Mobiele menu

An efficient diagnostic strategy in fecal incontinence

Projectomschrijving

Incontinentie voor vaste ontlasting (fecale incontinentie) komt relatief veel voor en heeft ernstige gevolgen voor het geestelijk en sociaal welzijn van de patiënt. Als dieetadviezen en medicijnen niet helpen kunnen bekkenbodemtraining of een operatie aan de kringspier soms uitkomst bieden. In Amsterdam is onderzocht of het succes van deze behandelingen al vooraf is te voospellen op grond van de uitkomsten van de testen die worden gebruikt om de ernst van de incontinentie te meten. Onderzoek bij 317 patiënten wees uit dat bekkenbodemtraining bij veel patiënten met matige of ernstige fecale incontinentie de klachten een beetje vermindert. Het succes hiervan valt echter niet op voorhand te voorspellen met een test.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Fecale incontinentie is een frequent voorkomende aandoening met verstrekkende psychosociale gevolgen (prevalentie in Nederland ongeveer 100.000 personen). Fecale incontinentie wordt veelal veroorzaakt door een defect van de anale kringspier, door neurogene schade, een klein rectum (onvoldoende compliantie) of door een combinatie van deze factoren. De behandeling van fecale incontinentie omvat in eerste instantie dieetadvies en het gebruik van medicijnen. Als dit faalt, komt verdere diagnostiek en behandeling in beeld. De belangrijkste behandelingsopties zijn fysiotherapie training en anterior sphincter plastiek. Differentiatie tussen de oorzaken van fecale incontinentie is belangrijk voor de keuze tussen de behandelingsvormen. Het multifactoriële ontstaansmechanisme van fecale incontinentie maakt het daarbij noodzakelijk om meerdere diagnostische modaliteiten te gebruiken. Hiertoe worden in de dagelijkse praktijk lichamelijk onderzoek, anale manometrie, endoechografie toegepast in variabele combinatie met nervus pudendus geleidingtijd, anale en rectale sensibiliteitsmeting, rectale capaciteitmeting, defecografie, en endoanale MRI. De empirische onderbouwing voor de meest geschikte combinatie, volgorde en interpretatie van deze technieken ontbreekt echter, waardoor het gevaar bestaat van zowel onder- als overdiagnostiek. Daarnaast ontbreekt de evidence om optimaal beslissingen tot een keuze van een behandelvorm te ondersteunen bij patiënten met specifieke combinaties van diagnostische bevindingen. De waarde van diagnostiek voor de vermindering van klachten dient te worden beoordeeld in het licht van de beschikbare behandelopties (fysiotherapie training, voorste sphincter plastiek) volgend op niet succesvolle conservatieve therapie. Voor optimalisering van het diagnostisch traject in relatie tot therapiekeuze dient de rol van diagnostiek daarom gericht te zijn op identificatie van subgroepen van responderende en niet-responderende patiënten voor de onderscheiden technieken. Indien diagnostische tests in dat opzicht gelijkwaardige informatie opleveren dient te worden gekozen voor de minst kostbare c.q. minst belastende. Met dit onderzoek willen wij een doelmatige diagnostische strategie ontwikkelen bij patiënten met fecale incontinentie, die kan leiden tot een onderbouwde selectie van patiënten voor behandeling. De studiepopulatie bestaat uit alle patiënten die ten minste 6 maanden fecaal incontinent zijn met een incontinentie score (volgens Vaizey) = 12. Tevens moet conservatieve behandeling hebben gefaald. Gedurende 21 maanden worden 300 opeenvolgende patiënten geïncludeerd. Na anamnese met incontinentiescore en lichamelijk onderzoek, zal zowel de standaard work up worden toegepast (anale manometrie, endoechografie) alsmede de meer variabel toegepaste diagnostische technieken (nervus pudendus geleidingtijd, anale en rectale sensibiliteitsmeting, rectale capaciteitmeting, defecografie, endoanale MRI). Aangezien fysiotherapietraining minder belastend is voor de patiënt, een grotere indicatiebreedte heeft en ruimer beschikbaar is, wordt aan alle patiënten eerst gestandaardiseerde fysiotherapie training aangeboden. Bij falen van deze optie wordt voorste sphincterplastiek aangeboden bij patienten met een anterior extern sphincter defect. Het studietraject per patiënt omvat maximaal 2 jaar. In de analyse zal de prognostische waarde worden onderzocht van de bevindingen uit de diagnostiek voor wat betreft behandelsucces bij fysiotherapie training, respectievelijk sphincterplastiek. De primaire uitkomstmaat is de uitkomst 3 maanden na gestandaardiseerde fysiotherapietraining, waarbij de behandeling als succesvol wordt beschouwd indien de incontinentiescore = 50 % is verbeterd. Hoewel fysiotherapie training een minder belastende en minder kostbare vorm van behandeling is, heeft het weinig zin om deze optie aan te bieden bij een lage kans op succes. Middels besliskundige analyses zal de meest doelmatige diagnostisch-therapeutische strategie worden geïdentificeerd. Dit is de strategie die op efficiënte wijze vooraf een onderscheid kan maken tussen patiënten met een lage, respectievelijk redelijke kans op succes bij fysiotherapie training dan wel sphincterplastiek. Parallel aan deze analyses vindt economische evaluatie plaats middels kosteneffectiviteit analyses. Op basis van redundantie van de diagnostische informatie zal gekozen worden voor de minst kostbare en belastende combinatie van diagnostiek. Zo wordt het mogelijk om in de toekomst groepen patiënten op geleide van de prognostische betekenis van de resultaten van een minimale, noodzakelijke combinatie van diagnostiek, onderbouwd eerst fysiotherapie aan te bieden, dan wel meteen sphincterplastiek.

Kenmerken

Projectnummer:
94501013
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2001
2005
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. J.M. Stoker
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC