Samen Slim Open: hoe verspreidt een virus zich door een ruimte?

Onderzoekers Quirine ten Bosch (Wageningen University) en Dorine Duives (TU Delft) hebben een simulatiemodel ontwikkeld om inzichtelijk te maken hoe het coronavirus zich verspreidt door een ruimte. Het is een bijzondere samenwerking van een team bestaande uit verschillende wetenschappelijke disciplines, o.a. epidemiologen, virologen, voetgangersgedrag en game design. Samen hebben ze het Samen Slim Open consortium opgezet en een rekentool gemaakt. Het simulatiemodel, een combinatie tussen simuleren hoe mensen zich in binnenruimtes bewegen en een virusverspreidingsmodel, is vooralsnog specifiek gericht op de horeca.

Ten Bosch legt uit hoe het model werkt: “Je begint met het creëren van een ruimte, dat kan bijvoorbeeld een wachtkamer zijn of een kantoor. Daarna kun je aan de ruimte mensen met toevoegen die in de ruimte bepaalde activiteiten ondernemen (bv. Koffie halen, naar de wc gaan). Met deze informatie wordt het gedragsmodel geïnformeerd. Daarnaast kun je eigenschappen aan de ruimte toevoegen, bijvoorbeeld ventilatie. Hoe leidt de samenkomst van mensen in een ruimte vervolgens tot verspreiding van een virus, en hoeveel effect hebben maatregelen? Het is belangrijk om te kijken hoe de maatregelen samenhangen met de naleving ervan. Wordt er daadwerkelijk anderhalve meter afstand gehouden?” De onderzoekers zelf maken gebruik van een uitgebreid computermodel. Er is ook een online tool voor een restaurantomgeving. Als je een restaurant runt of wilt inrichten kun je kijken welk effect bepaalde maatregelen hebben, zoals het gebruik van mondkapjes of de tafelschikking.

Doorontwikkeling voor andere sectoren

Met een verspreidings- en implementatie impuls (VIMP), een klein aanvullend budget specifiek gericht om met al behaalde resultaten een doorontwikkeling te maken om meer impact te genereren, gaan de onderzoekers nu aan de slag om het model uit te breiden naar andere sectoren. Een volgende stap is het model uitbreiden voor gebruik in andere sectoren. Hoe staat het daarmee? Ten Bosch: “We hebben een lijst gemaakt met sectoren waarvan de binnenruimtes ook geschikt zijn voor dit simulatiemodel, zoals uitgebreidere horeca, kantoortuinen, retail, universiteiten (onderwijsruimtes, bibliotheken), sportsector (kleedruimtes en kantines) en theaters. Het model is voorlopig alleen geschikt voor ruimtes met een rechte vloer, dus geen hoge collegezalen.” In het Samen Slim Open model kunnen de sectoren hun plannen toetsen of hun maatregelen van toepassing zijn. Tot nog toe was het model alleen ontwikkeld voor restaurants. Nu zal het model worden uitgebreid. Dorine Duives vervolgt: “We doen dit samen met de mensen uit de verschillende sectoren. Het belangrijkste om in gesprekken te toetsen is in welke delen van het gebouw veel mensen samenkomen. Ook weten zij beter hoe mensen zich gedragen in het gebouw. We horen graag of onze aannames kloppen. Zitten mensen een kwartier in een kleedkamer, komen mensen naar kantoor als ze ziek zijn?” De sectoren hebben zelf ook maatregelen beschreven in de sectorplannen, hoe verwachten zij dat mensen zich eraan gaan houden. Het simulatiemodel moet zoveel mogelijk op de realiteit lijken. Alleen dan gaan ze de cijfers naar boven halen waar je straks wat aan hebt.

Hoe gaan de sectoren het model gebruiken? Ten Bosch: “Wat we nu zien is dat alle sectorplannen uitgaan van de risicothermometer die door VWS wordt aangeboden. Het is per sector verschillend wanneer je van de ene naar de andere fase gaat, voor welke maatregelen er wordt gekozen en hoe deze gestapeld worden. Hoe meer je gaat stapelen, hoe minder het nut van de laatste maatregel die je hebt toevoegt. Als je bijvoorbeeld maatregelen die impact hebben op aerosolenverspreiding combineert met maatregelen tegen druppelverspreiding, kunnen die samen meer effect hebben dan als je twee maatregelen tegen druppelverspreiding inzet.”

De onderzoekers kunnen het model ook makkelijk aanpassen voor andere respiratoire virussen. Dit zou opnieuw kunnen worden ingezet als er een nieuwe variant van dit virus ontstaat om de impact te zien in de verschillende sectoren. Voor de WUR zijn ze bezig om natuurlijke en mechanische ventilatie te vergelijken om hiermee infecties te voorkomen. Met de verdere ontwikkelingen mede door de VIMP kan met het model gekeken worden wat het effect is van mechanische ventilatie op scholen en wat het oplevert met andere maatregelen. Hoe zorgen we voor een veilig werkklimaat voor onze medewerkers? Daar kan dit simulatiemodel een mooie bijdrage aan leveren.

Het project zal een rapport opleveren waarin de onderzoekers het effect van maatregelen omschrijven tijdens verschillende epidemiologische scenario’s. Het kan een tool zijn om je beslissingen mee te motiveren. Welke maatregelen met meer of minder sociale kosten of wat heeft meer of minder impact. De intentie is om samen in gesprek te blijven over de implementatie van de tool in de sectoren. Hoe kan het daadwerkelijk in de praktijk wordt toegepast? Het model is op dit moment niet zodanig gebouwd dat het door niet-onderzoekers kan worden gebruikt. De modellen zijn beschikbaar, maar je hebt er kennis bij nodig om ermee te kunnen werken. “Nu we met de sectoren bezig zijn, moeten we soms voor het complexere model kiezen. Die modellen en scenario’s bestaan en zijn beschikbaar.” Ten Bosch en Duives gaan ze open maken, zodat andere onderzoekers er ook mee kunnen werken. Sectoren kunnen daarna makkelijker toegevoegd worden als er meerdere scenario’s zijn ingebouwd. Sectoren die interesse hebben in het model kunnen contact opnemen met de onderzoekers.