Mobiele menu

Inrichting randvoorwaarden voor optimalisering palliatieve zorg - Regionaal Consortium Palliatieve Zorg NoordOost

Projectomschrijving

Het consortium Ligare bestaat uit het expertisecentrum, de netwerken Palliatieve zorg, het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), vertegenwoordigers vanuit onderwijs, onderzoek en de Zorgbelang organisaties in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel.

Doel

We werken aan het realiseren van optimale palliatieve zorg in Noord-Nederland.

Aanpak/werkwijze

In de startfase identificeerden we regionale goede voorbeelden en uitdagingen. Gemeenschappelijke knelpunten zoals markering van de palliatieve zorgfase en het opstellen van een proactief zorgplan in samenwerking met patiënt en naasten is vastgesteld. De focus lag op de meerwaarde die markering en proactieve zorgplanning hebben voor het welbevinden van patiënt en hun naasten. We richtten ons op patiënten met eindfase kanker, hartfalen en dementie. En zetten een kwartiermaker in die ondersteunde bij de ontwikkeling en implementatie van relevante projecten.

Samenwerkingspartners

We werken samen met diverse partners: de netwerken dementie, afdelingen cardiologie, kinderpalliatieve zorg Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en ouderenzorg.

Resultaten

We leverden de volgende resultaten op:

  • Visiedocument ‘Ligare 2020’. Hierin is vastgelegd dat het consortium een kennis- en ontwikkelnetwerk is, waarbij het gezamenlijk doen van projecten een middel is om dit te bereiken.
  • Een evaluatie van de samenwerking binnen de stuurgroep van het consortium vond plaats. Op basis van deze evaluatie werd Zorgbelang een vast lid van de stuurgroep, zijn taken en rollen verdeeld, zijn klankbordgroepen ingericht en is een afspraak gemaakt met de werkgroep onderwijs voor evaluatie.
  • Contacten met diverse samenwerkingspartners zijn gelegd. Vanuit het contact met de afdeling Interne Oncologie van het UMCG is gestart met een Citrien-project. Doel is het digitaliseren van het proactief zorgplan.
  • Oprichting van 1 klankbordgroep patiënten en naasten en 1 klankbordgroep zorg/onderwijs/zorg. Deze groepen komen 2 keer per jaar bijeen en geven indien gewenst tussentijds advies.
  • Huisartsen zijn betrokken bij het consortium door deelname aan de werkconferenties.
  • Ontwikkeling en verspreiding van een film en folder rond proactieve zorgplanning.
  • Contact met de ROSsen en huisartsencoöperaties om het contact en betrokkenheid van huisartsen te verstevigen.
  • Bijeenkomsten voor zorgprofessionals en beleidsmakers: werkconferentie ‘In gesprek’ en werkconferentie ‘Als niet alles is wat het lijkt’.
  • Bijeenkomst rond markering en proactieve zorgplanning.
  • Binnen de netwerken palliatieve zorg is het project ‘Bijdragen aan het welbevinden van patiënten en hun naasten door MArkering van de palliatieve fase en PROactieve zorgplanning (MAPRO)’ middel om diverse partijen te betrekken en ook daadwerkelijk met elkaar samen te werken. De verbinding tussen zorg, onderwijs en onderzoek is in dit project in de praktijk gebracht.

Vervolg

Er startte en vervolgproject ‘Als niet alles is wat het lijkt: Praten met patiënten en naasten over zingeving en betekenisgeving’.

ZonMw en samenwerken en overdracht

Dit project financieren we vanuit ons programma Palliantie. Met dit programma zetten we ons in voor een goede kwaliteit van leven voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. Dat betekent dat zij zorg en ondersteuning krijgen die aansluit op hun wensen en behoeften. Goede samenwerking en overdracht tussen zorgverleners speelt daarbij een belangrijke rol.

Producten

Titel: Folder-PZO-ACP-stappenplan
Auteur: Netwerken palliatieve zorg Friesland
Link: http://consortiumligare.nl
Titel: Zorgbelang rapportage e-panel palliatieve zorg
Auteur: Zorgbelang Groningen
Titel: ROS Friesland ACP PZP
Auteur: Netwerken Friesland
Link: https://www.youtube.com/watch?v=S_s-XdSQLhE&feature=youtu.be
Titel: Meerwaarde proactieve zorgplanning Groningen
Auteur: Consortium Ligare
Link: https://www.youtube.com/watch?v=5EKgSdRwwM4
Titel: Implementatie proactieve zorgplanning
Auteur: Consortium Ligare
Link: https://www.youtube.com/watch?v=sma9MjYWaBk
Titel: Visie Ligare 2020
Auteur: Stuurgroep Ligare
Titel: Consortium Ligare - palliatieve zorg samenwerken en verbinden
Auteur: Consortium Ligare
Link: http://consortiumligare.nl/

Verslagen


Eindverslag

De projectperiode stond in het teken van de start van consortium Ligare als nieuw samenwerkingsverband. Om samenwerking te borgen is een gezamenlijke koers bepaald op inhoud en organisatiewijze. In de projectperiode is zowel de inhoud (wat doen we) als de organisatie structuur (waarom en hoe doen we het) vormgegeven. De inhoudelijke richting is vormgegeven door de behoeften en wensen van patiënten en zorgprofessionals te inventariseren. Vanuit wensen en behoeften van patiënten en zorgprofessionals is een aantal speerpunten naar voren gekomen; het herkennen van de patiënt met palliatieve zorgvragen, het proactief plannen van zorg, patiënten- en naastenparticipatie en het verbeteren van aandacht voor spirituele zorg in de reguliere zorgverlening. Dit was de basis voor Ligare 2020 en is uitgewerkt in project ideeën en werkplannen. De consortiumstructuur is vormgeven door de inrichting van een stuurgroep (waarin de netwerkcoördinatoren, een vertegenwoordiger van IKNL, een vertegenwoordiger van Zorgbelang en een vertegenwoordiger van het EPZ samenwerken) met een dagelijks bestuur, 2 klankbordgroepen (patiënten en naasten; onderwijs,onderzoek en praktijk) en een onderwijswerkgroep. Uiteraard vindt uitwisseling plaats tussen de stuurgroep en de twee klankbordgroepen. Ook is de kwartiermakersrol ingevuld. Ligare wil ondersteunend en innoverend zijn ten dienste van patiënt, naasten en zorgprofessionals. In gezamenlijk wordt dit groeiproces ‘bottom-up’ vormgegeven. De samenwerking tussen de verschillende partijen, zorgprofessionals, onderzoek en onderwijs heeft een positieve impuls gekregen door het gezamenlijk werken aan een project.
De afgelopen projectperiode stond in het teken van de start van het consortium als nieuw samenwerkingsverband. Om samenwerking te borgen is een gezamenlijke koers bepaald op inhoud en organisatiewijze. In de projectperiode is zowel de inhoud (wat doen we) als de organisatie structuur (waarom en hoe doen we het) vormgegeven. De inhoudelijke richting is vormgegeven door de behoeften en wensen van patiënten en zorgprofessionals te inventariseren. Vanuit wensen en behoeften van patiënten en zorgprofessionals is een aantal speerpunten naar voren gekomen; het herkennen van de patiënt met palliatieve zorgvragen, het proactief plannen van zorg, patiënten- en naastenparticipatie en het verbeteren van aandacht voor spirituele zorg in de reguliere zorgverlening. Dit was de basis voor Ligare 2020 en is uitgewerkt in project ideeën en werkplannen. De consortiumstructuur is vormgeven door de inrichting van een stuurgroep met een dagelijks bestuur, 2 klankbordgroepen (patiënten en naasten; onderwijs,onderzoek en praktijk). Uiteraard vindt uitwisseling plaats tussen de stuurgroep en de twee klankbordgroepen. Ook is de kwartiermakersrol ingevuld. Ligare wil ondersteunend en innoverend zijn ten dienste van patiënt, naasten en zorgprofessionals. Dat kan alleen door hen centraal te stellen en dus ‘bottom-up’ te werken. Het is een groeiproces dat door de leden samen vormgegeven wordt.

Samenvatting van de aanvraag

Sinds juli 2014 werken het EPZ NoordOost, de netwerken Palliatieve zorg en het IKNL in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel samen in het Regionaal Consortium Palliatieve zorg NoordOost (RCPZ-NO)i.o. Doelstelling is het realiseren van optimale palliatieve zorg voor de populatie van Noord Nederland. Om dit te realiseren, wordt het RCPZ-NO nu uitgebreid met vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, onderwijs en onderzoek. Uitgangspunt is, dat het RCPZ-NO meerwaarde moet opleveren voor alle deelnemers. Deze meerwaarde moet zichtbaar worden in: • het identificeren en onderzoeken van gemeenschappelijke vraagstukken en kennistekorten over netwerk- of provinciegrenzen heen, • het delen en implementeren van ontwikkelde kennis, inzichten en instrumenten, • het gebruik kunnen maken van specifieke expertise van de deelnemende partijen, • het bieden van een aanspreekpunt voor het NPPZ in Noord- en Oost-Nederland voor uitrol van landelijk vastgestelde afspraken op het gebied van palliatieve zorg. Om zicht te krijgen op ontwikkelde kennis en expertise, maar ook op lokale en regionale knelpunten, hebben de netwerkcoördinatoren met behulp van een format binnen het eigen netwerk de best practices en uitdagingen geïdentificeerd. Deze inventarisaties zijn vervolgens met elkaar uitgewisseld. In het RCPZ-NO is vastgesteld welke knelpunten gemeenschappelijk zijn en met de hoogste prioriteit aangepakt moeten worden. Hierbij is het volgende uitgangspunt gehanteerd: “Elke activiteit op het gebied van palliatieve zorg begint met de (h)erkenning dat de fase van curatie voorbij is, en dat palliatieve zorg wenselijk is. Om verschillende redenen wordt de ‘surprise question’ niet, niet tijdig of niet adequaat gesteld. Dit probleem speelt zowel in de eerste als tweede lijn. Wanneer men zich realiseert dat de palliatieve fase is aangebroken, is een pro-actief zorgplan, zo mogelijk opgesteld met patiënt en naasten, wenselijk. Dit wordt nog onvoldoende ontwikkeld.” Vanuit dit uitgangspunt wil het RCPZ-NO de volgende knelpunten als eerste aanpakken. 1. Gebrek aan kennis, vaardigheden, tools voor goede en tijdige markering van de palliatieve zorgfase; 2. Gebrek aan kennis, vaardigheden, tools voor het ontwikkelen van een pro-actief zorgplan met aandacht voor: a) zorgbehoeften in de vier dimensies (lichamelijk, geestelijk, sociaal, spiritueel), b) zorgbehoeften van specifieke doelgroepen (zoals niet-oncologische patiënten, dementerenden, psychiatrische patiënten en Adolescenten and Young Adults (AYA’s)), c) bevorderen van regievoering door en/of betrokkenheid van patiënt en naasten. In de eerste fase wordt de structuur gerealiseerd waarbinnen deze activiteiten plaats vinden. Hiertoe stelt het RCPZ-NO één 'virtuele' werkgroep in om aan de slag te gaan met de geprioriteerde thema's. Elk netwerk levert hiervoor een huisarts, medisch specialist en verpleegkundige. Deze groep wordt aangevuld met vertegenwoordigers van het onderwijs-/onderzoeksveld en van patiënten en mantelzorgers. De werkgroep krijgt de volgende opdracht: • Inventariseer en prioriteer oorzaken voor het onvoldoende (tijdig) (h)erkennen van de palliatieve zorgfase c.q. het niet of onvoldoende maken van een pro-actief zorgplan. • Inventariseer oplossingen welke toepasbaar zijn in de verschillende werkvelden (1e, 2e en 3e lijn) en/of stel vast welke oplossingen ontwikkeld moeten worden. • Ontwikkel een werkplan, gericht op: a) Ontwikkeling en) implementatie van de gekozen oplossingen in pilotprojecten; b) Evaluatie van de werkbaarheid van deze oplossingen; c) ontwikkeling van een scholingsplan ten behoeve van overdracht van ontwikkelde kennis en tools; d) borging van resultaten. De opdracht worden opgesplitst in deelopdrachten welke in kleinere werkgroepen worden uitgewerkt. Deze werkgroepen worden getrokken door een parttime kwartiermaker, die tevens als ‘linking pin’ participeert in het platform van het RCPZ-NO. Periodiek vindt afstemming plaats met alle werkgroepleden. De aangevraagde subsidie zal worden gebruikt voor: • het betalen van de parttime kwartiermaker, • reis- en vergaderkosten van werkgroepleden en van het platform van het RCPZ-NO. • Daarnaast ontvangen de werkgroepleden een uurvergoeding ter compensatie van afwezigheid door vergaderuren. De tijdsinvestering van de netwerkcoördinatoren, vertegenwoordigers van IKNL en EPZ wordt gefinancierd vanuit de betrokken instellingen. Bijzonder aandachtspunt is de omvang van de regio van het consortium NoordOost. Dit consortium omvat een derde van het oppervlak van Nederland en door deze omvang ook een zeer groot aantal betrokken hulpverleners, organisaties en instanties. Succesvol innoveren en implementeren begint door betrokkenheid vanaf de ontwikkelfase. Doordat veel individuen en organisaties uit deze grote regio betrokken moeten worden, is de realisatie van de infrastructuur tijdsintensief en kostbaar.

Kenmerken

Projectnummer:
844001008
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. A.K.L. Reyners
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Groningen