Detecting COPD in persons over 50 years with persistent cough in general practice: comparison of cost-effectiveness of diagnostic strategies
Projectomschrijving
Veel mensen komen bij de huisarts met aanhoudende hoest. Bij vijftigplussers met deze klachten wijst dat vaak op de longziekte COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease). In dit project zijn verschillende diagnostische strategieën voor COPD in de eerste lijn vergeleken. Dit leidde tot een eenvoudig diagnostisch model, gebaseerd op het gesprek met de patiënt en lichamelijk onderzoek. Daarmee kon bij de helft van de patiënten veilig worden geconcludeerd dat zij geen COPD hadden. Een ademtest (spirometrie) door de huisarts heeft belangrijke onafhankelijke toegevoegde diagnostische waarde. Andere tests, zoals bepaling van C-reactief proteïne in het bloed en een orale test met steroiden maarkten de diagnose niet betrouwbaarder. Uitgebreidere diagnostische strategieën voor COPD hebben weliswaar meer diagnostische waarde en nauwkeurigheid, maar leiden niet noodzakelijkerwijs tot voordelen voor de gezondheid op de lange termijn, terwijl de kosten wel hoger zijn. De resultaten van deze studie zullen worden opgenomen in de relevante NHG-standaarden.
Producten
Auteur: Berna DL Broekhuizen, Alfred PE Sachs, Rimke Oostvogels, Arno W Hoes, Theo JM Verheij and Karel GM Moons
Magazine: Family Practice
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
In general practice the vast majority of coughing complaints is attributed to uncomplicated acute respiratory tract infections. Some studies have shown that in a large percentage of these patients the episode of cough is in fact an exacerbation of asthma or COPD. This diagnostic problem prohibits optimal and timely management of chronic lung disease which could reduce frequency and severity of exacerbations and improve prognosis and quality of life. This diagnostic problem is especially relevant in older patients in which episodes of cough are very frequent and the prevalence of mainly COPD high. Guidelines indicate that COPD should be suspected in older patients with persistent cough, but the diagnostic value of tests, including history and physical examination, mentioned in guidelines has not been studied. Therefore, this study aims to quantify to what extent patient history and physical examination estimate the presence of COPD in patients older than 50 years with persistent cough (> 14 days), and to what extent additional tests provide added value. The most cost-effective diagnostic strategy will be identified. Four hundred patients over 50 with a cough > 14 days will be included. Information on signs and symptoms as well as results of additional tests will be gathered both during the episode of acute cough as six weeks later in a stable condition. In addition the effect of a diagnostic treatment with prednisone in stable condition will be assessed. Finally, at day 90, all patients will visit a especially equipped out-patient clinic where state-of-the-art lungfunction measurements will be done. An expert panel will establish definitive diagnoses in subjects based on the information from day 90. (reference test) Diagnostic rules will be developed by relating information on history, physical examination and the different additional tests with the reference test. In addition the economic effects of the use of the diagnostic algorithms will be assessed and the most cost-effective strategy will be identified. The project will take 30 months. The first three months will be used for preparation and recruitment of practices, data-collection including follow-up will take place during the next 21 months. Finally data-analysis and reporting results will be done in the last six months. In de huisartspraktijk worden hoestklachten meestal toegeschreven aan ongecompliceerde luchtweginfecties. Enkele studies hebben echter laten zien dat veel van deze hoestende patiënten in feite een exacerbatie van astma of COPD hebben. Dit diagnostisch probleem verhindert een goede en tijdige behandeling van chronische luchtwegaandoeningen die de frekwentie en ernst van deze exacerbaties zouden kunnen verminderen en de prognose en kwaliteit van leven van betrokkenen zouden kunnen verbeteren. Dit diagnostisch probleem is in het bijzonder relevant voor oudere patiënten, die vaak hoesten en bij wie COPD vaak voorkomt. Richtlijnen geven aan dat COPD moet worden overwogen bij ouderen met persisterende hoest, maar de diagnostische waarde van de aanbevolen tests in combinatie met anamnese en lichamelijk onderzoek is nooit onderzocht. Daarom is het doel van de voorgestelde studie om bij personen die hun huisarts bezoeken met hoestklachten >14 dagen de diagnostische waarde te onderzoeken van anamnese en lichamelijk onderzoek voor het diagnostiseren van COPD en te bestuderen wat de toegevoegde waarde van aanvullend onderzoek hierbij is. Met name zal worden onderzocht wat de meest kosten-effectieve diagnostische strategie is. Vierhonderd patiënten ouder dan 50 jaar met hoestklachten > 14 dagen zullen worden geïncludeerd. Informatie over klachten en symptomen en uitslagen van aanvullend onderzoek zal worden verzameld gedurende de periode van hoest en 6 weken later als de patiënt klachtenvrij is. Tevens zal dan het effect van een diagnostische behandeling met prednison worden gemeten. Tenslotte zullen de patiënten op dag 90 een polikliniek bezoeken waar uitgebreid longfunctie-onderzoek zal worden verricht. Een panel van experts zal op basis van dit uitgebreide onderzoek de definitieve diagnose vaststellen. (referentie test) Diagnostische regels zullen worden ontwikkeld door gegevens van anamnese, lichamelijk onderzoek, en aanvullend onderzoek te relateren aan de referentie test. De kosten-effectiviteit van de verschillende diagnostische regels zal worden berekend en de meest doelmatige strategie zal worden geïdentificeerd. Het project duurt 30 maanden. In de eerste drie maanden wordt de data verzameling voorbereid en worden de praktijken geworven. De gegevensverzameling neemt 21 maanden in beslag en de laatste zes maanden worden besteed aan analyse en verslaglegging.