Psychosociale behoeften, intimiteit en seksualiteit in de laatste levensfase - NPZ Amsterdam Diemen
Projectomschrijving
3 verpleegkundige teams vanuit het Amsterdam UMC constateerden dat structurele gesprekken met patiënten met ongeneeslijke kanker over psychosociale zorgbehoeften en eventuele vragen over intimiteit en seksualiteit lang niet altijd plaatsvonden. En als ze plaatsvonden, ontbraken er gerichte vervolgacties. Hierdoor ontvangen patiënten niet de zorg die ze nodig hebben.
Doel
Ons doel is het bieden van handvatten en een training aan verpleegkundigen om structureel aandacht te creëren voor gespreksvoering over psychosociale behoeften, intimiteit en seksualiteit met patiënten met ongeneeslijke kanker. Belangrijk is om bij hen bewustwording te realiseren en de drempel te verlagen om deze gesprekken aan te gaan.
Aanpak/werkwijze
Binnen het Amsterdam UMC stelden we per afdeling een contactpersoon en kartrekkers voor dit onderwerp aan. Zij brachten de context van elke deelnemende afdeling in kaart, inclusief de beïnvloedende factoren voor het slagen van het project en voor de implementatie, als ook de huidige ervaren kennis van verpleegkundigen over psychosociale zorg, intimiteit en seksualiteit. Behoeften van verpleegkundigen (scholing, het verschil in kliniek en polikliniek, diversiteit en het doorbreken van het taboe) rondom de training namen we mee naar de landelijke co-creatiebijeenkomsten van het bijbehorend onderzoeksproject en zijn verwerkt in de opzet van de training uit het onderzoeksproject. Op basis van deze inventarisatie maakten we het implementatieplan.
Samenwerkingspartners
We werkten samen met Expertisecentrum Palliatieve Zorg VUmc, Patiëntenparticipatieraad VUmc en Amsterdam UMC.
Resultaten
Helaas beëindigden we door diverse omstandigheden het project vroegtijdig. Ondanks het vroegtijdig beëindigen van het project, staat het praten over intimiteit en seksualiteit met patiënten met ongeneeslijke kanker meer op de kaart bij zorgverleners binnen het Amsterdam UMC. Door gericht met het onderwerp bezig zijn en behoeften bij verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten te inventariseren, zien zij nog meer het belang om het onderwerp psychosociale behoeften, intimiteit en seksualiteit bespreekbaar te maken. Met deze bewustwording kunnen zij al aan de slag. Op termijn wil het Amsterdam UMC samen met het Netwerk Palliatieve Zorg (NPZ) Amsterdam en Diemen het onderwerp een plek geven binnen de groep aandachtsvelders palliatieve zorg in de regio, zodat het niet verloren gaat binnen de eigen organisatie en binnen de regio.
ZonMw en proactieve zorgplanning
Dit project financieren we vanuit ons programma Palliantie. Het tijdig herkennen en bespreekbaar maken van het levenseinde helpt patiënten en naasten om over hun doelen, wensen en behoeften rondom de palliatieve fase na te denken. Het is belangrijk dat zorgverleners tijdig en regelmatig hierover in gesprek gaan en dit inventariseren en vastleggen. Vanuit ons programma financieren we onderzoek naar handvatten voor proactieve zorgplanning en de toepassing daarvan in de zorgpraktijk. Lees meer hierover op ons thema proactieve zorgplanning.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
Verpleegkundigen en andere zorgprofessionals in Amsterdam UMC voeren nog in onvoldoende mate gesprekken over psychosociale zorgbehoeften en over intimiteit en seksualiteit met patiënten met ongeneeslijke kanker. Inzicht in die psychosociale problemen en ernaar vragen ontbreekt daarom vaak, evenals gerichte vervolgacties. Hierdoor ontvangen patiënten niet de zorg die ze nodig hebben. Drie teams willen daarom graag meedoen met het project, en deelnemen aan implementatie van een gecombineerde interventie die bestaat uit gesprekshulpmiddelen De Lastmeter en PLISSIT. In de deelnemende teams worden patiënten met kanker in de laatste levensfase behandeld en begeleid. Doel van deelname aan het project is om te realiseren dat verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten gesprekken voeren met deze patiënten over psychosociale zorgbehoeften en over eventuele vragen over intimiteit en seksualiteit. Dit moet leiden tot: 1. Betere ervaren kwaliteit van zorg en ondersteuning en betere kwaliteit van leven voor patiënten en hun partners 2. Verhoging van competenties (kennis, vaardigheden en attitude) bij verpleegkundigen/verpleegkundig specialisten in het bespreken van psychosociale zorgbehoeften en problemen rondom intimiteit en seksualiteit, en in het plannen van gerichte vervolgacties. Om dit doel te realiseren werkt elk team samen met andere betrokkenen, zoals patiënten vertegenwoordigers, medisch specialisten en onderzoekers/coaches aan het implementeren van de gecombineerde interventie. In deze samenwerking wordt gezocht naar en gekozen voor strategieën die de gesprekshulpmiddelen (en daarmee de gesprekken) inbedden.