Mobiele menu

Implementatie van de zorgstandaard vasculair risicomanagement in transmurale setting

Projectomschrijving

Vasculaire preventiepolikliniek van tweede naar eerste lijn

De kwaliteit van zorg voor patiënten met hart- en vaatziekten wisselt sterk. Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis heeft sinds 2006 een preventie-polikliniek. De resultaten zijn goed. Het ziekenhuis neemt nu met het project ‘Implementatie van de zorgstandaard Vasculair risicomanagement in transmurale setting’ het voortouw in de implementatie van cardiovasculair risicomanagement (CVRM) in de eerste lijn. Er wordt samengewerkt met een aantal huisartsenpraktijken.

Doelstelling
Implementatie van de zorgstandaard Vasculair risicomanagement in de eerste lijn leidt ertoe dat circa 80% van de zorg vanuit de huisartsenpraktijk plaatsvindt. Minimaal 50% van de directe patiëntenzorg wordt verricht door praktijkondersteuners, een significante taakherschikking voor huisartsen. Meer dan 80% van de benaderde patiënten neemt deel aan het zorgprogramma en minder dan 20% valt af gedurende het programma. Het project moet een significante verbetering geven van risicofactoren bij patiënten bij wie een cardiovasculaire aandoening is vastgesteld.

Verslagen


Eindverslag

Tijdens dit project is een samenwerking van start gegaan tussen de polikliniek vasculaire geneeskunde van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en vijf huisartsenpraktijken in het verzorgingsgebied. De doelgroep vormen patiënten met nieuwe hart- of vaatziekte veroorzaakt door atherosclerose (slagaderverkalking). Deze samenwerking heeft geleid tot een meer gestructureerde en minder versnipperde zorg voor deze patiëntengroep, toename van kennis bij verschillende behandelaren, opstellen en uniformisering van behandelprotocollen volgens richtlijnen en het implementeren van de zorgstandaard.
Allereerst zijn huisartsen en praktijkondersteuners van vijf praktijken bijgeschoold en hebben zij hun spreekuur aangepast en ingericht om deze patiëntengroep de juiste behandeling te kunnen geven. Vanaf 01-06-2010 zijn er in totaal 22 patiënten met een nieuwe aandoening door hen behandeld. Ook zijn alle patiënten die in het verleden een cardiovasculaire aandoening hebben ontwikkeld zoals een hartinfarct, herseninfarct of andere vaatziekte opnieuw opgeroepen. Er zijn vervolgafspraken gemaakt over verdere samenwerking met deze praktijken en in de Amsterdamse regio over zorg voor deze patiënten in de eerste en tweede lijn. Ons project laat zien dat wanneer huisartsen en praktijkondersteuners goed geschoold zijn en hun organisatie is ingericht voor deze vorm van chronische zorg patiënten met vasculaire aandoeningen goed in de eerste lijn behandeld kunnen worden.

In dit project ligt de nadruk op het verplaatsen van de behandeling van patiënten met nieuwe hart – en vaatziekten van de vasculaire polikliniek van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis naar de huisarts. Deze patiënten zijn recent onder behandeling wegens een doorgemaakt hartinfarct, klachten van vaatvernauwing in de benen (etalagebenen) of ze hebben een beroerte gehad, veroorzaakt door atherosclerose (slagaderverkalking). Vijf huisartsenpraktijken uit Amsterdam doen mee. Samen met deze huisartsen zijn er protocollen opgesteld die zullen leiden tot een zelfde behandeling bij de huisarts als bij het OLVG met hopelijk een afname van nieuwe hart – en vaatziekten. In de protocollen wordt vooral aandacht besteed aan leefstijl (overgewicht, roken, bewegen), bloeddruk, cholesterol en medicatietrouw.
De huisartsen en praktijkondersteuners hebben inmiddels bijscholing gehad over verschillende hart – en vaatziekten en de behandeling ervan en zijn momenteel bezig met het inrichten van spreekuren speciaal voor deze patiëntengroep. Binnenkort zullen de eerste patiënten door de huisartsenpraktijk worden opgeroepen.
Patiënten zullen vooral gestimuleerd en ondersteund worden in het veranderen van ongezonde leefstijl. Om hen hier nauwer bij te betrekken, is er gekeken of er een elektronisch patiëntendossier kan komen waar zowel zorgverleners als de patiënt gegevens in kwijt kunnen. Dit gaan wij de komende 1,5 jaar verder uitwerken.

Samenvatting van de aanvraag

Secundaire preventie van hart- en vaatziekten is een essentieel onderdeel van de behandeling van patiënten bij wie een cardiovasculaire aandoening zoals een myocardinfarct, TIA, cerebrovasculair accident (CVA) of perifeer vaatlijden wordt vastgesteld. In de CBO-consensus cardiovasculair risicomanagement zijn behandelingsdoelen opgesteld die bij deze patiëntengroepen moeten worden nagestreefd (CBO 2006). In de dagelijkse praktijk van secundaire preventie van hart- en vaatziekten blijkt dat de kwaliteit van zorg sterk wisselt, en dat vaak onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor de begeleiding van de patiënten en het behalen van de behandelingsdoelen. De zorg wordt meestal gedeeld door huisarts en eindorgaanspecialist (neuroloog, cardioloog, vaatchirurg); wanneer de patiënt ook onder behandeling is bij een internist zal deze vaak ook een deel van de zorg op zich nemen. Voor specifieke niet-medicamenteuze zinvolle interventies zoals stoppen met roken en gewichtsreductie ontbreken vaak gestructureerde hulpprogramma's. Zowel primaire als secundaire preventie van hart- en vaatziekten kan voor een belangrijk deel worden verzorgd in de eerste lijn. In de praktijk blijkt dat met name secundaire preventie regelmatig achterblijft door versnippering van zorg en gebrekkige onderlinge afstemming van verantwoordelijkheden. Hierdoor is het vaak onduidelijk wie eindverantwoordelijk is voor het begeleiden van de patiënt. Bij de patiënten is er vaak gebrekkige kennis van de pathofysiologie van hart- en vaatziekten en het belang van te behalen behandelingsdoelen; ook is de motivatie veelal gebrekkig en bestaat er weerstand tegen het gebruik van meerdere geneesmiddelen (statines, thrombocytenaggregatieremmer, antihypertensiva etc.) Hierdoor komt het vaak voor dat patiënten onderbehandeld zijn (Brookhart MA 2007; De Schrijver et al. 2005; Dijkstra et al. 2008). Begeleiding van de eerder genoemde patiëntengroep op een vasculaire preventiepolikliniek leidt in de praktijk tot een hoger succespercentage bij het behalen van behandelingsdoelen, bijvoorbeeld door betere therapietrouw en toename van het ziekte-inzicht bij patiënten (Platform Vitale Vaten, 2008). Preventie-poliklinieken passen in het concept van het Chronic Care model zoals geformuleerd in de zorgstandaard cardiovasculair risicomanagement. In het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) bestaat deze polikliniek sinds 2006. Een recente analyse van de gegevens van de tot nu toe behandelde patiënten laat zien dat dit concept leidt tot hogere percentages behaalde streefwaarden en doelen dat in de dagelijkse praktijk. Doel van het project is het implementeren van de zorgstandaard cardiovasculair risicomanagement in de eerste lijn door gebruik te maken van het model van de vasculaire polikliniek interne geneeskunde OLVG. Het project richt zich op patiënten met reeds bekende hart- en vaatziekten (secundaire preventie). Hiertoe is samenwerking gezocht met een aantal huisartsenpraktijken in het verzorgingsgebied, en wordt de samenwerking met de eindorgaanspecialisten geïntensiveerd en geprotocolleerd. Bij de implementatie van de zorgstandaard zal ook de nog in ontwikkeling zijnde zorgstandaard voor patiënten worden betrokken. De belangrijkste onderdelen van het implementatieproject zijn: - Gezamenlijk vaststellen van behandelingsprotocollen en -doelen conform de meest recente CBO-consensus, NHG-standaard en richtlijnen van de betrokken beroepsverenigingen. - Deskundigheidsbevordering bij behandelaren in de eerste en tweede lijn, zowel op het niveau van de huisarts en medisch specialist als op verpleegkundig niveau en bij de praktijkondersteuners van de huisarts (POH-ers). - Organisatie van secundaire preventie van hart- en vaatziekten in de eerste en tweede lijn conform het eerder genoemde chronic care model. - Verbetering van de aandacht voor en beschikbaarheid van projecten die zich richten op lifestyle- gerelateerde aspecten van vasculair risicomanagement zoals stoppen met roken, bewegen en gewichtsreductie. - Implementatie van mogelijkheden om het principe van zelfmanagement door patiënten, zoals beschreven in de zorgstandaard, te realiseren. - Gezien het verzorgingsgebied van het OLVG zal er met name ook aandacht zijn voor cardiovasculair risicomanagement bij allochtone patiënten Het project wordt aangemeld als een praktijkproject vitale vaten.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
300030005
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. P.S. van Dam
Verantwoordelijke organisatie:
OLVG, locatie West