Immunity against SARS-CoV-2 in immune-suppressed patients: increased risk of insufficient immunological memory or sufficient protection against re-infection?
Projectomschrijving
Patiënten met auto-immuunziekten gebruiken veelal afweeronderdrukkende medicatie. Het effect van deze behandelingen op het ontwikkelen en onderhouden van adequate immuniteit na een doorgemaakte COVID-19-infectie en op de aankomende vaccins tegen Covid-19 is onbekend.
Onderzoek en verwachte uitkomsten
Allereerst wordt de COVID-19 specifieke immuniteit onderzocht bij patiënten en gezonde mensen na een doorgemaakte COVID-19-infectie. In de tweede fase wordt de respons op een COVID-19-vaccinatie tussen geïnfecteerde patiënten en gezonde mensen vergeleken. Daarnaast wordt deze respons vergeleken met patiënten en gezonde mensen zonder voorafgaande COVID-19-infectie.
Met deze resultaten is de hoop er het effect van verschillende soorten immunosuppressieve medicatie op immuniteit tegen COVID-19 vast te stellen, zodat er adviezen kunnen worden uitgebracht over de optimale vaccinatiestrategie bij de vele patiënten met immunosuppressie.
Deze studie is een samenwerking van meerdere universitaire centra, Sanquin Bloedvoorziening en het RIVM (Target to B consortium, T2B).
Verslagen
Eindverslag
Deze studie bestond uit 2 onderdelen. In deel 1 werd de COVID-19 specifieke immuniteit onderzocht bij patiënten met auto-immuunziekten en afweeronderdrukkende medicatie (immunosuppressie) en gezonde mensen na een doorgemaakte COVID-19 infectie. In deel 2 wordt de respons op een COVID-19-vaccinatie in deze patiënten en gezonden vergeleken met deelnemers zonder eerdere infectie. Deze studie is later opgeschaald tot een grote landelijke studie naar vaccinatieresponsen (Target to B-COVID studie).
Allereerst hebben we aangetoond dat er na COVID infectie in patiënten met immunosupressie sneller verval van antistoffen optreedt, maar alleen in bepaalde typen immunosuppressie. Na het eerste vaccin hadden deelnemers met een doorgemaakte infectie een snellere en betere respons duidend op immunologisch geheugen (deel 2). Na het 2e vaccin was het respons vergelijkbaar tussen deelnemers met en zonder eerdere infectie. De resultaten van de T2B-COVID studie worden doorlopend gebruikt voor adviezen over de optimale vaccinatiestrategie bij patiënten met auto-immuunaandoeningen.
In het oorspronkelijke voorstel werd het onderzoek opgedeeld in fase 1 (pre-vaccinatie) waarin humorale en cellulaire immuniteit tegen Sars-CoV-2 in de tijd werd vervolgd. In fase 2 (pre/post vaccinatie) waarin patiënten en gezonden met en zonder eerder doorgemaakt COVID vergeleken worden. Mede door sneller dan verwacht start van vaccinatie schema verlopen fase 1 en fase 2 in het huidige ondezoeksopzet parallel aan elkaar. Verder is de studie uitgebreid om de invloed van verschillende afweeronderdrukkende medicatie op de vaccinatieresponsen te onderzoeken. De meeste deelnemers met auto-immuunaandoeningen worden in de periode April-Juni gevaccineerd. We verwachten de eerste resultaten in Juli/Augustus 2021.