Derde evaluatie Embryowet (2021)

In 2006 en 2012 is de Embryowet al geëvalueerd. Het doel van deze derde evaluatie was opnieuw de beantwoording van de vraag of de kerndoelstelling van de wet in de praktijk wordt gerealiseerd en of de Embryowet voldoende toekomstbestendig is ten aanzien van de medisch-wetenschappelijke en maatschappelijk ontwikkelingen.

Deze wet stelt vanuit het oogpunt van respect voor menselijk leven grenzen aan behandelingen met geslachtscellen en embryo’s. Voor zover handelingen met geslachtscellen en embryo’s op grond van deze wet niet zijn verboden, worden ze via wettelijke bepalingen aan banden gelegd. Tegelijkertijd beoogt de wet waardevol medischwetenschappelijk onderzoek niet onnodig te belemmeren.

Uit deze derde evaluatie blijkt dat de wet in algemene zin goed functioneert. Wel blijkt dat in toenemende mate het kerndoel van de wet - bescherming van menselijk leven/menselijke waardigheid in een evenwichtige afweging met andere belangen - niet wordt bereikt. Daarnaast blijkt dat er, ten gevolge van wetenschappelijke ontwikkelingen, handelingen met embryo's en bijzondere menselijke cellen mogelijk zijn, waarvan het onduidelijk is of die onder de bescherming van de wet (zouden moeten) vallen.

Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van onderzoekers van het Amsterdam UMC, de Universiteit Maastricht en het Leids Universitair Medisch Centrum onder leiding van Corrette Ploem en Wybo Dondorp.

Wilt u een exemplaar bestellen?

Stuur dan een e-mail met de titel van de publicatie en uw naam en adresgegevens aaner@zonmw.nl (zolang de voorraad strekt)