Mobiele menu

Somatisch Onvoldoende Verklaarde Klachten (SOLK) bij kwetsbare ouderen; van achtergrond naar behandeling op maat

Projectomschrijving

Inzicht in zorgvragen bij onverklaarde klachten

Er is nog onvoldoende bekend over de diversiteit van zorgvragen van mensen met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) en hun behoeften. Aangezien diagnostiek van SOLK complex is, worden ouderen met deze aandoening uitgesloten van wetenschappelijk onderzoek. Het gevolg: er is weinig bekend over SOLK. Ook ontbreken niet-medische interventiemogelijkheden. Juist voor kwetsbare ouderen kunnen die essentieel zijn.

Doel
Het project geeft inzicht in de factoren die SOLK bepalen bij kwetsbare ouderen. Verder levert het project drie concrete maatregelen of interventies op. Daarnaast wordt gewerkt aan een model voor samenwerking tussen eerste en tweede lijn.

Werkwijze
De onderzoekers vergelijken 150 ouderen met SOLK met een controlegroep van ouderen zonder SOLK en een groep ouderen met depressieve klachten. Zo komen ze achter de determinanten voor SOLK en de zorgbehoeften. Een deel van de ouderen wordt daarnaast geïnterviewd.

Doelgroep
Kwetsbare ouderen met SOLK.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Probleemstelling – Wanneer lichamelijke klachten >3 maanden aanhouden en bij adequaat medisch onderzoek geen somatische aandoening wordt gevonden die de klacht voldoende verklaart, wordt gesproken van Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK). Mensen met SOLK ervaren een hoge lijdensdruk. Overmatig piekeren over vermeende ziekten, somberheid dat het nooit meer goed komt of boosheid waarom men dit is overkomen leiden tot inadequaat ziektegedrag met weerslag op het sociale steun systeem en verlies van zinvolle activiteiten, waardoor kwaliteit van leven en welbevinden ernstig verminderen. Hoewel SOLK gepaard gaat met een sterk verhoogde medische consumptie, verschilt de zorgvraag sterk per patiënt. Artsen ervaren mensen die hen vaak consulteren voor klachten waarvoor zij geen medische verklaring kunnen vinden als moeilijk. Aangezien diagnostiek van SOLK bij kwetsbare ouderen uiterst complex is door interferentie met aanwezige aandoeningen, worden zij stelselmatig uitgesloten van wetenschappelijk onderzoek naar SOLK. Bovendien ontbreken op restcapaciteit gerichte interventiemogelijkheden buiten het medische kanaal, welke juist voor kwetsbare ouderen essentieel zijn. Relevantie – Van alle lichamelijke klachten die gepresenteerd worden aan een arts blijft 30-60% medisch onverklaard. Op bevolkingsniveau kampt 2.5% van de populatie chronisch met SOLK; bij 65-plussers loopt dit op tot 3.8%. Hoewel prevalentie data voor kwetsbare ouderen ontbreken, is vermoedelijk juist deze groep at risk voor SOLK, aangezien SOLK toeneemt met zowel de leeftijd als de aanwezigheid van somatische aandoeningen. Aanwezigheid van SOLK gaat gepaard met een verlaagde kwaliteit van leven, belemmeringen in dagelijks functioneren en een verdubbeling van de medische consumptie. Juist bij kwetsbare ouderen dient iatrogene schade door overdiagnostiek en –behandeling (meegaan met wens patiënt) of onderdiagnostiek en –behandeling (door niet meer serieus nemen) te worden voorkomen. Doelstelling – 1) Onderzoek naar determinanten van SOLK bij kwetsbare ouderen. 2) Onderzoek naar de zorgvragen en behoeften van kwetsbare ouderen met SOLK. 3) Ontwikkeling van een stepped-care behandelmodel bestaande uit 3 interventies. Plan van aanpak – Het onderzoek wordt uitgevoerd binnen het transitie project Zorg en WelzijnsStandaard voor Kwetsbare Ouderen (ZWS) van het Nijmeegse Netwerk voor Zorg en Welzijn van Ouderen (Zowel NN). Binnen het ZWS transitie project worden ouderen gescreend op kwetsbaarheid met behulp van een methodiek die momenteel wordt ontwikkeld binnen ZOWEL NN (TOS studie). Aan deze screeningsmethodiek is reeds het item “Heeft deze patiënt vaak lichamelijk onverklaarde klachten?” toegevoegd. Kwetsbare ouderen die positief scoren op dit item binnen zowel de TOS studie (10 huisartspraktijken), als later binnen het hierop aansluitende ZWS transitieproject (6 huisartspraktijken) worden uitgenodigd voor multidisciplinaire diagnostiek gericht op SOLK. Indien aansluiting bij deze projecten onvoldoende instroom genereert, wordt additioneel geworven binnen het Universitair Huisartsen Netwerk Nijmegen en op de ouderenpolikliniek Mentalis (samenwerking UMC St Radboud en GGZ Nijmegen) welke gespecialiseerd is in somatoforme stoornissen bij ouderen. In totaal worden 150 ouderen met SOLK systematisch vergeleken met een controlegroep kwetsbare ouderen zonder SOLK (controlegroep, n=150) en een groep oudere depressieve patiënten (psychiatrische controlegroep, n=150). De idee is hiermee determinanten van SOLK en gerelateerde zorgbehoeftes bij kwetsbare ouderen te identificeren, welke ontwikkeling van identificatiemethoden en behandelstrategieën zullen faciliteren. Tevens wordt een subgroep nader onderzocht m.b.v. kwalitatief onderzoek om voorkeuren van de oudere zelf en specifieke themata gerelateerd aan de ouderdom, welzijn, zingeving en levensomstandigheden te onderzoeken, welke moeilijk in vragenlijsten kunnen worden meegenomen. Deze informatie wordt binnen het huidige project gebruikt om een drietal interventies te ontwikkelen. Ten eerste een schriftelijk advies aan huisarts en patiënt met aandachtspunten voor begeleiding (‘consultation letter’), ten tweede een eerstelijns interventie bestaande uit een coachingsgroep buiten het medische circuit gericht op empowerment en versterking restcapaciteit en tenslotte een tweedelijns psychotherapie groep gebaseerd op cognitieve gedragstherapie en psychomotore therapie gericht op de meest ernstige vormen van SOLK. Alle interventies worden gepilot binnen het huidige project en getoetst op uitvoerbaarheid in een drietal focusgroep onderzoeken: focusgroep 1 onder huisartsen met als centrale vraagstelling ‘wat maakt dat huisartsen wel/niet in staat zijn het multidisciplinaire advies in de consultation letter op te volgen’ en focusgroep 2 en 3 onder deelnemers van respectievelijk de eerste- en tweedelijns interventie teneinde deze te kunnen optimaliseren voor de betreffende doelgroep.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
314050302
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. R.C. Oude Voshaar
Verantwoordelijke organisatie:
Radboudumc