Mobiele menu

Fundament. Explicitering en onderbouwing van werkzame mechanismen van drie re-integratieaanpakken voor kwetsbare, werkloze jongeren

Projectomschrijving

Vraagstuk

Sinds 2014 financiert de gemeente Rotterdam drie veelbelovende interventies: Nieuw Perspectief, Tops4Jobs en Heilige Boontjes. De interventies ondersteunen kwetsbare, werkloze jongeren vanaf 18 jaar bij het vinden van werk of het teruggaan naar school. Wat zijn de werkzame mechanismen van drie interventies die gebruikt worden door de gemeente Rotterdam?

Onderzoek

Het hoofddoel van het onderzoek was om de gemeente Rotterdam, uitvoerders van re-integratie en andere belanghebbenden beter inzicht te verschaffen in de werking van interventies die zich richten op activering van kwetsbare werkloze jongeren naar werk of onderwijs. Een nevendoel was om op basis van dit inzicht een onderbouwing voor het effectiviteitsniveau van deze interventies te formuleren.

Uitkomst

Veranderingen bij jongeren zoals vergroting van zelfvertrouwen, ontwikkeling van motivatie en vergroting van het sociale netwerk vergroten hun kansen op werk of schoolhervatting. Belangrijke kenmerken van de interventies om deze veranderingen te bereiken zijn bijvoorbeeld passende begeleiding en het bevorderen van ‘peer support’ tussen jongeren. De drie onderzochte pilots zijn op basis van het onderzoek beoordeeld als 'effectief volgens eerste aanwijzingen'. Samen met de projecten en de gemeente zullen deze uitkomsten gebruikt worden om de ondersteuning van kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt verder te verbeteren.

Producten

Zie ook:

Artikel Trots op je vak: Re-integratie met heilzaam sausje van straatcultuur

Betrokken organisaties

Gemeente Rotterdam, Hogeschool Rotterdam en IZI Solutions.

Producten

Titel: Fundament Onderzoeksrapport
Auteur: Paul van der Aa Diana van Dijk Sandra Lohman Patricia Molegraaf
Link: http://www.hr.nl/fundament

Verslagen


Eindverslag

Dit project onderzocht welke veranderingen bij kwetsbare jongeren in drie Rotterdamse pilots voor bestrijding jeugdwerkloosheid belangrijk zijn om hun kansen op werk of schoolhervatting te vergroten, en welke pilotkenmerken deze veranderingen beïnvloeden. Het project bestond uit literatuuronderzoek en interviews met coaches en jongeren.

Relevante veranderingen bij jongeren blijken te zijn: verheldering van levensdoelen, vergroting van zelfvertrouwen, ontwikkeling van motivatie en vaardigheden, gedragsverandering, stabilisering van persoonlijke omstandigheden en vergroting van het sociale netwerk. Ook is belangrijk dat het vertrouwen van werkgevers in de geschiktheid van jongeren toeneemt.

Belangrijke kenmerken van de pilots om deze veranderingen te bereiken zijn passende, geïndividualiseerde begeleiding, doordacht inzetten van straffen/belonen, het bieden van werkmogelijkheden tijdens het programma, het bevorderen van ‘peer support’ tussen jongeren onderling en de inzet van gerichte trainingen.

Samen met de projecten en de gemeente zullen deze uitkomsten gebruikt worden om de ondersteuning van kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt verder te verbeteren.

Bereikte resultaten / Results achieved
Relevante veranderingen bij jongeren blijken te zijn: verheldering van levensdoelen, vergroting van zelfvertrouwen, ontwikkeling van motivatie en vaardigheden, gedragsverandering, stabilisering van persoonlijke omstandigheden en vergroting van het sociale netwerk. Ook is belangrijk dat het vertrouwen van werkgevers in de geschiktheid van jongeren toeneemt.

Belangrijke kenmerken van de pilots om deze veranderingen te bereiken zijn passende begeleiding, doordacht inzetten van straffen/belonen, het bieden van werkmogelijkheden tijdens het programma, het bevorderen van ‘peer support’ tussen jongeren onderling en de inzet van gerichte trainingen.

De drie onderzochte pilots zijn op basis van het onderzoek beoordeeld als 'effectief volgens eerste aanwijzingen'.

Samenvatting van de aanvraag

Sinds 2014 financiert de gemeente Rotterdam drie interventies (Nieuw Perspectief, Tops4Jobs en Heilige Boontjes) die kwetsbare, werkloze jongeren vanaf 18 jaar ondersteunen bij het vinden van werk of het teruggaan naar school. Het gaat in termen van WRR (2009) om overbelaste jongeren die kampen met meervoudige sociale problemen, deels met een detentieverleden en een laag leervermogen. De gemeente Rotterdam heeft behoefte aan onderbouwing van de werkwijze van deze interventies en is hiervoor een samenwerking aangegaan met Hogeschool Rotterdam. De gemeente wil beter zicht krijgen op werkzame mechanismen waarlangs de interventies bijdragen aan de resultaten. Ze zal dit inzicht gebruiken voor de verdere uitbouw van interventies gericht op bestrijding van werkloosheid onder risicojongeren. Daarnaast is dit inzicht van belang voor uitvoerders die jongeren begeleiden of doorverwijzen naar interventies. De gemeenten Amsterdam, Utrecht en Den Haag onderschrijven de relevantie van dit onderzoek voor hun eigen gemeenten. De interventies richten zich op een doelgroep waarvoor nog relatief weinig effectieve re-integratie interventies zijn ontwikkeld en onderbouwd. Veel interventies concentreren zich op aanbodversterking of bemiddeling als geïsoleerd vraagstuk, maar kunnen daardoor slecht uit de voeten met doelgroepen bij wie complexe sociale en activeringsproblematiek nauw verweven zijn. Als overbelaste jongeren al tot de doelgroep van dergelijke interventies worden gerekend en door hen bereikt worden, is de kans groot dat ze uitvallen. Een quickscan door de gemeente Rotterdam (Van der Aa 2016) laat zien dat deze drie interventies veelbelovend zijn. Gezamenlijk hebben twee pilots vooralsnog met 78% van de 33 deelnemende jongeren positieve resultaten geboekt, te weten terug naar school (48%) of aan het werk (33%). Een van de pilots loopt nog en verwacht de eerste positieve resultaten begin 2016. De uitval bedroeg 12%. Met de overige jongeren was geen resultaat geboekt in termen van werk of terug naar school. Twee uitvoerders behalen volgens eigen opgave met deze interventies ook positieve resultaten in andere gemeenten. Uit deze brutoresultaten, behaald met een kleine groep jongeren, kunnen geen conclusies worden getrokken over de netto-effecten van deze interventies. Desalniettemin is aannemelijk dat het hier veelbelovende aanpakken betreft. Ze weten kwetsbare jongeren te activeren die zonder ondersteuning zeer waarschijnlijk (veel) minder goede resultaten hadden geboekt en ze passen een interventie toe met kenmerken die theoretisch van belang zijn. De drie Rotterdamse interventies hanteren ieder hun eigen aanpak, maar hebben ook een aantal overeenkomsten waarvan op basis van beschikbaar onderzoek (Bokdam, De Visser, Bouma, & Engelen, 2010; Dean, 2007; Joyce, Bambra, & Smith, 2009) kan worden verwacht dat ze de kans op succesvolle resultaten voor de jongeren vergroten: - ze besteden geïntegreerd aandacht aan de situatie van jongeren en belemmerende factoren (houding, gedrag, vaardigheden, discriminatie, persoonlijke omstandigheden); - ze combineren een groepsaanpak met individuele aandacht; - ze zetten waar mogelijk (vrijwilligers-)werk in als onderdeel van de interventie en benaderen gericht werkgevers om baankansen te genereren; - de uitvoerders zoeken in taal en benaderingswijze aansluiting bij de belevingswereld van jongeren. Tegelijkertijd bieden ze ook structuur en helderheid. De gemeente wil deze interventies laten onderbouwen door het lectoraat ‘Inclusieve arbeid, kwetsbare burgers’ van Hogeschool Rotterdam, in samenwerking met de uitvoerders van de interventies. De onderzoeksaanpak is gebaseerd op de benadering van realistic evaluation. Centraal staat de vraag via welke mechanismen drie Rotterdamse interventies bijdragen aan aanvaarding van werk of hervatting van school door kwetsbare, werkloze jongeren. Deze mechanismen worden enerzijds met interviews empirisch onderzocht vanuit het perspectief van betrokken jongeren, uitvoerders en werkgevers. Anderzijds zal literatuuronderzoek plaatsvinden naar effectieve aanpakken voor jeugdwerkloosheid onder risicojongeren, waarmee de empirisch gevonden werkzame mechanismen worden vergeleken en onderbouwd. Op basis van het onderzoek zullen de werkzame mechanismen worden beschreven, onderbouwd en beoordeeld volgens criteria van de effectenladder van NJI. De verwachting is dat de betreffende aanpakken kunnen scoren op effectiviteitsniveau 3 van de effectenladder van NJI, het niveau ‘effectieve interventies volgens eerste aanwijzingen’. Dit betekent dat er een plausibele programmatheorie voor deze interventies kan worden geformuleerd en dat inzicht bestaat in de bereik en bruto-resultaten van de pilots. Hogeschool Rotterdam, gemeente en de uitvoerders van de interventies organiseren gezamenlijk workshops op Rotterdams niveau en voor de G4 waarin wij de onderzoeksuitkomsten vertalen naar gemeentelijke uitvoeringspraktijken.

Kenmerken

Projectnummer:
535006001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. P.H.J. van der Aa
Verantwoordelijke organisatie:
Hogeschool Rotterdam