Assessing the need for isolation in a single room of patients colonized with highly resistant Enterobacteriaceae: a cluster-randomized trial
Projectomschrijving
Resistentie tegen antibiotica is een snel toenemend probleem. Onderzoek is noodzakelijk omdat resistente bacteriën voor problemen zorgen bij de behandeling van infectieziekten.
Het onderzoek vindt in meerdere ziekenhuizen plaats en heeft drie doelstellingen. Ten eerste willen de onderzoekers een wetenschappelijke onderbouwing van het nut van een eenpersoonskamer om de overdracht van resistente bacteriën te voorkomen. Dit omdat het onduidelijk is of het nodig is om geïnfecteerde patiënten op een eenpersoonskamer te isoleren. Ten tweede willen zij inzicht in wat ziekenhuizen doen om de verspreiding van resistente bacteriën tegen te gaan. Als laatste willen de onderzoekers een nieuwe moleculaire techniek ontwikkelen om de aanwezigheid van resistentiegenen te bepalen.
In wisselende volgorde gaan de deelnemende ziekenhuizen geïnfecteerde patiënten al of niet op een eenpersoonskamer isoleren. Zo willen zij vaststellen of en hoe vaak de overdracht van resistente bacteriën naar andere patiënten plaatsvindt. De onderzoekers werken met bekende kweektechnieken en met geavanceerde moleculaire technieken om de overdracht aan te tonen.
Producten
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M, Verhulst C, Fluit A, Friedrich A, Vandenbroucke-Grauls C, Bonten M, Kluytmans J, on behalf of the SoM study group.
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M.
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M, Verhulst C, Verduin C, Vandenbroucke-Grauls C, Bonten M, Kluytmans J, Friedrich A, on behalf of the SoM study group.
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M.F.Q., on behalf of the SoM study group.
Auteur: Kluytmans MFQ, Willemsen LE, Punselie R, Verhulst C, Kluytmans JAJW.
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M, Bruijning-Verhagen P, Friedrich A, Vandenbroucke-Grauls C, Bonten M, Kluytmans J, on behalf of the SoM study group.
Auteur: den Drijver E, Kluytmans-van den Bergh M, Rossen J, Friedrich A, Vandenbroucke-Grauls C, Bonten M, Kluytmans J, on behalf of the SoM Study Group.
Auteur: Ferdous M, Friedrich A, Grundmann H, de Boer R, Croughs P, Islam M, Kluytmans-van den Bergh M, Kooistra-Smid A, Rossen J.
Auteur: Verhulst C, Kluytmans-van den Bergh, Willemsen I, Roosendaal R, Savelkoul P, Vandenbroucke-Grauls C, Verduin C, Kluytmans J.
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M, Rossen J, Friedrich A, Vandenbroucke-Grauls C, Bonten M, Kluytmans J, on behalf of the SoM Study Group.
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M, van Mens S, Haverkate M, Bootsma M, Kluytmans J, Bonten M, on behalf of the R-Gnosis Study Group and the SoM Study Group.
Auteur: Kluytmans-van den Bergh M, Rossen J, Willems R, Friedrich A, Vandenbroucke-Grauls C, Bonten M, Kluytmans J, on behalf of the SoM Study Group.
Auteur: M.F.Q. Kluytmans - van den Bergh J.A.J.W. Kluytmans
Magazine: Clinical Infectious Diseases
Auteur: Kluytmans-van den Bergh, M. F. Q., Kluytmans, J. A. J. W.
Magazine: Clinical Infectious Diseases
Auteur: Marjolein F Kluytmans-van den Bergh 1, Pepijn Huizinga, Marc J Bonten, Martine Bos, Katrien De Bruyne, Alexander W Friedrich, John W Rossen, Paul H Savelkoul, Jan A Kluytmans
Magazine: Eurosurveillance
Auteur: Ferdous, M., Friedrich, A.W., Grundmann, H., de Boer, R.F., Croughs, P.D., Islam, M.A., Kluytmans-van den Bergh, M.F.Q., Kooistra-Smid, A.M.D., Rossen, J.W.A.
Magazine: Clinical Microbiology and Infection
Auteur: Kluytmans–van den Bergh, Marjolein F, Huizinga, Pepijn, Bonten, Marc J, Bos, Martine, De Bruyne, Katrien, Friedrich, Alexander W, Rossen, John W, Savelkoul, Paul H, Kluytmans, Jan A
Magazine: Eurosurveillance
Auteur: Kluytmans-van den Bergh MFQ Verhulst C Willemsen LE Verkade E Bonten MJM Kluytmans JAJW
Magazine: Journal of Clinical Microbiology
Verslagen
Eindverslag
De huidige wereldwijde verspreiding van antimicrobiële resistentie vormt een grote bedreiging voor de volksgezondheid. Extended-spectrum beta-lactamase-producerende Enterobacteriaceae (ESBL-E) zijn inmiddels endemisch in een groot deel van de wereld, waardoor de mogelijkheden voor antibiotische behandeling van ernstige infecties zijn beperkt. Het beheersen van ESBL is essentieel om de grotere dreiging die uitgaat van carbapenemase resistentie in te perken. Ten eerste neemt het gebruik van carbapenem antibiotica sterk toe door de toename van ESBL. Daarnaast zal de verspreiding van ESBL, gelegen op mobiele genetische elementen, de kans op accumulatie van resistentiemechanismen , waaronder carbapenemases, bevorderen. Dit project had als doelstelling om te bepalen of eenpersoonskamers nodig zijn om de verspreiding van ESBL-E in ziekenhuizen te voorkomen; om laboratorium methoden voor het detecteren van ESBL-E te evalueren; om een nationale richtlijn voor de detectie van ESBL -E te ontwikkelen en te implementeren; om moleculair diagnostische technieken voor het genetisch karakteriseren van ESBL-E te ontwikkelen; en om de epidemiologie van ESBL-E in Nederlandse ziekenhuizen te beschrijven, inclusief de verspreiding van ESBL-E resistentiegenen.
Een multicenter onderzoek is uitgevoerd, waarin isolatiestrategieën voor patiënten die gekoloniseerd of geïnfecteerd zijn ESBL-E met elkaar zijn vergeleken. De voorlopige analyse leverde onvoldoende bewijs om te kunnen concluderen dat contactisolatie op een meerpersoonskamer niet slechter is dan contactisolatie op een eenpersoonskamer. Verdere analyses zullen worden uitgevoerd om deze bevindingen te staven. Laboratoriummethoden voor het detecteren van ESBL-E zijn geëvalueerd. Het gebruik van een aankweekmedium verbeterde de opsporing van ESBL-E dragerschap, en kan een waardevolle toevoeging zijn voor infectiepreventiebeleid dat gericht is op het voorkomen van verspreiding van ESBL-E. De prestatie van een ESBL screeningsmedium bleek afhankelijk te zijn van de lokale epidemiologie van antimicrobiële resistentie. Bij het gebruik van ESBL-E isolaten uit een historische stammencollectie bleek dat verlies van plasmiden en resistentiegenen kan optreden tijdens opslag. Het ontwikkelen van een pijplijn om het gehele bacteriële genoom te bepalen (WGS), maakte het mogelijk om de genetische verwantschap van bacteriën te bepalen, en daarnaast de aanwezigheid van resistentiegenen vast te stellen. De epidemiologie van ESBL-E dragerschap bij patiënten in Nederlandse ziekenhuizen is beschreven. De prevalentie van ESBL-E dragerschap was 9%, maar varieerde aanzienlijk tussen ziekenhuizen. E. coli ST131 was de meest voorkomende ESBL-E. De publicatie van een landelijke richtlijn voor de laboratoriumdetectie van ESBL-E in 2011 resulteerde in het sneller rapporteren van ESBL-E positieve kweekuitslagen. De tijd-tot-rapportage voor ESBL-E positieve kweekuitslagen verschilde aanzienlijk tussen ziekenhuizen en was afhankelijk van de dag van de week waarop de kweek was afgenomen. Deze bevinding suggereert dat de procedures voor transport, laboratoriumbepalingen en/of rapportage in de routine praktijk verder kunnen worden geoptimaliseerd. Het koppelen van epidemiologische gegevens aan de WGS gegevens maakte het mogelijk een epidemiologische afkapwaarde voor genetische afstand vast te stellen. Hierdoor konden WGS gebaseerde technieken gebruikt worden om genetische verwantschap tussen ESBL-E vast te stellen. Leden van de projectgroep hebben deelgenomen aan de werkgroep die de NVMM 'Richtlijn voor de laboratorium detectie van bijzonder-resistente micro-organismen' heeft opgesteld. Een nationale collectie van ESBL-E isolaten is samengesteld. Deze stammencollectie, inclusief epidemiologische gegevens en geassembleerde genomen, kan gebruikt worden om toekomstige onderzoeksvragen te beantwoorden.
Concluderend, op dit moment kunnen geen aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot de toegevoegde waarde van eenpersoonskamers bij
Het onderzoek is van start gegaan in december 2010 en loopt op dit moment in 14 Nederlandse ziekenhuizen. Tot begin oktober 2012 zijn 359 patiënten die gekoloniseerd of geïnfecteerd waren met ESBL-producerende bacteriën geïncludeerd in de studie en zijn 359 prevalentiemetingen uitgevoerd, waarbij 5410 afdelingsgenoten zijn onderzocht op de aanwezigheid van ESBL-producerende bacteriën. De geplande einddatum van het onderzoek is mei 2014.