Mobiele menu

Implementation of out-patient schema-focused therapy for borderline personality disorder in three settings: general psychiatry, forensic psychiatry and addiction treatment.

Projectomschrijving

Borderline persoonlijkheidsstoornis is een ernstige psychiatrische aandoening. Een behandeling met zogeheten Schematherapie blijkt – in een wetenschappelijke studie – een (kosten)effectieve behandeling te zijn. De GGZ InGeest onderzocht of deze behandelvorm ook te gebruiken is in de reguliere geestelijke gezondheidszorginstellingen en of het effect van de therapie vergelijkbaar is met die bij toepassing vanuit een academische instelling. Hiertoe is de Schematherapie in 8 GGZ-instellingen ingevoerd. In totaal zijn 34 therapeuten getraind die vervolgens 62 patiënten hebben behandeld. De resultaten van die behandeling kwamen op alle punten overeen met die van de behandeling met Schematherapie vanuit een academische instelling. De uitbreiding van de therapie met telefonische bereikbaarheid van de therapeut had geen toegevoegde waarde op het effect van de behandeling. Het feit dat de therapie evidence-based is, duidelijk en snel effect heeft en weinig uitval kent, is gunstig voor het invoeren ervan in de GGZ-instellingen.

Producten

Titel: Implementation of outpatient schema therapy for borderline personality disorder: study design
Auteur: Marjon Nadort1 , Arnoud Arntz2 , Johannes H Smit1 , Josephine Giesen-Bloo2 , Merijn Eikelenboom1 , Philip Spinhoven4 , Thea van Asselt5 , Michel Wensing3 and Richard van Dyck1
Titel: Cursus: Schematherapie voor de Borderline Persoonlijkheidsstoornis
Titel: website www. schematherapie.nl
Titel: DVD box: Schematherapie voor de Borderline Persoonlijkheidsstoornis Therapietechnieken te koop via website voor 70 euro
Link: http://wwww.schematherapie.nl
Titel: DVD box: Schematherapy for Borderline Personality Disorder Te koop via website voor 90 euro
Link: http://www.schematherapie.nl
Titel: Handboek voor Schematherapie.
Auteur: Drs. M. Nadort en drs. H. van Genderen
Titel: Handboek voor Schematherapie.M.F. van Vreeswijk, J. Broersen & M. Nadort (redacteuren)
Auteur: Drs. M. Nadort en drs. H. van Genderen
Titel: Handboek voor Schematherapie.
Auteur: Drs. M. Nadort en drs. H. van Genderen
Titel: Handboek Schematherapie. M.F. van Vreeswijk, J. Broersen & M. Nadort (redacteuren).
Auteur: Drs. M. Nadort
Titel: Handboek Schematherapie.
Auteur: M.F. van Vreeswijk, J. Broersen & M. Nadort (redacteuren).

Verslagen


Eindverslag

Het eerste gedeelte van het project "Implementatie van schematherapie voor de borderline persoonlijkheidsstoornis binnen de reguliere geestelijke gezondheidszorg" is succesvol afgerond. Resultaten na 1,5 jaar behandeling zijn in kaart gebracht en geanalyseerd. In augustus 2010 zullen alle patienten 3 jaar in behandeling zijn waarna een follow meting zal volgen die ook zal worden gerapporteerd. Voorafgaand aan de implementatiestudie is een proefimplementatie uitgevoerd welke bestond uit een knelpuntenanalyse naar bevorderende en belemmerende factoren en een trainingsprogramma ondersteund door therapietechnieken op DVD.Op grond van de uitkomsten hiervan is de studie uitgevoerd. Tijdens de eindfase van de studie is opnieuw een knelpuntenanalyse uitgevoerd om toekomstige implementatie te onderzoeken. Eveneens is een schriftelijke enquete gehouden onder zorgverzekeraars. Deze proefimplementatie is uitgebreid beschreven in het artikel 'Three preparatory studies" welke is bijgevoegd bij de bijlagen. Samenvatting van de implementatiestudie: De twee hoofd onderzoeksvragen waren: Is schematherapie goed implementeerbaar in de reguliere gezondheidszorg en zijn de resultaten vergelijkbaar met de resultaten van Borderlinestudie van Giesen-Bloo et al. (2006). Er werd verwacht dat er een shrinkage in effect zou optreden. De verwachte effect-size werd gesteld op d = 1.00. De tweede onderzoeksvraag was: Is er een significant verschil aantoonbaar tussen de conditie met telefonische bereikbaarheid van de therapeut buiten kantoortijd versus de conditie zonder telefonische bereikbaarheid buiten kantoortijd? De voorspelling was dat de conditie met telefonische bereikbaarheid het beter zou doen. Er moest een medium effect (d = 0.5) aantoonbaar zijn tussen beide condities. Verloop van de implementatiestudie: er is 100% inclusie geweest, dwz 62 patienten. Deze zijn random toebedeeld aan twee condities: 30 zonder telefonische bereikbaarheid en 32 met telefonische bereikbaarheid van de therapeut buiten kantoortijd. Er zijn 31 therapeuten ingetraind die in totaal deze 62 patienten hebben behandeld. De intervisie (1 x per week) en de supervisie (1 x per maand in het eerste jaar en 1 x per 2 a 3 maanden in het 2e en 3e jaar) is eveneens volgens plan verlopen. Er is 1 therapeut uitgevallen vanwege langdurige ziekte. Haar twee ptn zijn aanvankelijk door vervangende therapeuten gezien, maar omdat onduidelijk was of de vaste therapeut terugkwam en deze onzekerheid nogal lang duurde hebben beide patienten de behandeling gestaakt en zijn drop-outs geworden. In totaal zijn er 13 ptn uitgevallen. Drop out rate is 21%, hetgeen normaal is binnen deze populatie en vergelijkbaar met het percentate van 18% in de RCT Borderlinesstudie (Giesen-Bloo et al., 2006) waar deze implementatiestudie het vervolg op is. Het gemiddeld aantal zittingen in 18 maanden bedroeg 69. De reliable change rate was 56.5%, welke niet significant verschillend is van de reliable change rate van de Borderline studie 45.5%. De recovery rate in de implementatiestudie bedraagt 42%. Deze is eveneens niet significant verschillend van de recovery rate in de Borderline studie nl. 27%. Er is wel een verschil, dwz de resultaten uit het implementatie onderzoek zijn beter, maar dit is niet significant (p=0.12). De pre-post effect size in het implementatie onderzoek op de belangrijkste hoofdmaat de Borderline Personality Severity Index (BPDSI) is (Cohen's d) = 1.55. De effect size in de borderline studie na 18 mnd was d = 1.24. De effect size zijn dus goed vergelijkbaar. Mbt het verschil in condities met of zonder telefonische bereikbaarheid konden er geen significante verschillen worden vastgesteld tussen beide condities. Dit houdt in dat de telefonische bereikbaarheid geen meerwaarde heeft voor de therapie. Mbt de twee hoofdvragen kan geconcludeerd worden dat ambulante schematherapie voor borderline patienten goed implementeerbaar is in de reguliere geestelijke gezondheidszorg, dat de effect-size niet is af

Het project 'Implementatie van schematherapie voor de borderline persoonlijkheidsstoornis binnen de reguliere psychiatrie' loopt volgens planning. De eerste patienten zijn geincludeerd in juli 2006. In juli 2007 is de laatste patient geincludeerd. Hiermee is 100% inclusie van 62 patienten bereikt. De behandelingen lopen volgens plan, evenals de wekelijkse intervisie en maandelijkse intervisie. Er is een drop-out van drie patienten. De redenen van drop-out zijn gedocumenteerd. Er is in september 2007 een terugkomdag georganiseerd voor de onderzoeksgroep, behandelaren en screeners. Tijdens deze terugkomdag is een presentatie gehouden over de voortgang van het project, de voorlopige resultaten van de hele groep patienten (dus zonder ontblinding van de condities) en is er gelegenheid geweest tot het stellen van vragen. Er is een presentatie geweest over het datamanagement en er is gelegenheid geboden in het middagprogramma om met verschillende trainers behandeltechnieken te oefenen. Deze terugkomdag werd door een ieder als zinvol ervaren.
Er zijn in totaal 31 therapeuten ingetraind die elk twee patienten behandelen. Er zijn op de verschillende locaties ook screeners ingetraind. De metingen lopen volgens plan. De invoer van de data loopt ook volgens plan. De knelpuntenanalyse zou worden uitgevoerd in 2007 maar heeft enige vertraging opgelopen doordat de onderzoeksassistent die dit zou uitvoeren een andere baan heeft gekregen. Inmiddels is er een nieuwe assistent gevonden die de uitvoering zal overnemen. Naar verwachting zal de knelpuntenanalyse in het voorjaar van 2008 afgerond zijn. Er zijn onafhankelijk beoordelaars getraind die de Treatment Integrity Check moeten uitvoeren. De audiocassettes zijn ingevoerd in een databestand en in 2008 zal een steekproef getrokken worden om de TIC uit te voeren. Op verschillende locaties zijn gedurende het project voorlichtingsbijeenkomsten gehouden over het implementatieonderzoek.
Momenteel wordt een begin gemaakt met het analyseren van de gegevens uit de voormeting en de metingen na een half jaar. De tussentijdse resultaten laten zien dat er een grote verbetering is opgetreden op de diverse uitkomstmaten. Pas als alle patienten anderhalf jaar in behandeling zijn kan overgegaan worden tot ontblinding. Tot die tijd zullen alleen de data van de gehele groep worden geanalyseerd.
Verder is in het kader van bredere implementatie van schematherapie op 1 juni 2007 een Register Schematherapie opgezet. Dit is een register waar gecertificeerde schematherapeuten zich kunnen inschrijven. Zowel hulpverleners als patienten kunnen op deze wijze makkelijker een schematherapeut vinden.
Tevens zijn er het afgelopen jaar meerdere presentaties gegeven in binnen- en buitenland. In het buitenland is op het wereldcongres Gedragstherapie (World Congress Behavioral Cognitive Therapy WCBCT juli 2007) een presentatie gehouden over de opzet, het verloop en de voorlopige resultaten van het project. Tevens zijn het afgelopen jaar trainingen gegeven in Oxford voor het Oxford Cognitive Therapy Centre (OCTC). De onderzoeker werd samen met Arnoud Arntz (projectleider Borderline RCT) uitgenodigd om training te komen geven in schematherapie n.a.v. presentaties en workshops in Warwick in 2006. Recent is de onderzoeker gevraagd om een training en presentatie te komen verzorgen op 6 en 7 maart 2008 in Cambridge over het onderzoek en om adviezen te geven voor implementatie in de UK. Dit was n.a.v. de presentatie over het project op een bijeenkomst in Delft van de International Society of Schema Therapy (ISST). Het implementatieproject heeft dus internationale belangstelling.

Samenvatting van de aanvraag

Between September 1999 and April 2004 a multicentre RCT was conducted in the Netherlands to compare two long-term out-patient treatment programmes - Schema- Focused Therapy (SFT) and Transference Focused Psychotherapy (TFP) for patients diagnosed with Borderline Personality Disorder. SFT is a specific cognitive behaviour therapy and TFP is a psychodynamically-based psychotherapy. The aim of both treatments is to bring about a fundamental change in the patient's personality. A multicentre randomized two-group design was applied in which 88 patients were treated over a three-year period. The treatment comprised two 50-minute session every week. The main outcome measures were the Borderline Personality Disorder Severity Index (BPDSI IV), Quality of Life assessments based on EuroQol and WHOQOL. SFT en TFP were compared on the basis of 1) effectiveness, 2) quality of life, 3) cost-effectiveness and 4) drop-out. SFT proved more effective (effect-size pre-post 1,48) and more cost-effective than TFP. The drop-out rate for SFT was significantly lower than for TFP. Implementation: As SFT proved the more effective method, implementation is indicated. Patients with a BPD diagnosis are found in forensic psychiatric centres and - in cases of substance abuse- in addiction treatment centres, as well as in mental healthcare. We therefore aim to study the possibilities of a broader implementation of SFT, i.e. in these three settings. Design: A multicentre-trial in three outpatient settings: general psychiatric, forensic psychiatric and addiction centres under two conditions, i.e. with and without crisis support in the form of extra telephone accesibility. Sixty patients will receive treatment, 20 in each setting, during a three year period. The treatment will consist of a therapy session twice a week in the first year, once a week in the second year, and once a fortnight in the third. Crisis Support (Telephone accessibility): A controversial aspect of the RCT was the comprehensive care component (crisis support) which requires telephone accessibility in SFT. However, as it is assumed to be an important aspect in SFT, we need to test it. Fifty percent of the therapists will therefore participate in maximum crisis support( 24-hour phone accessibility), the other 50% will be available only during office hours, which means minimum crisis support. If the patients of the latter group need help outside office hours they will have to rely on their GP and the crisis centre. Samenvatting: Van september 1999 tot april 2004 werd in Nederland een multi-center RCT uitgevoerd waarin twee vormen van langdurige ambulante psychotherapie werden vergeleken: Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) en Transference Focused Therapie (SFT) voor patiënten met een Borderline Persoonlijkheidsstoornis. Het doel van beide therapieën is om een fundamentele verandering te bewerkstelligen in de persoonlijkheid van de patiënt. Design: multicenter randomized two group design waarin 88 patiënten gedurende drie jaar werden behandeld. De behandeling bestond uit twee zittingen per week van elk 50 minuten. De belangrijkste uitkomstmaten waren: Borderline Personality Disorder Severity Index (BPDSI IV) en Kwaliteit van Leven metingen (EuroQol en WHOQol). SFT en TFP werden vergeleken op de volgende punten: 1)effectiviteit, 2) kwaliteit van leven, 3) kosteneffectiviteit en 4) drop-out. SFT bleek effectiever (ES 1,48 pre-post) en kosteneffectiever dan TFP. . Het drop-out percentage voor SFT was significant lager dan voor TFP. Implementatie: Daar SFT de meest effectieve methode is zal deze geimplementeerd worden. Patiënten met BPS vindt men in de reguliere psychiatrie, de verslavingszorg en de forensische psychiatrie. Derhalve zal bredere implementatie in deze drie settingen plaatsvinden. Design: multicenter trial in bovengenoemde drie ambulante settingen met twee condities: met crisisondersteuning in de vorm van maximum telefonische bereikbaarheid en minimum telefonische bereikbaarheid. Zestig patiënten, 20 uit elke setting zullen gedurende drie jaar behandeld worden. Het eerste jaar twee sessies per week, het tweede jaar een sessie per week, het derde jaar een zitting per twee weken. Crisisondersteuning (Extra telefonische bereikbaarheid): Een controversieel aspect van de RCT was crisisondersteuning die door de therapeuten werd verleend in de vorm van extra telefonische bereikbaarheid buiten kantoortijd. Sommige therapeuten hadden daar bezwaar tegen. Daar het echter een belangrijk aspect vormt van de zogenaamde limited reparenting houding van de therapeut in SFT, dient dit onderzocht te worden. Derhalve zal 50 procent van de therapeuten participeren in deze extra telefonische bereikbaarheid en 50 procent niet. De laatste groep zal alleen bereikbaar zijn tijdens kantoortijden. Als de patiënten uit de laatste groep extra ondersteuning nodig hebben kunnen zij een beroep doen op de huisarts en de crisisdienst.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
94516313
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2005
2008
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. R. van Dyck MD PhD
Verantwoordelijke organisatie:
GGZ inGeest