Mobiele menu

Risk management in patients with diabetes mellitus: development and evaluation of a patient-oriented treatment decision aid (PTDA)

Projectomschrijving

Weten wat werkt voor diabetespatiënten
Initiatieven om diabeteszorg te optimaliseren gaan vaak uit van een geïntegreerde aanpak en werkwijze volgens de NDF en NHG (zorg)standaarden. Het is bekend dat betrokkenheid van de patiënt bij zijn zorgproces belangrijk is voor het te boeken resultaat. Toch worden diabetespatiënten lang niet altijd actief betrokken bij de keuzen rond (medicamenteuze) behandeling van verschillende risicofactoren. Er zijn ook vraagtekens over de wijze waarop dat het beste kan gebeuren. Waarschijnlijk is er niet één beste methode, maar hangt de aanpak af van wensen en capaciteiten van de patiënt en de mogelijkheden binnen de zorg. Huidige beslissingsondersteunende
hulpmiddelen zijn vaak zeer klinisch georiënteerd en worden beperkt toegepast. Het UMCG ontwikkelt en evalueert een keuzehulp, die beter moet gaan aansluiten bij het patiëntenperspectief.

Doelstelling
Inzicht in de bruikbaarheid van persoonlijke, op de patiënt gerichte ondersteuning bij beslissingen rond behandeling, en in factoren die de bruikbaarheid kunnen beïnvloeden.

Producten

Titel: Behandelkaarten ter ondersteuning van consult met keuzehulp voor diabetes patiënten.
Titel: PTDA: Patiënt Georienteerde Risico Informatie module.
Titel: Consulttraining risicocommunicatie voor de huisartspraktijk
Titel: The effect of a patient-oriented treatment decision aid for risk factor management in patients with diabetes (PORTDA-diab): study protocol for a randomised controlled trial.
Auteur: Denig P, Dun M, Schuling J, Haaijer-Ruskamp FM, Voorham J.
Magazine: Trials
Auteur: Mathijs Dun, Jaco Voorham, Floor Haaijer‐Ruskamp, Jan Schuling, Petra Denig Klinische Farmacologie, Huisartsgeneeskunde, RU Groningen

Verslagen


Eindverslag

Mensen met diabetes hebben vaak meerdere risicofactoren voor het krijgen van complicaties. Deze risico’s kunnen verminderd worden door een goede leefstijl en behandeling met verschillende geneesmiddelen. In dit project is inzicht verkregen in de effecten en bruikbaarheid van een nieuw soort keuzehulp bij behandelbeslissingen. De keuzehulp beoogt patiënten te betrekken bij beslissingen over hun (medicamenteuze) behandeling door middel van het stellen van realistische en wenselijke doelen en prioriteiten samen met hun zorgverlener.

De keuzehulp is in een stapgewijs proces ontwikkeld en getest. De ontwikkelde programmatuur maakt gebruik van persoon-specifieke gegevens uit het medisch dossier om inzicht in behandeldoelen en opties te geven. De keuzehulp dient door de patiënt voorafgaand aan een routinematig consult te worden geraadpleegd, zodat de informatie vervolgens tijdens het consult samen met de zorgverlener kan worden besproken.

Na de ontwikkelingsfase is de vraag beantwoord wat de invloed van het gebruik van de keuzehulp in de huisartspraktijk is. In een gerandomiseerde opzet zijn de effecten van de keuzehulp op ‘patient empowerment’ en behandelbeslissingen geëvalueerd. Verder is bekeken of de impact afhankelijk is van patiëntkenmerken en de wijze waarop de informatie is aangeboden. Ten slotte is onderzocht wat de ervaringen en haalbaarheid zijn van invoering van de keuzehulp in de dagelijkse praktijk.

Dit onderzoek laat zien dat een patiënt-specifieke keuzehulp voor behandelbeslissingen bij diabetes nuttig kan zijn. Op basis van de ervaringen van patiënten en zorgverleners lijkt het goed om de keuzehulp selectief in te zetten tijdens het consult.

Diabetespatiënten worden lang niet altijd actief betrokken bij de keuzen rond (medicamenteuze) behandeling van verschillende risicofactoren. Het gaat dan -naast verhoogde glucosespiegels- om zaken als een hoge bloeddruk of cholesterolgehalte. In de praktijk blijkt het niet eenvoudig om alle risico’s en behandelopties goed uit te leggen. Keuzehulpen kunnen hierbij ondersteuning bieden. In de eerste fase van dit project is een keuzehulp ontwikkeld voor diabetespatiënten. De keuzehulp is bedoeld om patiënten in de huisartspraktijk meer te betrekken bij behandelkeuzen. Belangrijke aspecten zijn het stellen van realistische en wenselijke doelen en prioriteiten ten aanzien van de behandeling. Daartoe krijgt de patiënt persoonlijke informatie over streefdoelen en behandelopties ondersteund met plaatjes (persoonlijk risicoprofiel). Hiervoor worden gegevens geautomatiseerd uit het electronische dossier in de huisartspraktijk gehaald. Deze informatie wordt ofwel op papier ofwel via een computerprogramma aan de patiënten aangeboden en vervolgens samen met de behandelaar besproken. De behandelaars krijgen vooraf een training hoe dit met de patiënten te bespreken. De bruikbaarheid en effecten van de keuzehulp worden in de komende anderhalf jaar in een gerandomiseerde studieopzet getoetst (praktijktest).

Samenvatting van de aanvraag

Achtergrond: Initiatieven om de diabeteszorg te optimaliseren gaan vaak uit van een geïntegreerde aanpak en werkwijze volgens de zorgstandaard. De mate waarin en wijze waarop patiënten daarbij betrokken worden verschilt nogal. Zelfmanagement beperkt zich vaak tot glucoseregulering en dieetmaatregelen, terwijl bij de (medicamenteuze) behandeling van cardiovasculair risico ook veel winst te behalen valt. Veel patiënten halen de aanbevolen streefwaarden niet en zijn onderbehandeld of onvoldoende therapietrouw. Gezien de combinatie van risicofactoren en bijkomende comorbiditeit moeten er bij patiënten met diabetes telkens prioriteiten worden gesteld ten aanzien van behandeling en begeleiding. Alhoewel bekend is dat betrokkenheid van de patiënt bij dit proces belangrijk is voor de behaalde uitkomsten, zijn er nog veel vraagtekens over de wijze waarop dat het beste kan gebeuren. Het lijkt voor de hand te liggen dat er niet één ‘beste methode’ is, maar dat de aanpak zal moeten afhangen van de wensen en capaciteiten van de patiënt en de mogelijkheden binnen de dagelijkse zorgpraktijk. Huidige beslissingsondersteunende hulpmiddelen zijn vaak zeer klinisch geörienteerd en worden maar beperkt toegepast in de praktijk. Er is behoefte aan een aanpak, die beter aansluit bij het patiënten perspectief. Doelstelling: inzicht krijgen in de bruikbaarheid van persoonlijke, op de patiënt gerichte ondersteuning bij beslissingen rond behandeling en in factoren die de bruikbaarheid kunnen beïnvloeden. Vragen die worden beantwoord zijn: 1. Wat is de impact van zulke ondersteuning op ervaren ‘empowerment’ van patiënten, negatieve emoties, percepties over behandelopties, behandelbeslissingen en uitkomsten? 2. In hoeverre is de impact voor verschillende patiënten afhankelijk van de wijze waarop de informatie wordt aangeboden? 3. Wat is de haalbaarheid voor invoering in de dagelijkse praktijk? Doelgroep en studieopzet: Gepersonaliseerde informatie over streefdoelen en behandelopties wordt op verschillende manieren aangeboden aan een heterogene groep patiënten met type 2 diabetes. De effecten worden geëvalueerd in een studie met een voor- en nameting en controlegroep. Ondersteuningsmethode: de aanpak is gericht op het gezamenlijk stellen van behandeldoelen en prioriteiten aan de hand van de persoonlijke situatie van de patiënt. Patiënten ontvangen persoonlijk afgestemde informatie over de voor- en nadelen van mogelijke behandelopties. Deze informatie is gebaseerd op gegevens uit actuele richtlijnen aangevuld met eigen gegevens uit het elektronisch medisch dossier. De informatie wordt op 4 manieren aangeboden: vanuit klinisch perspectief op papier, met patiënt perspectief op papier, vanuit klinisch perspectief via computer, met patiënt perspectief via computer. Primaire evaluatiemaat: ‘empowerment’ van patiënten (zich in staat voelen om keuzen te maken ten aanzien van gewenste streefdoelen en behandeling.) Secundaire patiëntmaten: percepties van patiënten over het nut en risico’s van behandelopties, negatieve emoties, tevredenheid met zorg. Secundaire zorgmaten: gebruik van glucose-, bloeddruk- en lipidenregulerende geneesmiddelen, mate van controle van risicofactoren. Meetinstrumenten: Er wordt gebruikt gemaakt van nederlandse versies van bestaande vragenlijsten voor het meten van empowerment (DES), opvattingen over medicatie (BMQ), negatieve emoties (PAID), tevredenheid met diabeteszorg (PEQD), aangevuld met vragen over sociaal-economische status, opleiding, etniciteit en van bestaande indicatoren voor de mate van behandeling en controle bij diabetes. Plan van aanpak: Op basis van eerder onderzoek en met input van patiënten met diabetes en hun behandelaars, worden twee varianten van een ondersteuningspakket ontwikkeld, die beiden op papier en via een computer aangeboden kunnen worden. De eerste variant gaat uit van de traditionele klinische benadering voor het presenteren van risico’s. De tweede variant biedt informatie tevens aan vanuit een patiënten perspectief, zoals beschreven in verschillende kwalitatieve studies. De varianten worden geëvalueerd in een studie met circa 450 patiënten uit 20 huisartspraktijken. Patiënten worden geworven via huisartspraktijken, die deelnemen aan het GIANTT project. Deze praktijken worden random ingedeeld om de papieren of computerversie te gebruiken en krijgen vooraf instructie hoe hiermee te werken. Binnen de praktijken vindt een randomisatie op patiëntniveau plaats om informatie vanuit klinisch of ook vanuit patiënt perspectief te ontvangen. Voorafgaand aan een gepland diabetes jaarconsult wordt de informatie aangeboden aan de patiënten. Er worden voor- en nametingen uitgevoerd, waarbij patiënten de vragenlijsten invullen. Gegevens ten aanzien van de overige uitkomstmaten worden verzameld met geautomatiseerde extracties uit de medische dossiers van de huisartspraktijken. Bij de nameting worden tevens vragen over de uitvoerbaarheid gesteld aan hulpverleners en patiënten.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
300020006
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. P. Denig
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Groningen