Maak de Burger Meester in Hilversum: mensen helpen zichzelf te helpen

Is onderdeel van het programma Lokale Netwerken Samenhangende Ouderenzorg
Ziekte, ouderdom of eenzaamheid kunnen het je knap lastig maken. Hoe doe je bijvoorbeeld boodschappen als je erg slecht ter been bent en de supermarkt ver weg is? Met een subsidie uit het programma Langdurige Zorg en Ondersteuning (LZO) helpt het project ‘Maak de Burger Meester’ in Hilversum mensen om weer zelfredzaam te zijn. Deze manier van werken is interessant voor gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties. Coördinator eerstelijnszorg en projectleider Diek Scholten legt uit wat deze aanpak zo bijzonder maakt.

Diek: ‘In Denemarken is dit al een normale en succesvolle manier van werken. In Nederland vraagt de zorgverlener: “Wat kan ik voor u doen?” maar in Denemarken vraagt hij: “Wat hebt u nodig om een fijn leven te leiden?” Door de vraag anders te formuleren, bedenken mensen eerst wat ze uit het leven willen halen. Het helpt mensen ook te bedenken wat zij zelf nog wel kunnen. De zorgverlener gaat niet direct handelen, maar bekijkt samen met de oudere de (herstel)mogelijkheden.’ In Hilversum hebben ze hier positieve ervaringen mee. ‘Onze ervaring is, dat er dan vaak minder zorg nodig is. Het geeft ouderen meer plezier in het leven, doordat ze zelf weer de regie hebben. En zorgverleners hebben meer voldoening, omdat zij zien hoeveel waarde deze aanpak geeft.’

Samenwerken en overzicht

Maak de Burger Meester werkt samen met alle partijen die zorgen voor kwetsbare mensen in Hilversum. Diek: ‘De zorgorganisatie in Nederland wordt steeds complexer. Er kunnen veel zorgpartijen bij een patiënt betrokken zijn. Zoals de GGZ, de GGD, thuiszorgorganisaties en eerstelijnszorgverleners. Maar ook bijvoorbeeld de gemeente, buurtcoaches en het ziekenhuis. Wij vinden het belangrijk dat met name de professionals in de wijk goed het overzicht hebben. Bijvoorbeeld een praktijkondersteuner Ouderenzorg, een wijkverpleegkundige en een WMO-professional. Het idee is dat zij ervoor gaan zorgen dat alles georganiseerd wordt rondom de patiënt. Dan blijft het voor de patiënt ook overzichtelijk en het is goed voor de samenwerking.’

Voor het eerst op pad

In Hilversum zochten partijen al langer naar betere afstemming en aansluiting bij de vragen van bewoners. Een studiereis naar Denemarken met vertegenwoordigers vanuit al deze partijen was een belangrijk begin om het project op te zetten en naderhand een subsidie via het ZonMw programma Langdurige Zorg en Ondersteuning aan te vragen. Diek: ‘Tijdens de reis kon iedereen zien hoe die nieuwe aanpak  voor zijn of haar beroep uitpakte. En zijn eigen aanpak toetsen. Dat heeft zo’n ontzettend goede uitwerking gehad. Iedereen vond een antwoord en het heeft ervoor gezorgd dat we nu veel meer een hechte groep zijn.'

Weet waar je over praat

De belangrijkste tip die Diek heeft is om goede data te hebben. ‘Weet waar je het over hebt. Zorg dat je gegevens over de inwoners hebt en dat ze kloppen. Dat helpt namelijk de mensen die werken met je doelgroep. Zonder de juiste informatie wordt het lastig om inwoners de juiste hulp te geven. Met een voucher van ZonMw pakken we ook dit onderdeel op. Een voucher vanuit Juiste zorg op de juiste plek geeft namelijk financiële ondersteuning bij het verzamelen van data en het vaststellen van een regiobeeld op basis hiervan.’

Aan de slag

Het project is 1 juli 2019 gestart en na ruim 2 maanden al vol op stoom. Er zijn 3 teams actief in verschillende wijken. Die teams bestaan weer uit 15 à 16 zorgverleners. Daarnaast is er een werkgroep valpreventie Hilversum betrokken. Alle mensen uit de teams en de werkgroep worden getraind in het gedachtengoed van de Deense aanpak. Vervolgens bespreken zij in het team hoe ze de inzichten en lessen kunnen gebruiken bij de vragen en problemen van de inwoners in de wijk. Deze werkwijze heet ‘Interactive Learning and Action’, de trainingen worden gegeven door het Athena Instituut van de VU. Diek: ‘Over een jaar evalueren we hoe het is gegaan. Daarna breiden we hopelijk uit.’