Culturele sensitiviteit van richtlijnen voor palliatieve zorg
Projectomschrijving
Producten
Verslagen
Eindverslag
Het aantal allochtonen dat lijdt aan kanker of andere chronische ziekten neemt toe en daarmee ook het aantal dat een beroep doet op palliatieve zorg. Daarom wordt het steeds belangrijker dat in de palliatieve zorgverlening rekening wordt gehouden met culturele diversiteit.
Uit eerder onderzoek is bekend dat niet-westerse allochtonen vaak anders omgaan met ongeneeslijke, uiteindelijk terminale ziekten en de zorg die daarbij komt kijken.
Het project ‘Culturele sensitiviteit van richtlijnen palliatieve zorg’, had als hoofddoel te komen tot een ‘cultuur-sensitieve’ handreiking die gebruikt kan worden als aanvulling op bestaande veel gebruikte landelijke richtlijnen over respectievelijk pijn, depressie, delier, misselijkheid/braken en obstipatie in de palliatieve fase.
Hiervoor zijn een systematische literatuurstudie en een analyse van de richtlijnen palliatieve zorg uitgevoerd. Daarnaast zijn expertmeetings georganiseerd met zorgprofessionals en patiëntvertegenwoordigers.
De literatuurstudie leverde 57 relevante studies op. De meeste studies betroffen mensen met een Turkse achtergrond. Minder literatuur werd gevonden over mensen met een Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. De meeste onderzoeken betroffen onderwerpen –zoals communicatie over de ziekte- die van belang zijn voor de palliatieve zorg in het algemeen aan allochtonen. Minder werd gevonden over de specifieke richtlijnonderwerpen pijn, depressie, delier, misselijkheid/braken en obstipatie in de palliatieve fase.
De expertmeetings leverden opnieuw veel algemene informatie op, maar er werd ook informatie gegeven over de specifieke richtlijnonderwerpen.
Voor het samenstellen van de handreiking zijn de gegevens geclusterd in een aantal thema’s en per thema zijn adviezen voor zorgverleners geformuleerd en gebundeld in een handreiking.
Belangrijke thema’s zijn: serieus genomen willen worden, communicatie(problemen), wederzijdse vooroordelen, schaamtevolle onderwerpen (zoals obstipatie en delier), praten over diagnose, prognose en beslissingen rond het levenseinde, en de centrale rol van de familie in de zorgverlening en communicatie hierover.
Ook wordt in de handreiking benadrukt dat er een grote variatie is tussen en binnen allochtone groepen. Een individuele benadering van elke patiënt is dan ook van het grootste belang.