt mee ondanks het gebruik van medicijnen tegen afstoting. Een aantal patiënten heeft daardoor helaas een nieuwe transplantatie nodig. Een grotere behoefte aan donornieren leidt weer tot een langere wachtlijst. We willen daarom met dit project de werkingsduur van de transplantaatnier verlengen. Daarvoor zullen we methoden ontwikkelen waarmee de behandeling om een goede werking van de transplantaatnier te behouden meer passend gemaakt kan worden voor elke individuele patiënt. Deze op maat gesneden onderdrukking van het afweersysteem heet ‘gepersonaliseerde immunosuppressie’.

prof. dr. D.A. Hesselink, Erasmus MC

Consortium
Mede-aanvragers: UMC Groningen, Radboud UMC, Erasmus MC, Erasmus School of Health Policy & Management, Erasmus Centre for Health Economics

Cofinanciers
Astellas Pharma B.V., Chiesi Pharma, Omixon, Werfen, Aiosyn B.V., U-CyTech), Nordic Bioscience, (Quantall B.V., PEPperPRINT GmbH, Stichting Erasmus Trustfonds

Samenwerkingspartners
Dept. Of Immunohematology, LUMC, Aachen University Hospital, Chulalongkorn University Hospital, Bangkok, Dutch Kidney Patient Association (NVN), Erasmus MC, UMC Groningen, Hogeschool Arnhem Nijmegen, Erasmus MC

Prof. dr. Hesselink benadrukt: “Als we de medicatie beter kunnen afstemmen op de behoeften van de individuele patiënt, verbetert dat de kwaliteit van leven, verlengt het de overleving van de transplantaatnier en leidt het tot minder zorgkosten.”

De helft van alle getransplanteerde nieren gaat binnen 10 jaar verloren. Dit wordt deels verklaard doordat het niet goed mogelijk is om de kwaliteit van een donornier in te schatten. Het ADORABLE consortium wil een sterke verbetering van deze inschatting mogelijk maken door nieuwe stoffen in het bloed van de donor te meten en hiermee een machine learning algoritme te ontwikkelen. Het doel van dit project, waarin een brede groep transplantatie-professionals, patiënten en organisaties samenwerkt, is om te komen tot een situatie waarin er voor elke ontvanger een donornier is die zo lang mogelijk meegaat.

prof. dr. M.H. de Borst

Consortium
Mede-aanvragers: Universiteit Groningen, UMC Groningen, Erasmus MC, Universiteit Twente, UMC Utrecht, 

Cofinanciers 
Idexx, Sphingotec, Immundiagnostik, Metrohm Applikon, Gentian, Bio Preventive Medicine, Labcorp, 34Lives

Samenwerkingspartners
Researchable B.V. Evidencio, Eurotransplant, Dutch Kidney Patient Association (NVN), Netherlands Transplant Society (NTS), Health-Ecore, Mount Sinai, RWTH Aachen, University of Oxford, PIRCHE 

“Multidisciplinaire samenwerking is essentieel om oplossingen te vinden voor niertransplantaatfalen,” benadrukt prof. dr. Martin de Borst. “Interdisciplinaire onderzoeken hebben de potentie om grote impact te maken op de zorg voor nierpatiënten en zijn een belangrijke stap in het verbeteren van transplantatie-uitkomsten.”

ZonMw is één van de domeinen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).  Dit betekent dat ZonMw en NWO nauw samenwerken. ZonMw coördineert vanuit haar kennis en expertise diverse subsidieoproepen binnen het NWO Kennis- en Innovatie Convenant (KIC).

NWO ontwikkelt innovatieprogramma’s gericht op de maatschappelijke uitdagingen van Nederland met het doel impact te realiseren voor de economie, mens en samenleving. In deze programma’s ligt de nadruk op samenwerking tussen kennisinstellingen, private partijen en overheid. De resultaten dragen daarmee bij aan het realiseren van economische kansen. Essentieel is daarom dat private partijen investeren in elk onderzoeksproject.