Drug repurposing als snelle route naar betaalbare nieuwe behandelingen

Op donderdag 23 november nam demissionair minister Kuipers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het advies van FAST in ontvangst over de Nederlandse positie in drug repurposing. FAST is van mening dat er goede mogelijkheden zijn om drug repurposing in te richten als snelle route naar betaalbare nieuwe behandelingen.

Nieuwe behandeltoepassingen met bestaande geneesmiddelen

Met drug repurposing worden bestaande geneesmiddelen herontwikkeld voor nieuwe behandeltoepassingen. Deze manier van geneesmiddelenontwikkeling biedt een enorm potentieel voor de behandeling van uiteenlopende en vaak zeldzame aandoeningen. Drug repurposing is aantrekkelijk voor het zorgsysteem want het gaat om patentloze (generieke) geneesmiddelen: deze zijn al beschikbaar, betaalbaar én er is al veel bekend over de veiligheid ervan. Gezien het enorme potentieel voor patiënten en de mogelijkheden om toe te werken naar nieuwe betaalbare therapieën roept FAST op om de handen ineen te slaan en drug repurposing aantrekkelijk te maken. Nederland kan hierin een leidende positie innemen.

Herbestemming kan bijdragen aan een betere behandeling 

Minister Ernst Kuipers: 'De herbestemming van bestaande geneesmiddelen voor ándere aandoeningen dan waarvoor ze oorspronkelijk ontwikkeld zijn, is goed nieuws voor patiënten en kan bijdragen aan een betere behandeling. Het biedt daarnaast een mooie kans om toe te werken naar verbeterde beschikbaarheid van geneesmiddelen tegen maatschappelijk aanvaardbare prijzen. Ik ben daarom ook blij met het voorstel in de Europese herziening van de farma-wetgeving dat het voor de academische wereld mogelijk maakt hierin een grotere rol te spelen. Zij kunnen hiermee data aanleveren aan de EMA of het CBG, waarna leveranciers de nieuwe indicatie kunnen opnemen in hun dossiers. Om het potentieel van herbestemming van geneesmiddelen optimaal te benutten, wil ik ook kijken hoe de rol van private partijen kan worden vergroot. Publiek-private samenwerking is hier essentieel.'