Meer zicht op post-COVID bij kinderen

Het is gelukkig zeldzaam, maar ook kinderen kunnen post-COVID krijgen. Onderzoekers van Amsterdam UMC, Spaarne Gasthuis, Leids UMC, en Utrecht UMC ontdekten dat er 3 verschillende klachtenpatronen te onderscheiden zijn. Daarnaast lijken er, bij een deel van de kinderen, aanwijzingen te zijn van een overactief immuunsysteem en een veranderde samenstelling van de darmbacteriën. ZonMw financierde het onderzoek.

Onderzoeksplannen willen nog wel eens wijzigen als de omstandigheden daarom vragen. Zo was de oorspronkelijke onderzoeksvraag van de VINCERE-studie: kunnen kinderen met post-COVID opknappen door een coronavaccinatie? ‘Er waren namelijk aanwijzingen dat sommige volwassenen met post-COVID daar baat bij hadden. De achterliggende gedachte was dat je het immuunsysteem door een vaccinatie reactiveert, waardoor het de oorzaak van de klachten misschien weer aanpakt’, zegt arts-onderzoeker Coen Lap (Amsterdam UMC/Spaarne Gasthuis/UMC Utrecht). Maar toen vaccinatie tegen COVID-19 in 2021 breed werd uitgerold, óók onder kinderen, kwam deze onderzoeksvraag op losse schroeven te staan. ‘We vonden het niet meer ethisch om kinderen in de controlegroep een placebo te geven in plaats van het echte vaccin’, licht Lap toe.

POCOS-poli

Een nieuwe invulling voor de studie was snel gevonden. Kinderlongarts dr. Suzanne Terheggen-Lagro was inmiddels bij Amsterdam UMC een poli gestart voor kinderen met langdurige post-COVID, de POCOS-poli – afkorting voor POst-COvid Syndroom. ‘Wij wilden bij deze kinderen onderzoek gaan doen naar de kenmerken en mogelijke onderliggende oorzaken van post-COVID.’ 

De multidisciplinaire POCOS-poli was bedoeld voor kinderen met langdurige of aanhoudende klachten, die elders niet goed geholpen konden worden. Arts-onderzoeker Lieke Noij: ‘Sinds eind 2021 zijn er 112 post-COVID-patiënten bij ons langs gekomen voor het onderzoek’, vertelt Noij. ‘Zij kwamen vanuit het hele land. Vaak waren ze al hier voor een polibezoek, anderen kwamen een keer extra.’ De kinderen en hun ouders vulden meerdere vragenlijsten over klachten en kwaliteit van leven in. Ook namen de onderzoekers bloed, speeksel en een neusswap bij de kinderen af. De kinderen hadden vooraf al ontlasting opgevangen voor het onderzoek. ‘We zijn de kinderen en hun ouders heel dankbaar voor hun deelname’, zegt Lap. ‘En ook voor hun geduld, want het analyseren van de data kost veel tijd.’

Verschillende soorten post-COVID

Noij richtte zich daarbij op de uitkomsten van de vragenlijsten. ‘Uit statistische analyses bleek dat er 3 verschijningsvormen van post-COVID zijn. Alle kinderen ervaren vermoeidheid, maar de andere klachten variëren.’  De grootste groep patiënten kenmerkte zich door inspanningsintolerantie, kortademigheid en problemen met het reukvermogen. Deze groep bestond voor driekwart uit meisjes. De gemiddelde leeftijd was 15 jaar. In de tweede groep, gemiddeld 13 jaar oud, was de verdeling van jongens en meisjes ongeveer gelijk. ‘Zij hadden naast slaap- en geheugenproblemen vooral buikproblemen, zoals buikpijn, misselijkheid en verminderde eetlust.’ De kleinste groep was gemiddeld 11 jaar oud en bestond voor driekwart uit jongens. ‘Deze patiënten hadden het vaakst last van koorts, maar verder hadden ze opvallend minder klachten dan de andere twee groepen.’ 

Deze bevindingen sluiten aan op de ervaringen in de zorg, merkt Noij op. ‘Daar was het ook al opgevallen dat kinderen met post-COVID verschillende klachtenpatronen vertonen.’ De bevindingen zouden ook relevant kunnen zijn voor de behandeling van post-COVID. ‘Je zou bijvoorbeeld kunnen onderzoeken of er juist bij kinderen met koorts nog virus aanwezig is in het lichaam.’

Impact op kwaliteit van leven

Als andere opvallende uitkomst noemt Noij de impact van post-COVID op de kwaliteit van leven. ‘Tachtig procent van de kinderen die wij onderzochten bleek een verminderde kwaliteit van leven te hebben. Dat is fors meer dan bij kinderen met een andere chronische ziekte, zoals taaislijmziekte of sikkelcelziekte. Ook meldden de kinderen met post-COVID vaker angst, depressie en slaapproblemen dan andere chronisch zieke kinderen en dan gezonde kinderen aan het begin van de pandemie. Dat komt mogelijk doordat het om voorheen gezonde kinderen gaat die zich opeens ziek voelen en niet meer, of minder goed, mee kunnen doen met bijvoorbeeld school of sport.’ Hoe het inmiddels met de kinderen gaat, is niet bekend. ‘Dit was een zogenoemde cross-sectionele studie: we zagen de kinderen maar één keer’, legt Noij uit. ‘De bedoeling is wel om ze nog eens terug te vragen, maar dat zal dan binnen een vervolgonderzoeksproject vallen.’

Overactief immuunsysteem

Lap concentreerde zich op de analyse van de samples. ‘In het bloed zochten we naar aanwijzingen voor ontregeling van het immuunsysteem. Een overactief immuunsysteem, bijvoorbeeld door achtergebleven virusdeeltjes of een verstoorde communicatie binnen het immuunsysteem, wordt namelijk genoemd als mogelijke oorzaak van post-COVID. Uit mijn analyses van bepaalde eiwitten in het bloed blijkt dat het immuunsysteem bij een deel van de kinderen inderdaad overactief is. En bij deze groep, zo’n 12-51% procent van de studiedeelnemers afhankelijk van hoe strikt je de groepen definieert, zien we óók een andere samenstelling van darmbacteriën. Dat is opvallend, want een verstoorde balans tussen darmbacteriën wordt in recent onderzoek bij volwassenen ook genoemd als mogelijke verklaring voor post-COVID.’

Meer onderzoek nodig

De onderzoekers zijn er inmiddels van doordrongen dat post-COVID een complexe ziekte is. ‘Onze studie was niet opgezet om een definitief antwoord te geven op de vraag waarom kinderen deze klachten hebben gekregen. Daarvoor heb je een ander type onderzoek nodig, bijvoorbeeld met dierproeven’, zegt Lap. ‘Maar ons onderzoek kan wel richting geven aan dat soort mechanistisch onderzoek.’ Noij vult aan: ‘Als er meer zicht is op de oorzaken van post-COVID, zal er hopelijk snel meer onderzoek volgen naar mogelijke behandelingen voor post-COVID bij kinderen. Voor nu denk ik dat dit ziektebeeld bij uitstek vraagt om gepersonaliseerde zorg: wie heb ik voor me, en wat zijn de klachten? Daar kunnen we hopelijk ook van leren voor een eventuele volgende pandemie. En voor andere post-infectieuze syndromen, zoals onder meer ME, Lyme of Q-koorts.’