Mobiele menu

Sniffing out Covid: Perspective for patients with persisting loss of smell, towards better understanding and treatment

Projectomschrijving

In het afgelopen jaar kreeg naar schatting 2 van de 3 patiënten met een COVID-19 infectie te maken met reukverlies. Bij het merendeel keert het reukvermogen binnen een aantal weken terug, maar er zijn ook patiënten bij wie de klachten aanhouden, of die te maken krijgen met een verstoord reukvermogen. Deze klachten hebben grote invloed op het dagelijks leven. Daarnaast is tot nu toe is nog onvoldoende bekend over het verloop en behandelingsmogelijkheden van reukverlies bij COVID-19 patiënten. In dit onderzoek wordt daarom onderzocht wat het natuurlijke beloop is van anosmie (gebrek aan reukzin) in het kader van COVID-19 en of dit gunstig te beïnvloeden is met (lokale) corticosteroïden.

Doel

Het doel van deze studie is het onderzoeken wat het natuurlijke beloop is van anosmie (gebrek aan reukzin) na een COVID-19 infectie en of dit gunstig te beïnvloeden is met (lokale) corticosteroïden.

Onderzoeksopzet

Gedurende een jaar wordt herhaaldelijk het reuk- en smaakvermogen van een groep COVID-19 patiënten gemeten en gekeken kijken naar de invloed ervan op eetgedrag en kwaliteit van leven. Ook onderzoeken de onderzoekers wat het effect van reukverandering op de hersenen is. Daarnaast doen ze onderzoek naar behandelingsmogelijkheden van reukverlies bij COVID-19, met orale corticosteroïden. Hiermee willen ze de zorg en perspectief voor deze patiëntengroep verbeteren en meer kennis vergaren over effectieve behandelingen.

Context

Dit onderzoek is één van de 12 studies op het gebied van onderzoek naar optimale medisch-specialistische zorg bij COVID-19. De onderzoeken hebben als doel het beantwoorden van belangrijke kennishiaten op gebied van behandeling. ZonMw faciliteert deze onderzoeken in het COVID-19 deelprogramma Behandeling om een bijdrage te leveren aan het bevorderen van optimale zorg voor COVID-19. De kennishiaten zijn geïdentificeerd door de Multidisciplinaire Wetenschapscommissie COVID-19 van de Federatie Medisch Specialisten (FMS).

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Smell loss is one of the most frequent symptoms -and predictor- of COVID-19, can be long-lasting and have devastating impact on eating behavior and daily life. In particular, patients often report that after a period of smell loss (anosmia), they develop a distorted sense of smell (parosmia). Yet the course and frequency of this conversion is unknown, and treatment or advice and prognosis is currently still lacking. With this proposal we aim to answer the following research question: what is the natural course of smell loss in relation to COVID-19, and can this be positively influenced by (local) corticosteroids? First, we will setup a prospective (n=75) cohort to assess smell loss in COVID-19 patients. During one year of follow-up, we will measure smell and taste function objectively (on a quarterly basis) and subjectively (once a month), and include crucial patient-reported outcome measures as well, to assess the impact of these changes on eating behavior (in particular food enjoyment, appetite) and quality of life of the patient. Outcome measures and data analyses will focus on prevalence and duration of anosmia and parosmia. In a subset of these patients, we will perform state-of-the-art neuroimaging, including (f)MRI (n=50) and PET (n=20) to assess their potential as diagnostic tool and predict recovery. In a second work package, we will perform a double-blind placebo-controlled randomized controlled trial in COVID-19 patients with persistent smell loss, including a treatment arm consisting of short-term oral corticosteroid treatment (10 days 40 mg prednisolone a day) and smell training (n=58) and a placebo control arm including smell training, (n=58). Outcome will focus on clinical improvement on objective olfactory tests. Together these results will yield information on the natural course of smell loss in relation to COVID-19, that can be used to provide patients with current advice and high-quality?care, and give insight in treatment options.

Kenmerken

Projectnummer:
10430102110001
Looptijd: 64%
Looptijd: 64 %
2021
2025
Onderdeel van programma:
Projectleider en penvoerder:
Dr. S. Boesveldt
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht