Actieprogramma Grip op Onbegrip

De ambitie van het programma is het versterken van een lerende omgeving en verbetercyclus in de regio ten behoeve van duurzame persoonsgerichte zorg en ondersteuning voor mensen met onbegrepen gedrag. De lerende omgeving heeft betrekking op het sociaal-, zorg- én veiligheidsdomein.

Aanleiding

Dit programma bouwt voort op het Actieprogramma ‘Lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag’ (hierna: Actieprogramma Verward Gedrag) en sluit aan bij verschillende initiatieven die zijn ontplooid rondom verward gedrag, beschermd wonen en maatschappelijke opvang. In de afgelopen jaren zijn de bouwstenen gelegd voor een betere omgang met de complexe problematiek, die een gecoördineerde aanpak vereist. De goed werkende aanpak voor personen met verward gedrag is een fundament geworden waarop een bredere ondersteuningsstructuur kan worden gebouwd. Met het programma Grip op Onbegrip gaan we nu een tweede fase in, die zich kenmerkt door het verduurzamen en doorontwikkelen van de opgezette aanpak. Waar het voorgaande programma hoofdzakelijk was gericht op het lokaal verbeteren van de praktijk; wordt in de komende jaren gewerkt aan het verder brengen van goede praktijken en het duurzaam verbinden van praktijk en kennis en het stimuleren van een lerende cyclus.

Doel

Door regio’s te stimuleren om kennis en praktijk te verbinden, kan beter in kaart worden gebracht welke resultaten worden behaald. Deze resultaten en inzichten vormen weer input voor het aanpassen van de visie en aanpak. Zo wordt binnen de regio’s gebouwd aan lerende netwerken waar kennis, praktijk, onderwijs en onderzoek samenkomen, en waarin continu reflecteren, leren en verbeteren centraal staat.  Hiermee verwacht ZonMw:

  • Een goed werkende aanpak voor mensen met onbegrepen gedrag in een kwetsbare situatie verder te ontwikkelen en bestendigen;
  • Een landelijk dekkend netwerk van regionale samenwerkingsverbanden met ervaringsdeskundigen, naasten, praktijk, kennis, beleid en onderwijs in te richten;
  • Een domein overstijgende samenwerking op regionaal en lokaal niveau na te streven. Deze samenwerking levert bruikbare kennis op die in gebruik wordt genomen bij praktijk, beleid en opleidingen;
  • Dat opgedane kennis en goede praktijken met ondersteuning van ZonMw breder gedeeld en toegepast worden.

Samenwerking

Het programma raakt vele beleidsterreinen, waaronder verschillende directies binnen de opdrachtgevers VWS, J&V, BZK, SZW en de VNG. Daarnaast vraagt het een integrale aanpak waarin zowel curatieve als langdurige zorg, maatschappelijke ondersteuning, beroepsgroepen en verzekeringen een rol hebben.

Prioriteiten

Binnen het programma staan een aantal inhoudelijke keuzes en prioriteiten in alle programmapijlers centraal:

  • Leefwereld centraal stellen
  • Domein overstijgend samenwerken
  • Inrichten leer- en verbetercyclus
  • Inzetten op ‘goede praktijken’
  • Actiegerichte begeleiding door regio-adviseurs

Programmalijnen

Het programma bestaat uit 4 inhoudelijke pijlers die nauw met elkaar samenhangen:

  1. Zorg & Samenleving richt zich op de brede doelgroep van mensen met onbegrepen gedrag in een kwetsbare situatie met activiteiten, zoals  Vroegsignalering en opvolging in de wijk. Het realiseren van Regionale kenniswerkplaatsen waarbinnen een lerende cyclus wordt ontwikkeld en verschillende inhoudelijke thema’s worden opgepakt staat hierbij centraal. 
  2. Zorg & Veiligheid gaat over de doelgroep met (zeer complexe) problematiek waarbij de verbinding tussen het veiligheids-, zorg- en sociaal domein centraal staat.
  3. Kennis & Inzicht is gericht op het krijgen van inzicht in het ontstaan van de problematiek, de aard en omvang en effectieve werkwijzen en voor landelijk en regionaal duurzaam beleid. BE-grip verzorgt de evaluatie en  landelijke begeleiding van de projecten binnen het Actieprogramma Grip op Onbegrip
  4. Professionalisering richt zich op het beter toerusten van huidige en toekomstige professionals in zorg en ondersteuning voor deze mensen. 

 

Programmacommissie

Onderstaand een opsomming van de commissieleden van het programma. Per subsidieronde wordt een afweging gemaakt wie onderdeel is van de beoordelingscommissie.

Vice-voorzitters

B. (Bert) Stavenuiter    
Prof. dr. H.F.L. (Henk) Garretsen    

Leden

S. (Sascha) Baggerman
Prof. dr. P.A.E.G. (Phillipe) Delespaul
Prof. dr. P.N. (Patrick) Kenis    
Dr. A.J. (Ada) ter Maten    
Dr. A.G. (Andrea) Donker    
A.J. (Yvonne) van Mierlo
A. (Albert) van de Wetering
L. (Lineke) Bennema
D. (Debora) Veltrop
T. (Thijs) Honig
P. (Peter) van Zuidam
C. (Cassandra) Barkman
D. (Denise) Bosma

Waarnemers

S. van den Berg MSc, ministerie JenV
E. Langenberg, ministerie JenV
M. van de Kloet, ministerie van VWS