Mobiele menu

De kwetsbare oudere centraal in samenhangende zorg

Projectomschrijving

Samenwerken in de zorg

In de ouderenzorg worden gezondheidsrisico’s van ouderen laat ontdekt. Zorgbehoeften zijn onbekend en het blijkt lastig ouderen een rol te geven in het eigen zorgverleningproces. Ouderen ervaren de zorg als losse stukken met onvoldoende afstemming tussen zorgverleners.

Doel
Het project onderzoekt of zorg aanbieden via het geriatrisch zorgmodel een oplossing is. Binnen dit model werken verschillende professionals met elkaar samen. Daardoor is er meer overzicht over de zorg die de oudere krijgt. Het model richt zich op:
• tijdig opsporen van risico’s en wensen van ouderen om functieverlies te voorkomen;
• afstemmen van zorgaanbod op die risico’s en wensen;
• versterken van de rol van de oudere en mantelzorger;
• kennisuitwisseling tussen zorgverleners.

Werkwijze
Praktijkondersteuners brengen jaarlijks zelfredzaamheid en risico’s van ouderen in kaart. Samen met de oudere werken zij toe naar de ideale situatie.

Doelgroep
Kwetsbare 65-plussers die meer dan vijf medicijnen gebruiken. Mantelzorgers.

Producten

Titel: A comparison of the responsiveness of three preference-based quality of life instruments (EQ-5D, ICECAP-O, ASCOT) in community-dwelling frail older adults.
Titel: Implementing the chronic care model for frail older adults in the Netherlands (frail older Adults: Care in Transition)
Titel: A comparison of the reliability of three preference-based quality of life instruments (EQ-5D, ICECAP-O, ASCOT) in community-dwelling frail older adults.
Titel: The identification of frail older adults in primary care: comparing the accuracy of five simple instruments.
Titel: Implementation of the chronic care model with a key role for practice nurses: Healthcare Outcomes and Health Efficiency.
Titel: Expanding access to continence care by practice nurses in primary care.
Titel: Implementation of a chronic care model in older adults: effects on hospital admissions.
Titel: Design and first results of ACT (Frail older Adults: Care in Transition)
Titel: Cost-effectiveness of a chronic care model for community-dwelling frail older adults: design of the economic evaluation of ACT (frail older Adults: Care in Transition).
Titel: The identification of frail older adults in primary care: comparing the accuracy of five simple instruments.
Titel: Measurement properties of the Client-centered Care Questionnaire (CCCQ): factor structure, reliability and validity of a questionnaire to assess self-reported client-centeredness of home care services in a population of frail, older people.
Auteur: Muntinga ME, Mokkink LB, Knol DL, Nijpels G, Jansen APD
Magazine: Quality of Life Research
Titel: Self-perceived met and unmet care needs of frail older adults in primary care.
Auteur: Hoogendijk EO, Muntinga ME, van Leeuwen KM, van der Horst HE, Deeg DJ, Frijters DH, Hermsen LA, Jansen APD, Nijpels G, van Hout HPJ.
Magazine: Archives of Gerontology and Geriatrics
Titel: De oudere aan het stuur in samenhangende zorg
Auteur: Jansen APD, Muntinga ME, Nijpels G.
Magazine: Bijblijven
Titel: Exploration of the content validity and feasibility of the EQ-5D-3L, ICECAP-O and ASCOT in older adults
Auteur: Karen M van Leeuwen, Aaltje P D Jansen, Maaike E Muntinga, Judith E Bosmans, Marjan J Westerman, Maurits W van Tulder and Henriette E van der Horst.
Titel: Nederlandse vertaling van de ASCOT, een kwaliteit van leven instrument voor economische evaluaties dat toegesneden is op ouderen.

Verslagen


Eindverslag

DE OUDERE AAN HET STUUR IN SAMENHANGENDE ZORG

AANLEIDING VAN HET PROJECT
Ouderennet VUmc & partners zag in 2008 een drietal grote knelpunten in de Nederlandse ouderenzorg waarvoor zij een kentering in gang wenste te zetten:
1) De vragen en behoeften van oudere mensen centraal stellen bleek in de dagelijkse praktijk lastig vorm te geven en moeizaam van de grond te komen;
2) Gezondheidsrisico’s van oudere mensen werden laat ontdekt en slecht in de tijd gevolgd. Zorgbehoeften werden niet systematisch uitgevraagd en werden daardoor vaak gemist door zorgverleners;
3) Ouderen vonden de zorg gefragmenteerd en de afstemming tussen zorgverleners onvoldoende.
Via het stapsgewijs invoeren van het geriatrisch zorgmodel (2010-2012) in 35 huisartsenpraktijken in West-Friesland en Amsterdam wilden wij bijdragen aan het oplossen van deze knelpunten. Wat we met het geriatrisch zorgmodel nastreefden was ‘De oudere aan het stuur in samenhangende zorg’.

WAT IS HET GERIATRISCH ZORGMODEL?
Het geriatrisch zorgmodel is gebaseerd op het chronisch zorgmodel. In het zorgmodel staat de oudere centraal, evenals het sturen op een goede interactie tussen de oudere en zijn zorgverleners. We verwachtten dat deze interactie leidt tot kwalitatief goede en samenhangende zorg-op-maat.

Praktijkondersteuners van de huisarts bezochten ieder half jaar de deelnemende ouderen om de gezondheid- en zorgsituatie in kaart te brengen. Ook gingen ze dan na wat de behoeften en wensen op het gebied van zorg, welzijn en gezondheid waren. Zij brachten ieder half jaar de mate van zelfredzaamheid en de gezondheidsrisico’s van de oudere persoon in kaart via een vragenlijst: RAIview. De oudere ging vervolgens samen met de praktijkondersteuner na hoe de voor hem/haar gewenste situatie op het gebied van zorg, welzijn en gezondheid bereikt kon worden. De praktijkondersteuner gaf aan welke mogelijkheden er waren om de gewenste situatie te bereiken. De oudere maakte vervolgens zelf een keuze uit dit aanbod om de voor hem/haar gewenste situatie te bereiken. Vervolgens bleef de praktijkondersteuner de situatie van de oudere volgen.

In complexe situaties werd een multidisciplinair overleg (MDO) georganiseerd. Doel van een MDO is om met bij de oudere betrokken zorgverleners de zorg door te spreken en te komen tot één afgestemd zorgplan.

Een geriatrisch team, dat bestond uit een arts en verpleegkundige die gespecialiseerd zijn in ouderenzorg, stuurde de praktijkondersteuners aan bij het uitvoeren van de zorg. Zij keken voortdurende hoe de ouderenzorg nog beter kon.

ONDERZOEK
In het onderzoek vergeleken we het geriatrisch zorgmodel met gebruikelijke zorg bij mensen vanaf 65 jaar die kwetsbaar zijn.
We stelden vast in hoeverre het invoeren van het zorgmodel leidde tot:
(a) een betere kwaliteit van leven, meer functiebehoud, minder onvervulde zorgbehoeften en minder acute ziekenhuisopnames bij ouderen;
(b) minder zorgbelasting en een betere kwaliteit van leven bij mantelzorgers;
(c) kwalitatief goede zorg;
(d) efficiënte/doelmatige zorg.

WAAR VOND HET ONDERZOEK PLAATS?
Het onderzoek vond plaats in 35 huisartsenpraktijken in West-Friesland en Amsterdam-Zuid.

HOEVEEL OUDEREN EN MANTELZORGERS DEDEN MEE AAN HET ONDERZOEK?
1147 oudere patiënten van de deelnemende huisartsenpraktijken besloten tot deelname aan het project. Aan het einde van het 2-jarige project deden nog 782 ouderen mee. Het betreft mensen vanaf 65 jaar die volgens hun huisarts kwetsbaar zijn, dat wil zeggen dat ze om diverse redenen een verhoogd risico op ziekte en een achteruitgang in het zelfstandig functioneren hebben. Tevens antwoordden de deelnemers bevestigend op minstens 3 vragen van een kwetsbaarheidscreener, de PRISMA-7.

197 mantelzorgers van deelnemende kwetsbare ouderen besloten deel te nemen aan het project. Aan het einde van het 2-jarige project deden nog 78 mantelzorgers mee.

HOE BEPAALDEN WE DE EFFECTEN?
We namen gedurende het 2-jarige project op 5 momenten vragenlijsten af bij deelnemende

Samenvatting van de aanvraag

1. SAMENVATTING ACHTERGROND Het geriatrisch netwerk VU medisch centrum (Ouderennet VUmc & partners) wil de kwaliteit van zorg voor kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers naar een hoger plan tillen. In de Nederlandse ouderenzorg zijn er globaal vier grote knelpunten: 1) Zorgverleners en ouderen zijn reactief, gezondheidsrisico’s van kwetsbare ouderen worden laat gesignaleerd en slecht gevolgd, zeker als het om psychische problemen gaat. 2) Zorgbehoeftes en mogelijkheden van zelfsturing van kwetsbare ouderen en hun mantelzorger(s) worden slecht onderkend. 3) De zorg is gefragmenteerd en de afstemming en informatie-uitwisseling tussen zorgverleners is onvoldoende. 4) Effectief gebleken innovaties worden onvoldoende geïmplementeerd. DOELSTELLING Het verbeteren van de gezondheid, zelfredzaamheid en functioneren van kwetsbare ouderen, van de kwaliteit van leven bij ouderen tijdens de laatste levensfase, en het verbeteren van de kwaliteit van leven van hun mantelzorgers, door implementatie van het Geriatrisch Zorgmodel. SETTING Ouderennet VUmc en partners in Amsterdam, Amstelveen en West-Friesland. Circa 60 huisartsenpraktijken, thuiszorgorganisaties, verzorgingshuizen, welzijns- en dienstencentra, GGZ-instellingen in de deelnemende regio’s participeren actief in werving en zorg- en dienstenaanbod. DESIGN (1) Vergelijking van GZM met die van gebruikelijke zorg. Het moment waarop een huisartsenpraktijk start met GZM wordt volgens loting bepaald. Dit kan na 12, 18, 24 of 30 maanden zijn vanaf start. Uitkomst metingen vinden 6 maandelijks plaats vanaf baselinemeting. (2) Procesanalyse van faciliterende en belemmerende factoren voor GZM door interviews met stakeholders. (3) klankborgroepen met ouderen, mantelzorgers, professionals om knelpunten te identificeren. De klankbordgroepen gebruiken informatie uit onder meer de procesanalyse (methode 2) om knelpunten te identificeren tijdens implementatie van GZM. Deze wordt gebruikt om GZM te verbeteren voordat een nieuw tranche praktijken van start gaat. DOELGROEPEN (1) kwetsbare ouderen gedefinieerd als (a) 65 jaar of ouder met (b) 3 of meer chronische aandoeningen, en/of (c) langdurig gebruik van 5 of meer medicijnen en/of (d) onder behandeling van twee of meer specialismen. (2) Terminaal zieke ouderen (65+) die palliatieve zorg nodig hebben, (3) Indien aanwezig, de primaire mantelzorger van bovenstaande doelgroepen, worden benaderd voor deelname aan het project. Voor ouderen met dementie wordt een specifiek transitieproject voorbereid in samenwerking met het ouderennetwerk van het Academisch Medisch Centrum. GERIATRISCH ZORGMODEL (GZM) Kernelementen van het GZM zijn: 1. Signaleren doelgroepen door huisarts, en netwerk partners, en door screening van medische dossiers 2. Geriatrisch assessment van gezondheidsrisico’s en zorgwensen door verpleegkundigen; 3. Raadplegen multidisciplinair geriatrisch team bij complexe patiënten; 4. Opstellen zorgplan met state-of-the art interventies, rekening houdend met wensen van de oudere. 5. 6-maandelijkse re-assessment van de gezondheidsrisico’s en zorgwensen en indien nodig bijstelling van het zorgplan; 6. Bevorderen van patient empowerment door ziekte/risico educatie en zorgplanbespreking met familie; 7. Aansturing van alle professionals en zorgprocessen door een centaal GZM team; 8. Gebruik van een internetapplicatie voor beslisondersteuning en communicatie met hulpverleners. UITKOMSTMETINGEN A. EFFECTEVALUATIE (1) Ouderen: (a) Zelfredzaamheid en functioneren (Katz ADL), (b) zorgbehoeften (CANE), (c) kwaliteit van leven (SF12), (d) acute ziekenhuisopnames. (2) Mantelzorgers: (a) Ervaren zorgbelasting (MDS-item), (b) kwaliteit van leven (SF12) (3) Professionals en organisatie: Kwaliteit van zorg (ACOVE & RAI indicatoren). B. PROCESEVALUATIE Mate waarin alle elementen van het Geriatrisch Zorgmodel worden uitgevoerd. Inventarisatie van bevorderende en belemmerende factoren bij de implementatie op micro- (patiënt en hulpverlener), meso- (zorgorganisatie) en macroniveau (financiën, wetten). De focusgroepen leveren tevens een inventarisatie van deze factoren. C. ECONOMISCHE EVALUATIE (Kosten van) zorggebruik (MDS items aangevuld met zorgregistraties) TIJDSCHEMA 1-12 maanden: werving en training uitvoerend personeel, applicaties testen, voorbereiden evaluatie, loting en instructie praktijken, identificatie doelgroep, baselinemeting, start GZM in eerste tranches van 15 praktijken. 12-30 maanden: start GZM in volgende tranches van 15 praktijken, elke 6 maanden nieuwe tranche erbij, follow-up metingen, (proces)evaluatie 30-36 maanden: analyses, rapportage

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
311080201
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. G. Nijpels
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc