Verkenning zorgonderzoek Caribisch deel van het Koninkrijk

Door een tekort aan middelen, beleids- en uitvoeringscapaciteit zijn de gezondheidsverschillen tussen het Caribisch deel van het Nederlands Koninkrijk en Nederland groot. Na de staatkundige hervorming is het verkrijgen van subsidie voor de Caribische eilanden bovendien lastig. Uit opgedane ervaring uit projecten die gefinancierd zijn in het Caribisch deel van het Koninkrijk blijkt echter dat gezondheidswinst behaald kan worden met onderzoek en het in de praktijk invoeren van effectieve resultaten.
Binnen VWS is er beleidsmatige steun om de ZonMw-programma’s beter toegankelijk te maken voor de zes Nederlands-Caribische eilanden Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hiertoe is een verkenning uitgezet naar de belangrijkste vraagstukken op gezondheidsgebied. De resultaten van de verkenning worden gebruikt om te bepalen hoe ZonMw met programmering kan bijdragen aan een goede gezondheid op de eilanden. Soraya Verstraeten is projectleider van deze verkenning en geeft een toelichting vanuit Curaçao. 'De verschillen in levensverwachting tussen inwoners van Nederland en de eilanden worden steeds groter. Dat komt onder meer omdat inwoners op de eilanden bovenmatig sterven aan vermijdbare oorzaken die met de huidige stand van kennis goed kunnen worden voorkomen of behandeld. Met onze verkenning brengen we samen met mensen uit de praktijk, onderzoek en beleid in kaart waar de grootste kennisvragen liggen, en wie er betrokken zijn bij gezondheidsonderzoek op de eilanden. We prioriteren de belangrijkste gezondheidsvraagstukken om zo de meeste impact te genereren.'
Gezondheidsachterstand
Inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk sterven vaker aan oorzaken die met een effectieve gezondheidszorg en/of preventie voorkomen hadden kunnen worden. Zo blijkt uit eerder onderzoek dat de aanpak van gezondheidsproblemen en de verbetering van zorg en welzijn minder vaak toegepast wordt dan in Nederland. 'Zo is er bij de vroeg opspoorbare kankersoorten binnen het Caribisch deel van het Koninkrijk nog veel te doen', vertelt Soraya. 'De bevolkingsonderzoeken naar kanker van de borst, baarmoederhals en dikke darm zijn op Curaçao later gestart dan in Nederland. Ook op de andere eilanden wordt nu hard gewerkt om deze drie programma’s op te zetten.'
'De grootste problemen tekenen zich vooral af bij het relatief hoge aantal chronisch zieken met diabetes en hart– en vaatziekten'
Andere omstandigheden
Een andere context is volgens Soraya de oorzaak waarom de gezondheidszorg minder goed presteert dan in Nederland. 'In veel opzichten is er sprake van een low resource setting op de eilanden. De omstandigheden zijn echt heel anders dan in Nederland. Er is soms tekort aan bepaalde medicijnen en materialen, deskundigheidsbevordering wordt weinig gestimuleerd en voor onderhoud of reparatie van medische apparatuur moet vaak iemand uit het buitenland komen. Soms valt het licht uit of stroomt de boel onder na een zware regenbui.' Ook zijn er volgens de projectleider geen adviesorganen en planbureaus die de eilandelijke overheden bijstaan in hun politiek-bestuurlijke afwegingen over de volksgezondheid en de zorg. 'Een belangrijk kenmerk van de gezondheidszorg hier op de eilanden is dat het erg gefragmenteerd is. Er is bijvoorbeeld geen goede informatieoverdracht tussen zorgverleners onderling, waardoor medische onderzoeken soms dubbel worden uitgevoerd. Ook gaan relatief veel mensen bij klachten naar de spoedeisende hulp in het ziekenhuis, terwijl ze zich eigenlijk bij de huisarts zouden moeten melden. Het gebruik van tweedelijnszorg is mede daardoor onnodig hoog.'
Minder budget, hogere kosten
Na de staatkundige hervorming in 2010 wordt onderscheid gemaakt tussen de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en de CAS-eilanden (Curaçao, Aruba en Sint Maarten). Soraya: 'Na deze hervorming is er minder budget beschikbaar voor gezondheidszorg op de CAS-eilanden. Op Curaçao zijn de kosten van medicijnen en tweedelijnszorg flink gestegen in de afgelopen jaren. Ter compensatie is meerdere malen gekort op de budgetten van overheidsafdelingen en gesubsidieerde zorginstellingen waardoor er steeds minder geld is voor de uitvoering van hun taken op het gebied van geestelijke, jeugd- en preventieve zorg. Daarnaast wordt het aanvragen van subsidies vaak als complex ervaren. Bij reguliere subsidieaanvragen worden bepaalde eisen gehanteerd die afgestemd zijn op de Nederlandse context. Dit is vaak niet haalbaar voor de situatie op de eilanden, omdat een gedegen onderzoeksinfrastructuur en sterke kennisinstituten ontbreken. Zo heeft in Nederland de hoofdaanvrager vaak al een dienstbetrekking en een werkplek, bijvoorbeeld bij een universiteit, en kan hij of zij daar ondersteuning krijgen bij het aanvragen en uitvoeren van een project. Dit is vaak niet het geval op de eilanden, waar in sommige gevallen de toegang tot wetenschappelijke vakliteratuur al een uitdaging is. Ik doe dan ook een nadrukkelijk verzoek om de aanvraagprocedures voor subsidies af te stemmen op de eilandelijke situatie.'
Bewezen succesvol gezondheidsbeleid en -interventies kunnen echter wel passen en bijdragen aan het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen inwoners van Nederland en de Caribische eilanden. Hierbij ligt de focus op projecten gericht op implementatie van bestaande kennis en het versterken van samenwerking tussen onderzoekers, beleidsmakers en de praktijk. Dat is de reden waarom VWS aan ZonMw heeft gevraagd een verkenning uit te voeren.

Ik doe een nadrukkelijk verzoek om de aanvraagprocedures voor subsidies af te stemmen op de eilandelijke situatie
Verkenning
Een dit jaar gestarte verkenning in opdracht van ZonMw met onderzoekers van de Fundashon Prevenshon, Projectbureau Caribbean en het Athena Instituut van de Vrije Universiteit Amsterdam moet relevante kennisvragen ophalen en stakeholders in kaart brengen en met elkaar in gesprek laten raken. Met een literatuurstudie, interviews met stakeholders, een online vragenlijst en zeven reflectiesessies wordt met onderzoekers, beleidsmakers, uitvoerders en het maatschappelijk middenveld richting gegeven aan de (door)ontwikkeling van kennis voor het verbeteren van de gezondheid op de eilanden. Soraya: 'Een belangrijk aspect is het opstarten van een dialoog tussen onderzoekers, beleidsmakers en mensen in de praktijk, zodat mensen zich verbonden voelen om de nodige versterking in de zorg mede vorm te geven. Met onze bottom-up benadering hebben we ook de stille stemmen gehoord, de mensen die je niet zo snel terugvindt aan de beleidstafels.'
Eerste resultaten
Inmiddels zijn de eerste resultaten van de verkenning bekend. Aan de diepte-interviews hebben 24 deelnemers op de eilanden meegedaan die de beleids-, praktijk- en onderzoekskant van de zorg representeren. In de interviews is veel aandacht gevraagd voor de samenhang tussen armoede en gezondheidsuitkomsten, het ontbreken van gegevens over de verspreiding van ziekten en aandoening, de kloof tussen kennis en implementatie en het belang van een versterking van de samenwerking op de eilanden en tussen de eilanden. Tijdens de vragenlijstfase, die via email en social media breed is uitgezet, hebben 224 deelnemers meegedaan met een goede vertegenwoordiging van de eilanden. De meest benoemde prioriteiten zijn chronische aandoeningen (incl. obesitas), geestelijke gezondheid en de organisatie van de zorg. Daarna is er op ieder eiland een reflectiesessie georganiseerd waar stakeholders van dat eiland aan mee konden doen. Tijdens de sessies is van gedachten gewisseld over wat de bevindingen van de verkenning betekenen voor de toekomst van gezondheidsonderzoek op de eilanden.
'Natuurlijk liggen de Caribische eilanden ver weg van Nederland en raakt de verslechterende situatie hier soms uit zicht. Dat is geen opzet, maar ik bepleit wel een sterkere samenwerking tussen zorgorganisaties binnen het gehele Koninkrijk om zo de gezondheid van de inwoners op de eilanden écht te gaan verbeteren', aldus de projectleider.
De eindrapportage van de verkenning wordt medio november aan ZonMw aangeboden. Met de resultaten uit de verkenning wordt inzicht verkregen of en zo ja hoe programmering van ZonMw gericht op zorgkennis ingezet kan worden op de eilanden.
Vragen?
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem contact op met het Caribenteam via cariben@zonmw.nl.