Sex- and gender-specific development of (chronic) pain among adolescents
Projectomschrijving
Chronische pijn komt veel voor, treft meer vrouwen dan mannen en beperkt het functioneren en de kwaliteit van leven. Gedurende de puberteit komen pijnklachten steeds meer voor en ontstaat het sekseverschil.
Het is grotendeels onbekend waarom pijnklachten zo vaak voorkomen en wat de oorzaak is van de verschillen tussen meisjes en jongens. Dit bestuderen we met gegevens van een langlopende studie waarbij ruim 2000 jongeren vanaf hun geboorte zijn gevolgd, het PIAMA geboortecohort. We gaan na hoe het beloop van pijn is bij meisjes en jongens in de ontwikkeling van 11 tot 17 jaar.
We maken onderscheid in hoofdpijn, rugpijn, pijn in nek, schouders en andere gewrichten. Vervolgens kijken we naar de rol van allerlei factoren en omstandigheden in de jeugd en de puberteit bij het optreden van pijn en de genderverschillen daarin. Met deze genderspecifieke kennis dragen we bij aan inzicht in de mogelijkheden voor preventie van (chronische) pijn.
Producten
Auteur: HSJ Picavet, A van Haselen, AH Wijga
Verslagen
Eindverslag
SEKSE- EN GENDERSPECIFIEKE ONTWIKKELING VAN PIJN BIJ ADOLESCENTEN
Chronische pijn komt veel voor, treft meer vrouwen dan mannen en beperkt het functioneren en de kwaliteit van leven.
Met gegevens uit het PIAMA geboortecohort waarin ca. 3000 jongeren vanaf de geboorte worden gevolgd, onderzochten we het beloop van pijn bij meisjes en jongens gedurende de adolescentie alsmede factoren die daarmee samenhangen. De vragenlijsten die de jongeren invulden toen ze 11, 14, 17 en 20 jaar waren, laten zien dat zowel pijnklachten aan het bewegingsapparaat (rug, schouders, nek en andere gewrichten) als hoofdpijn ‘migraine of regelmatig erge hoofdpijn’ gedurende de puberteit al veel voorkomen en dat het verschil in prevalentie tussen meisjes en jongens in de periode van leeftijd 11 tot 20 jaar steeds groter wordt. Van leeftijd 11 tot leeftijd 20 neemt het percentage met klachten van het bewegingsapparaat toe van 14% tot 22% bij jongens en van 17% tot 38% bij meisjes. De percentages met hoofdpijn zijn bij jongens 8% op leeftijd 11 en 6% op leeftijd 20 en bij meisjes 9% op leeftijd 11 en 20% op leeftijd 20.
Persistente hoofdpijn in die periode (hoofdpijn gerapporteerd in minstens 3 van de 4 opeenvolgende vragenlijsten) komt voor bij 3% van de jongens en bij 6% van de meisjes. De cijfers voor persistente pijnklachten aan het bewegingsapparaat zijn 5% (jongens) en 16% (meisjes). Meer laag- dan hoogopgeleide jongeren rapporteerden pijnklachten. Verder zagen we dat (chronische) pijnklachten meestal niet geïsoleerd voorkomen. Hoofdpijn komt aanzienlijk meer voor bij jongeren met pijnklachten aan het bewegingsapparaat dan bij hun leeftijdgenoten zonder zulke klachten. Ook bij jongeren met astma of hooikoorts komt hoofdpijn meer voor dan bij jongeren zonder astma of hooikoorts. Een meerderheid van de jongeren met pijn heeft ook één of meer van de volgende problemen: slecht slapen, (langdurige) vermoeidheid, lager mentaal welzijn en piekeren. Voor deze problemen geldt, net als voor de pijnklachten, dat ze meer voorkomen bij meisjes dan bij jongens.
Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat er nauwelijks factoren in de omgeving of leefstijl zijn aan te wijzen die samenhangen met de ontwikkeling van pijnklachten. Voor klachten aan het bewegingsapparaat zagen we een duidelijk verband met (sport)blessures en ongevallen en specifiek bij meisjes een mogelijk verband met vroege puberteit. Voor hoofdpijn zagen we alleen aanwijzingen voor een mogelijk gunstig verband met groen in de leefomgeving en een mogelijk ongunstig verband met ontbijt overslaan. De rol van deze potentiële risicofactoren moet in verder onderzoek bevestigd worden.
Op basis van dit onderzoek zijn onze aanbevelingen voor de praktijk: bij de presentatie van pijnklachten altijd bedacht zijn op de veel voorkomende samenhang van pijn op een specifieke plek met pijn in andere delen van het lichaam. Bewustzijn van de hoge prevalentie, vooral bij meisjes, en van de samenhang van pijn met andere gezondheidsklachten is van belang, niet alleen in de (preventieve) zorg, maar ook op scholen. Daarnaast is preventie van (sport)ongevallen in deze leeftijdsgroep een belangrijk aandachtspunt.