Laparoscopy versus laparotomy in treatment of early stage endometrial cancer: a multi-centre cost-effectiveness study
Projectomschrijving
Verslagen
Eindverslag
De standaard behandeling voor vroegstadium endometriumcarcinoom patiënten is totale abdominale hysterectomie (TAH) met bilaterale salpingo-ooforectomie. Echter is deze behandeling geassocieerd met substantiële morbiditeit. Totale laparoscopische hysterectomie (TLH) en bilaterale salpingo-ooforectomie is minder invasief, vooral in adipeuze en oude patiënten. Het doel van deze studie is de (kosten) effectiviteit van TLH versus TAH te bepalen in vrouwen met vroegstadium endometriumcarcinoom.
Methode
Deze gerandomiseerde studie is verricht in 21 ziekenhuizen in Nederland en 26 gynaecologen participeerden met bewezen vaardigheid in het verrichten van een TLH. 283 patiënten met stadium I endometriod adenocarcinoom of complexe atypische hyperplasie werden aselect toegewezen (2:1) aan de interventie groep (TLH, n=187) of de controle groep (TAH, n=96). De primaire uitkomstmaat voor effectiviteit was het percentage patiënten met ernstige complicaties, beoordeeld door een onafhankelijk panel. Effectiviteit was geanalyseerd volgens een gemodificeerde intention-to-treat analyse (n=281).
Een economische analyse was verricht in 279 patiënten (TLH n=185; TAH n=94) met vroegstadium endometriumcarcinoom, vanuit een maatschappelijk perspectief met meenemen van alle relevante kosten over 3 maanden. Gezondheidsmaten werden uitgedrukt in het percentage complicatievrije patiënten en in utiliteiten (EQ-5D scores). Een vergelijking tussen beide groepen werd gemaakt in kosten, kosten per gewonnen complicatievrije patiënt en kosten per gewonnen utiliteit mbv incrementele kosten effectiviteit ratios (ICER).
Subgroepen van patiënten werden geconstrueerd op basis van leeftijd, BMI, co-morbiditeit,een laparotomie in de voorgeschiedenis, FIGO stadium en chirurgische techniek (TLH of TAH) als voorspellers van ernstige complicaties en conversie van laparoscopie naar laparotomie. Voor elke subgroep werden kosten per gewonnen complicatievrije patiënt geschat met behulp van ICER.
Resultaten
Het percentage patiënten met ernstige complicaties was 14.6% (27 uit 185) in de TLH groep versus 14.9% (14 uit 94) in de TAH groep, met een verschil van –0•3% (95% CI –9•1–8•5; p=0•95). Het percentage patiënten met intraoperatieve ernstige complicaties (9 uit 279 [3•2%]) was lager dan het percentage patiënten met postoperatieve ernstige complicaties (32 uit 279 [11•5%]) en verschilde niet tussen TLH (5 uit 185 [2•7%]) en TAH (4 uit 94 [4•3%]; p=0•49). Het percentage patiënten met milde complicaties was 13•0% (24 uit 185) in de TLH groep en 11•7% (11 uit 94) in de TAH groep (p=0•76). Conversie naar laparotomie trad op in 10•8% (20 uit 185) van alle laparoscopische procedures. TLH is geassocieerd met significant minder bloedverlies (p<0•0001), minder pijnmedicatie (p<0•0001), een kortere ziekenhuisopname (p<0•0001), en een sneller herstel (p=0•002). Echter duurde een TLH procedure langer dan een TAH (p<0•0001).
Het percentage complicatievrije patiënten en de mediane utiliteit scores waren vergelijkbaar tussen TLH en TAH op drie maanden. TLH is duurder intraoperatief (Δ€801) en goedkoper postoperatief (Δ€-958) vergeleken met TAH. Incrementele kosten per gewonnen complicatievrije patiënt waren €-37. Hogere kosten (€177) moesten worden geïnvesteerd zonder winst in utiliteit (-0.02) voor een TLH dan een TAH.
Oudere en adipeuze patiënten hebben een hoger risico op het ontwikkelen van ernstige complicaties, gecorrigeerd voor chirurgische techniek (TLH of TAH). Adipeuze patiënten of patiënten met een laparotomie in de voorgeschiedenis hebben een hoger risico op conversie naar laparotomie. Bij patiënten met een BMI meer dan 35 kg/m2, werd de laparoscopische procedure in 33.3%geconverteerd. Voor de subgroepen patiënten ouder dan 70 jaar of patiënten met een BMI meer dan 35 kg/m2, waren incrementele kosten per gewonnen complicatievrije patiënt €16 (136/8.46) en €54 (-272/-5.07).
Conclusies
• Onze resultaten laten geen bewezen voordeel zien in het percentage patiënten m
Laparoscopie versus laparotomie in de behandeling van patiënten met vroegstadium endometriumcarcinoom: een gerandomiseerde multi-center kosteneffectiviteit studie”. *Doel / vraagstelling* In dit onderzoek wordt laparoscopie (totale laparoscopische hysterectomie en bilaterale salpingo-oophorectomie (TLH+BSO)) vergeleken met laparotomie (totale abdominale hysterectomie en bilaterale salpingo-oophorectomie (TAH+BSO) via een mediane onderbuik snede) ten aanzien van ernstige behandelingsgerelateerde complicaties, kosteneffectiviteit en kwaliteit van leven bij de behandeling van patiënten met een vroeg stadium endometrium carcinoom. *Studie opzet* Het is een prospectief gerandomiseerd klinische fase 3 onderzoek voor de behandeling van vroeg stadium endometrium carcinoom. Na inclusie en toestemmingsprocedure worden 275 patiënten gerandomiseerd voor laparoscopie of laparotomie (2:1). Preoperatief, na 6 weken, 3 en 6 maanden, worden gegevens van vragenlijsten, betreffende kwaliteit van leven en kosten die door patiënten zijn ingevuld, verzameld. De artsen vullen registratieformulieren (CRF’s) in over complicaties, opnameduur, operatieduur, directe medische kosten etc. De onderzoeksverpleegkundige zal de CRF’s op juistheid controleren. *Studie populatie / databronnen* Inclusie criteria: vroeg stadium endometrium carcinoom (endometrioid adenocarcinoom graad 1 of 2, klinisch stadium I, zonder aanwijzingen voor cervicale ingroei), > 18 jaar. Voor de toestemmingsprocedure moeten patiënten een toestemmingsverklaring ondertekenen. Om complicaties ten gevolge van onervarenheid van de operateur te voorkomen, worden de laparoscopische vaardigheden van iedere gynaecoloog, vóór participatie aan de studie, door de laparoscopische expert geëvalueerd mbv een scorelijst. Alleen gynaecologen met een voldoende score op de OSATS (Objective Structured Assessment of Technichal Skills; score > = 28) bij het verrichten van een TLH+BSO mogen participeren in de studie. De laparotomie kan door alle algemeen gynaecologen worden uitgevoerd daar dit een standaard procedure is. Exclusie criteria: andere histologische typen dan endometrioid adenocarcinoom van het endometrium, baarmoeder groter conform dan 10 weken zwangerschap of cardio-pulmonaire contra-indicaties voor TLH+BSO. Eerdere radiotherapie op het bekken. *Interventie* Laparoscopie: TLH+BSO, of de standaard behandeling, per laparotomie, TAH+BSO via een mediane onderbuik snede. *Uitkomst maten* Primair eindpunt is het percentage ernstige klinisch relevante behandelingsgerelateerde complicaties (majeure complicaties) De secundaire eindpunten zijn:1) Kosten en kosteneffectiviteit. 2) Minor complicaties. 3) Kwaliteit van leven. Dit zal worden gemeten in vijf vragenlijsten: twee algemene lijsten (SF-36 en de Euroqol-5D), een seksuele vragenlijst (SAQ, Sexual Activity Questionnaire), de Body Image Scale (BIS) en de mate van ervaren pijn op de VAS (Visual Analogue Scale). *Steekproef berekening / data analyse* De berekening van de steekproef is gebaseerd op de mogelijkheid dat de studie een verschil kan detecteren in het percentage ernstige behandelingsgerelateerde complicaties (de primaire uitkomst maat). In deze studie is gekozen voor een ongebalanceerde randomisatie (2(TLH+BSO):1(TAH+BSO)). Groepsgroottes van respectievelijk 161 en 81 geven 80% power om een verschil van 0.15 te detecteren tussen de nul hypothese dat de complicatie kans in beide armen 25% zal zijn in vergelijking met de hypothese dat de complicatie kans in de laparoscopie groep 10% zal zijn. Er zal met een 2-zijdige, chi2 toets, met continuïteitscorrectie worden getoetst. Bij een uitvalpercentage van 10%, zullen 275 patiënten nodig zijn om dit verschil aan te tonen. *Economische evaluatie* In de economische evaluatie worden de kosten van beide operaties vergeleken in een kosten effectiviteitsanalyse. De economische evaluatie wordt bekeken vanuit een maatschappelijk perspectief, de directe medische en directe niet-medische kosten zijn inbegrepen