Costs and effects of fibronectin as a triage in women with threatened preterm labour.
Projectomschrijving
Soms hebben vrouwen weeën voordat ze in de uitgerekende periode van hun zwangerschap zijn. Vaak zijn dit zogenaamde oefenweeën, maar soms is dit een teken van een dreigende vroeggeboorte. Met de APOSTEL-I studie wilden we leren voorspellen welke vrouwen een vroeggeboorte krijgen, en welke niet. Hiervoor is bij 661 vrouwen met vroegtijdige weeën de fibronectinetest afgenomen. Een fibronectinetest kan een positieve of een negatieve uitslag geven. Omdat vrouwen met een negatieve fibronectinetest sowieso een zeer kleine kans hebben om binnen een week na de test te bevallen, is het misschien niet nodig om met weeënremmers te beginnen.
Er waren 173 vrouwen met een negatieve fibronectinetest. Van deze vrouwen zijn er 73 ingedeeld; 37 vrouwen kregen een weeënremmer en 36 kregen een placebo. In de groep met weeënremmer bevielen 3 (8,1%) vrouwen binnen 7 dagen en 1 (2,8%) vrouw in de placebogroep. De secundaire uitkomsten lieten zien dat 3 vrouwen in de weeënremmer groep een zeer slechte zwangerschapsuitkomst hadden waaronder één neonatale sterfte. Geen enkele vrouw in de placebogroep had een zeer slechte zwangerschapsuitkomst. Hieruit blijkt dat een placebo geen minder goed alternatief is dan een weeënremmer. Analyse van de kosteneffectiviteit liet zien dat het gebruik van de fibronectinetest voor vrouwen met een dreigende vroeggeboorte kostenbesparend kan zijn, zonder slechtere neonatale gezondheidsuitkomsten.
Richtlijn
De studieresultaten zijn opgenomen in de bijbehorende richtlijn in de FMS Richtlijnendatabase
Producten
Auteur: Jolande Y Vis 1, Femke F Wilms, Martijn A Oudijk, Martina M Porath, Hubertina C J Scheepers, Kitty W M Bloemenkamp, Annemiek C Bolte, Jérôme Cornette, Jan B Derks, Johannes J Duvekot, Jim van Eyck, Anneke Kwee, Brent C Opmeer, Maria G van Pampus, Fred K Lotgering, Sicco A Scherjon, Krystyna M Sollie, Marc E A Spaanderman, Christine Willekes, Joris A M van der Post, Ben Willem J Mol
Magazine: BMC Pregnancy and Childbirth 2009 Sep 1:9:38
Link: https://doi.org/10.1186/1471-2393-9-38
Auteur: Jolande Y Vis 1, Gert-Jan van Baaren 2, Femke F Wilms 3, Martijn A Oudijk 4, Anneke Kwee 4, Martina M Porath 5, Hubertina C Scheepers 5, Marc E Spaanderman 5, Kitty W Bloemenkamp 6, Jan M van Lith 6, Antoinette C Bolte 7, Caroline J Bax 7, Jérôme Cornette 8, Johannes J Duvekot 8, Sebastiaan W Nij Bijvank 9, Jim van Eyck 9, Maureen T Franssen 10, Krystyna M Sollie 10, Mallory Woiski 11, Frank P Vandenbussche 11, Joris A van der Post 2, Patrick M Bossuyt 12, Brent C Opmeer 13, Ben W Mol 14
Magazine: Am J Perinatol. 2015 Apr;32(5)
Link: https://doi.org/10.1055/s-0034-1390346
Auteur: Jolande Y Vis 1, Femke F Wilms, Martijn A Oudijk, Patrick M M Bossuyt, Joris A M van der Post, William A Grobman, Ben Willem J Mol
Magazine: American Journal of Perinatology 2011 Feb; 28(2)
Link: https://doi.org/10.1055/s-0030-1263297
Auteur: Gert-Jan van Baaren 1, Jolande Y Vis, William A Grobman, Patrick M Bossuyt, Brent C Opmeer, Ben W Mol
Magazine: Am J Obstet Gynecol. 2013 Nov; 209(5)
Link: https://doi.org/10.1016/j.ajog.2013.06.029
Auteur: Frederik J R Hermans 1, Merel M C Bruijn 1, Jolande Y Vis 2, Femke F Wilms 3, Martijn A Oudijk 4, Martina M Porath 5, Hubertina C J Scheepers 3, Kitty W M Bloemenkamp 6, Caroline J Bax 7, Jérôme M J Cornette 8, Bas W A Nij Bijvanck 9, Maureen T M Franssen 10, Frank P H A Vandenbussche 11, Marjolein Kok 1, William A Grobman 12, Joris A M Van Der Post 1, Patrick M M Bossuyt 13, Brent C Opmeer 14, Ben Willem J Mol 15, Ewoud Schuit 1 16 17, Gert-Jan Van Baaren 1
Magazine: Acta Obstet Gynecol Scand. 2015 Jul;94(7)
Link: https://doi.org/10.1111/aogs.12643
Auteur: Gert-Jan van Baaren 1, Merel M C Bruijn 2, Jolande Y Vis 3, Femke F Wilms 4, Martijn A Oudijk 5, Anneke Kwee 5, Martina M Porath 6, Guid Oei 7, Hubertina C J Scheepers 7, Marc E A Spaanderman 7, Kitty W M Bloemenkamp 8, Monique C Haak 8, Antoinette C Bolte 9, Caroline J Bax 9, Jérôme M J Cornette 10, Johannes J Duvekot 10, Bas W A Nij Bijvanck 11, Jim van Eijck 11, Maureen T M Franssen 12, Krystyna M Sollie 12, Frank P H A Vandenbussche 13, Mallory Woiski 13, Patrick M M Bossuyt 14, Brent C Opme
Magazine: Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2015 Sep:192
Link: https://doi.org/10.1016/j.ejogrb.2015.05.004
Auteur: Gert-Jan van Baaren 1, Jolande Y Vis, Femke F Wilms, Martijn A Oudijk, Anneke Kwee, Martina M Porath, Guid Oei, Hubertina C J Scheepers, Marc E A Spaanderman, Kitty W M Bloemenkamp, Monique C Haak, Antoinette C Bolte, Caroline J Bax, Jérôme M J Cornette, Johannes J Duvekot, Bas W A Nij Bijvanck, Jim van Eyck, Maureen T M Franssen, Krystyna M Sollie, Frank P H A Vandenbussche, Mallory Woiski, William A Grobman, Joris A M van der Post, Patrick M M Bossuyt, Brent C Opmeer, Ben W J Mol
Magazine: Obstet Gynecol. 2014 Jun;123(6)
Link: https://doi.org/10.1097/aog.0000000000000229
Auteur: G-J van Baaren 1, J Y Vis 2, F F Wilms 3, M A Oudijk 1, A Kwee 4, M M Porath 3, H C J Scheepers 5, M E A Spaanderman 5, K W M Bloemenkamp 4, M C Haak 6, C J Bax 1, J M J Cornette 7, J J Duvekot 7, B W A Nij Bijvanck 8, J van Eyck 8, M T M Franssen 9, K M Sollie 9, F P H A Vandenbussche 10, M Woiski 10, A C Bolte 10, J A M van der Post 1, P M M Bossuyt 11, B C Opmeer 12, B W J Mol 13
Magazine: Ultrasound Obstet Gynecol. 2018 May;51(5)
Link: https://doi.org/10.1002/uog.17481
Auteur: Merel M C Bruijn 1, Frederik J R Hermans 1, Jolande Y Vis 2, Femke F Wilms 3, Martijn A Oudijk 1, Anneke Kwee 4, Martina M Porath 5, Guid Oei 5, Hubertina C J Scheepers 6, Marc E A Spaanderman 6, Kitty W M Bloemenkamp 7, Monique C Haak 7, Antoinette C Bolte 8, Frank P H A Vandenbussche 8, Mallory D Woiski 8, Caroline J Bax 9, Jérôme M J Cornette 10, Johannes J Duvekot 10, Bas W A N I J Bijvank 11, Jim van Eyck 11, Maureen T M Franssen 12, Krystyna M Sollie 12, Joris A M van der Post 1, Patrick M
Magazine: Am J Perinatol. 2017 Feb;34(3)
Link: https://doi.org/10.1055/s-0036-1585466
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
PROBLEM: Fibronectin is an accurate predictor for the occurrence of preterm birth among women with threatened preterm labour. In The Netherlands, at present all women with threatened preterm labour are transferred to one in 10 perinatal centres, where they are treated with tocolytics and corticosteroids. The use of fibronectin might be a cost-effective strategy to prevent unnecessary treatment. AIM: To assess whether testing for fibronectin is a cost-effective strategy that prevents unnecessary treatment in women with threatened preterm labour. DESIGN: Multicenter randomized clinical trial embedded in a cohort study. PATIENTS: Patients who are referred to a perinatal centre for spontaneous threatened preterm labour without ruptured membranes. INTERVENTIONS: All patients will receive corticosteroids. All patients will be tested for fibronectin and have cervical length measurement at admission. Patients with a positive fibronectin test will be treated with tocolysis. Those with negative fibronectin result will be randomised to tocolysis with nifedepin or to placebo. OUTCOME MEASURES: The primary outcome measure will be number of days to delivery, truncated at 7 days. Secondary outcome measures will be neonatal mortality and morbidity, complications of tocolytics as well as costs. The analysis will be according to the intention to treat principle. SAMPLE SIZE: We need two groups of 110 women to assess whether the number of patients in the low risk group undelivered within 7 days will stay below 15% without tocolysis. As in our pilot study one third women had a negative fibronectin, we need to include a cohort of 660 women with threatened preterm labour. ECONOMIC EVALUATION: The trial results will be combined with data from the prognostic cohort in a model. The average costs and effects of test with fibronectin strategy will be compared using the “treat all” strategy as the reference. Strategies with cervical length measurements will also be assessed. Long term outcomes will be evaluated using modelling. STUDY DURATION: 36 months PROBLEEM: Momenteel worden vrouwen met een dreigende vroeggeboorte voor 32 weken zwangerschasduur overgeplaatst naar een perinatologisch centrum. Deze vrouwen worden behandeld met corticosteroiden (om de foetale longrijpheid te verbeteren) en weeënremmers (om de bevalling uit te stellen). In de laatste jaren zijn meta-analyses verschenen waaruit blijkt dat zowel testen op foetaal fibronectine (Fn) als meting van de cervixlengte (CL) betrouwbare voorspellers van vroeggeboorte zijn. Het gebruik van een van deze testen (of van hun combinatie) zou onnodige behandeling kunnen voorkomen en kosten kunnen reduceren. DOELSTELLING: Onderzoeken of testen voor Fn en/of CL meting onnodige behandeling van vrouwen met vermeend dreigende vroeggeboorte kan voorkomen, en of het gebruik van deze testen kosten kan reduceren. PATIENTEN: Zwangeren met een amenorroeduur < 32 weken en staande vliezen met dreigende vroeggeboorte. INTERVENTIES: Alle patienten zullen een meting van CL en Fn krijgen bij opname. Patienten met een cervix korter dan 10mm en/of positieve fibronectine test zullen behandeld worden met weeënremmers, terwijl bij patienten met een cervix tussen 10mm en 30mm en een negatieve Fn bepaling zullen gerandomiseerd worden voor weeënremming met atosiban of placebo. Alle patienten krijgen corticosteroïden. PRIMAIRE UITKOMST MAAT: Bevalling binnen 7 dagen. SAMPLE SIZE BEREKENING: Er zijn twee groepen van 110 vrouwen nodig om te beoordelen of het aantal vrouwen dat niet binnen 7 dagen zal bevallen in de laag risico groep ook zonder tocolytica onder de 15% zal blijven. Omdat volgens de literatuur ongeveer 30% van de patienten in deze laag risico groep bleek te zitten, is een cohort van 660 vrouwen nodig om de vraag te beoordelen. ANALYSE: De gerandomiseerde studie zal geëvaluaeerd worden volgens het intention to treat principe. De resultaten van deze trial worden gecombineerd met een diagnostische cohort studie. Kosten en effecten van verschillende strategieën zullen berekend worden. STUDY DUUR: 36 maanden